Waarom de Kaaimantaks nu wel kan bijten ?

De regering Michel voerde in 2015 de Kaaimantaks in. Voor de niet-ingewijden : door deze regeling kunnen inkomsten verkregen door bepaalde buitenlandse "juridische constructies" (trusts, laag belaste buitenlandse vennootschappen, bepaalde verzekeringsovereenkomsten) op een transparante wijze worden belast in de personenbelasting ("PB") in hoofde van hun "oprichter", net alsof deze laatsten rechtstreeks de inkomsten van deze structuren hebben ontvangen. Al snel twijfelde men aan de doeltreffendheid van dit stelsel omdat het vele tekortkomingen vertoonde. Het was dan ook geen verrassing dat de opbrengsten van deze belasting voor de Staatskas relatief beperkt waren : men is ver verwijderd van de initieel verwachtte ontvangsten van 510 miljoen per jaar! Volgens velen was de Kaaimantaks slechts gebakken lucht, een "symbolische" maatregel om de publieke opinie te doen geloven dat de overheid (eindelijk) paal en perkt stelt aan deze vorm van belastingontwijking.


De overheid bleef echter niet bij de pakken zitten en heeft middels opeenvolgende wijzigingen een hele reeks achterpoortjes gesloten. De “nieuwe” Kaaimantaks (ook wel Kaaimantaks 2.0) is hierdoor meedogenloos geworden, zelfs in die mate dat het hebben van een juridische structuur in het buitenland voor sommige Belgische natuurlijke personen vandaag een heuse lijdensweg is geworden. Hieronder enkele voorbeelden.


Neem een Belgische familie die beschikt over een aanzienlijk fortuin van enkele miljoenen dat wordt beheerd door een Luxemburgse private bank met een behoorlijke reputatie. De vader, de heer Dupont, zijn echtgenote en zijn kinderen beleggen hun vermogen in een nieuw compartiment "dédié" van een SICAV, beheerd door de bank : een gespecialiseerd beleggingsfonds (ook « SICAV-SIF » genoemd). Vóór 2018 werd een dergelijk beleggingsfonds niet expliciet geviseerd door de wettekst. De overheid heeft inmiddels haar huiswerk gedaan door dit vanaf 1 januari 2018 specifiek op te nemen binnen het toepassingsgebied van de Kaaimantaks. Deze wijziging is een voltreffer : Belgische rijksinwoners hebben immers een echte fascinatie voor aandelen van een Luxemburgse SICAV dédiée. De financiële inzet is aanzienlijk. Stel u voor dat het compartiment van de familie Dupont aandelen en beursgenoteerde obligaties bevat voor een waarde van 10 miljoen euro. De opbrengst in 2019 bedraagt 5%, zijnde 500.000 EUR aan dividenden en interesten. De SICAV-SIF ontsnapt in principe aan iedere inkomstenbelasting in Luxemburg. Vóór de wijzing van de Kaaimantaks waren er evenmin belastingen verschuldigd in België. Sinds 1 januari 2018 worden de leden van de familie Dupont echter transparant belast in de Belgische personenbelasting op de dividenden en interesten verkregen door de SICAV-SIF aan een tarief van 30%. Ze zullen m.a.w. een aanzienlijke bijdrage moeten betalen aan de Belgische fiscus voor een bedrag van 150.000 EUR (30% x 500.000 EUR), zelfs indien ze zelf geen dividenden ontvangen van de SICAV-SIF.


Daarnaast moet worden gewezen op de recente uitbreiding van het toepassingsgebied van de Kaaimantaks naar entiteiten gevestigd binnen de Europese Economische Ruimte (« EER »), wanneer deze zijn vrijgesteld van belasting in hun land van oorsprong of worden onderworpen aan een belasting van minder dan 1 % van het belastbare inkomen bepaald overeenkomstig de Belgische regels. Dit houdt concreet in dat de Kaaimantaks sedert 1 januari 2018 niet enkel van toepassing zal zijn op de Liechtensteinse stichting en de Luxemburgse SPF (zoals voorheen reeds het geval was), maar bijvoorbeeld ook op laag belaste holdings gevestigd binnen de Europese Unie, zoals de zogenaamde Luxemburgse « SOPARFI » (« Société de participations financières »). Welnu, het LuxFiles-onderzoek dat in 2018 werd gevoerd door Le Soir en De Tijd heeft aangetoond dat de honderd rijkste Belgische families een vermogen van ongeveer 48 miljard euro hebben ondergebracht in SOPARFI's… Een andere structuur die volgens ons onder de Kaaimantaks 2.0 valt is de Nederlandse stichting « Stichting administratiekantoor » (of « STAK »), waarvan vele Belgen gebruik maken binnen het kader van een successieplanning, zoals dat bijvoorbeeld het geval is geweest bij Albert Frère.


De Kaaimantaks werd tot slot uitgebreid naar hybride entiteiten. Hierdoor kan een Belgische natuurlijke persoon die beschikt over een Luxemburgse burgerlijke vennootschap (“société civile”) die een effectenportefeuille bezit, een Luxemburgse gewone commanditaire vennootschap, een UK LLP (limited liability partnership) of een US LLC (limited liability company) in Florida (eigenaar van onroerende goederen in Miami) eveneens binnen het toepassingsgebied van de Kaaimantaks vallen.


Naast het feit dat de regeling van de Kaaimantaks in de loop der jaren aanzienlijk werd verscherpt, moet men echter ook wel vaststellen dat de opeenstapeling en extreme complexiteit van de verschillende wijzigingen bijdragen tot de quasi-onleesbaarheid van de regeling, zelfs voor gespecialiseerde fiscalisten!


Denis-Emmanuel Philippe
Advocaat-vennoot (Bloom Law)
Docent Universiteit van Luik

Mots clés

Articles recommandés

Arizona en de belasting op roerende inkomsten: analyse en vooruitzichten

Bedrijfsfiets moet verplicht vermeld worden op de fiscale fiche

Het autisme van de minister van Financiën ten opzichte van ondernemerschap is bedroevend