Wat miste er op de betoging van gisteren?

De vakbonden voerden deze week de druk op de nieuwe regering fors op met de betoging van donderdag en de aankondiging van een nationale staking eind maart. Vooral de kleinere vakbonden bij het spoor gingen volledig los met hun plan om negen (9!) dagen te staken eind februari.

Tussen al dat protest kwam er evenwel geen enkele suggestie van oplossingen voor de uitdagingen waar we voor staan.

Onze welvaartsstaat staat onder druk

In bepaalde hoeken worden de uitdagingen voor onze welvaartsstaat bizar genoeg nog altijd geminimaliseerd. Die uitdagingen zouden nochtans al lang gekend moeten zijn, en werden deze week nog eens bevestigd door nieuwe bevolkingsvooruitzichten van het Planbureau.

Begin jaren 90 waren er in België vier potentieel werkenden (20- tot 64-jarigen) per 65-plusser. Vandaag zijn dat er nog drie. En tegen 2060 zullen er nog maar twee potentieel werkenden per 65-plusser zijn. Dat vormt een duidelijk financieringsprobleem in een systeem waarbij de huidige werkenden de huidige pensioenen betalen (het zgn. repartitiestelsel).

Daarnaast gaat het aantal 80-plussers van 650.000 vandaag naar bijna anderhalf miljoen tegen 2070. Hun aandeel in de totale bevolking verdubbelt van 5,5% vandaag naar meer dan 11% in 2070. Dat zal een enorme druk zetten op de zorg, zowel qua capaciteit als qua financiering.

Ook best niet vergeten dat we aan die demografische uitdaging beginnen zonder financiële buffers. Integendeel, we starten met een onhoudbaar begrotingstekort (zo’n 30 miljard) en een reeks miljardenfacturen die liggen te wachten (o.m. voor de hogere rentelasten op de overheidsschuld, voor defensie en voor de duurzame transitie).

Geen mirakeloplossingen

Om de toekomst van onze welvaartsstaat te vrijwaren, zijn er geen mirakeloplossingen. Maar serieuze ingrepen zijn wel noodzakelijk. De opties zijn vrij beperkt:

> Meer mensen aan het werk

In België werken nog altijd relatief weinig mensen. Midden 2024 was in ons land 72% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. Dat blijft bij de laagste van Europa. Om een werkzaamheidsgraad van het niveau van een land als Zweden te halen, zouden in België 700.000 mensen meer aan het werk moeten zijn.

> Langer werken

Een belangrijk stuk van het relatief lage aantal werkenden ligt aan het einde van de loopbaan. In België stoppen mensen gemiddeld op 61 met werken. In landen als Zweden is dat rond 65. In dezelfde zin duurt een gemiddelde loopbaan in België net geen 35 jaar, na Italië en Griekenland de kortste loopbanen van Europa. In Zweden is dat 43 jaar.

> Uitgaven onder controle krijgen/houden

Terwijl er moord en brand geschreeuwd wordt over besparingen, is de realiteit dat onze overheidsuitgaven al decennialang toenemen. Het aantal werkenden bij de overheid (in ruime zin) steeg van iets meer dan één miljoen midden jaren 90 tot bijna 1,6 miljoen vandaag. Daarmee steeg de werkgelegenheid bij de overheid dubbel zo snel als in de privé. Zonder maatregelen om de uitgavenstijging af te remmen, zijn we op weg naar de hoogste overheidsuitgaven van alle industrielanden.​

> Sterkere economische groei

De handigste manier om alles betaalbaar te houden, is via sterkere economische groei. En die moet dan vooral van sterkere productiviteitsgroei komen. Het groeipotentieel van onze economie is evenwel al decennialang aan het afkalven. Die trend moet dringend gekeerd worden, en ook dat zal belangrijke hervormingen vergen (o.m. minder regulering, betere infrastructuur, meer innovatie, meer digitalisering…).

Geen antwoorden vanuit vakbondshoek

De nieuwe federale regering wil (eindelijk) een aantal maatregelen nemen in die richting. De bonus/malus in de pensioenen moet mensen ertoe aanzetten om langer te werken. Het afbouwen van de vroege uittredingsmogelijkheden van ambtenaren moet daar ook toe bijdragen. De al bij al beperkte besparingen op de overheidsuitgaven en het bijsturen van de genereuzere berekening van de ambtenarenpensioenen moeten helpen om de uitgaven terug een beetje onder controle te krijgen. Net tegen die maatregelen protesteren de vakbonden.

Helaas stellen ze zelf geen ernstige alternatieven voor om de uitdagingen die op ons afkomen aan te pakken. Als er al een antwoord uit die hoek komt, dan is het hogere belastingen. Daarbij evenwel vlot negerend dat de extra belastingen die nodig zijn om eventueel onze financiële uitdagingen aan te pakken, onvermijdelijk de economie zouden ondermijnen waardoor we uiteindelijk snel terug bij af zouden zijn. We hebben vandaag al bij de zwaardere belastingdruk onder de industrielanden. Om de financiële uitdagingen op die manier op te vangen, zouden we naar de zwaarste belastingdruk onder de industrielanden moeten. Dat zou contraproductief werken.

Bijsturingen in de pensioenen, in de effectieve pensioenleeftijd of in de overheidsuitgaven hadden we jaren geleden al moeten doen. Door die ingrepen zo lang uit te stellen, zijn de uitdagingen niet verdwenen, maar alleen maar groter geworden. De ingrepen nu opnieuw uitstellen, waar het vakbondsprotest uiteindelijk op gericht is, zou de noodzakelijke inspanningen in de toekomst nog zwaarder maken. De inspanningen die op tafel liggen zijn zwaar, maar ze niet doen, dreigt op langere termijn nog veel zwaarder uit te vallen.​

Mots clés