Belastingvrij schenken zonder tussenkomst van een notaris? Dat kan voor een bankgift! In dit artikel staan we stil bij de bankgift en de bijhorende pacte adjoint. Wat is een pacte adjoint en wat is het belang ervan? Waar moet u op letten en wat zijn de fiscale aandachtspunten? We beantwoorden deze vragen, met bijzondere aandacht voor het recente standpunt van Vlabel nr. 22018 dat ook dieper ingaat op de huidige tendens van digitale ondertekening van een pacte adjoint.
Een bankgift is een onrechtstreekse schenking waarbij de schenker (bijvoorbeeld vader) geld overschrijft van zijn rekening naar de rekening van de begiftigde (bijvoorbeeld zijn dochter). Deze schenking is onrechtstreeks omdat de overdracht plaatsvindt middels een neutrale of abstracte rechtshandeling (onderworpen aan eigen rechtsregels), namelijk de bankoverschrijving. Uit het loutere feit dat een bankoverschrijving heeft plaatsgevonden, kan immers niet worden afgeleid of de gelden om niet en dus ten titel van schenking, dan wel ten bezwarende titel werden overgeschreven. Om deze reden wordt steeds aanbevolen de bankoverschrijving te doen zonder mededeling.
Een schenking moet in principe het voorwerp uitmaken van een notariële akte. Op dit principe bestaan evenwel enkele uitzonderingen, waaronder de onrechtstreekse schenking, die geldig tot stand kan komen zonder de tussenkomst van een notaris. Het blijft echter belangrijk om de wil tot schenking (animus donandi) en de aanvaarding van de schenking naderhand te kunnen aantonen, alsook de lasten, voorwaarden en modaliteiten die werden gekoppeld aan de bankgift.
Een pacte adjoint is een onderhands bewijsdocument waarin een onrechtstreekse schenking, bijvoorbeeld bij wijze van bankgift, wordt bevestigd, uitdrukkelijk wordt aanvaard door de begiftigde(n) en een overzicht oplijst van de daaraan gekoppelde lasten, voorwaarden en modaliteiten.
De pacte adjoint vervult in de eerste plaats een bewijsfunctie en is geen geldigheidsvereiste voor een onrechtstreekse schenking via bankgift.
Naast het bestaan van de schenking, worden in een pacte adjoint ook de voorwaarden en modaliteiten van de schenking vastgelegd. Dit is belangrijk voor de afdwingbaarheid ervan. Een voorbeeld van zo’n modaliteit is een uitsluitingsclausule (waarbij bepaald wordt dat de geschonken gelden niet betrokken mogen worden in een huwelijks- of samenlevingsovereenkomst en aldus te allen tijde exclusief eigen zullen blijven van de begiftigde) of een beding van terugkeer (zodanig dat het geschonken vermogen terugkeert naar de schenker bij vooroverlijden van de begiftigde).
De pacte adjoint kan later ook gebruikt worden voor registratiedoeleinden. Vermits enkel notariële akten verplicht geregistreerd moeten worden en de schenkbelasting een registratiebelasting is, wordt een bankgift niet automatisch aan schenkbelasting onderworpen. Wordt de pacte adjoint bij bankgift niet vrijwillig geregistreerd en overlijdt de schenker binnen de zogenaamde risicoperiode van vijf jaar (in het Vlaams gewest voor schenkingen sinds 1 januari 2025, voor oudere schenkingen geldt de risicoperiode van drie jaar) te rekenen vanaf de schenking, dan worden de geschonken gelden alsnog belast met erfbelasting. Vanuit fiscaal oogpunt is het daarom cruciaal om de datum van de bankgift te kunnen bewijzen. Dit kan door aan de pacte adjoint semi-vaste datum te geven.
De pacte adjoint bij bankgift kan steeds vrijwillig worden geregistreerd. Indien het risico van overlijden dreigt en voorzienbaar is, kan de pacte adjoint zelfs nog in extremis ter registratie worden aangeboden. Naar aanleiding van de registratie wordt dan schenkbelasting geheven (in het Vlaams Gewest thans 3% in rechte lijn en tussen partners) en worden de hogere tarieven in de erfbelasting (toptarief: 27% in rechte lijn) vermeden (vermits voormelde risicoperiode dan niet speelt). Daarbij is de registratie van de pacte adjoint voldoende en is niet vereist dat de schenkbelasting ook effectief reeds werd betaald.
In zijn standpunt nummer 22018 van 27 januari 2025 stelt Vlabel dat een eenzijdige verklaring van de schenker geen volwaardig bewijs levert van de schenking. Een onderhands document waarin sprake is van een nog uit te voeren bankgift heeft voor Vlabel geen enkele waarde en kan enkel worden beschouwd als een belofte van bankgift. De schenking is immers pas volmaakt wanneer deze wordt aanvaard.
In datzelfde standpunt verduidelijkt Vlabel dat de voorlegging van een elektronisch ondertekende pacte adjoint, samen met de bankrekeninguittreksels, wordt aanvaard in het kader van het bewijs van de datum van een bankgift. De datum van de creditering op de rekening van de begiftigde, zoals die blijkt uit het rekeninguittreksel, wordt dan als datum van de bankgift beschouwd voor de start van de risicoperiode in de erfbelasting (voor een niet-geregistreerde bankgift).
Dit biedt een uitstekend alternatief voor de gangbare praktijk van de gevouwen envelop, waarbij een exemplaar van de pacte adjoint per aangetekende post wordt verzonden door de schenker aan de begiftigde en de laatste pagina dient als omslag voor de overige pagina’s. Op deze manier wordt de dagstempel van de post rechtstreeks aangebracht op de laatste pagina van de pacte adjoint, zodat deze semi-vaste datum verkrijgt.