Aanpassingen van de groottecriteria voor micro ondernemingen, middelgrote en grote ondernemingen of groepen !

Op 17 oktober 2023 heeft de Europese Commissie Richtlijn (EU) 2023/2775 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de aanpassingen van de groottecriteria voor microondernemingen, kleine, middelgrote en grote ondernemingen of groepen, vastgesteld. De omzetting van deze richtlijn werd uitgevoerd door de aanneming van de wet van 27 maart 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis.

Het is het onderwerp van de mededeling 2024/13 (Zie in bijlage). Ook nuttig te weten : op de site van het IBR vind u ook een artikel aan de hand van Roby Fele, senior advisor regelgeving IBR ‘Verhoging van de auditdrempels : een nieuwe wet met belangrijk implicaties »

Schematisch ziet de indexatie van de grensbedragen er als volgt uit:


Huidige drempels
Nieuwe drempels

Kleine vennootschappen

(1:24 WVV)

Vennootschap die twee van de volgende drie criteria niet overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 9.000.000;
  • balanstotaal: € 4.500.000.

Vennootschap die twee van de volgende drie criteria niet overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 11.250.000;
  • balanstotaal: € 6.000.000.

Microvennootschappen

(1:25 WVV)

Vennootschap die twee van de volgende drie criteria niet overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 10;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 700.000;
  • balanstotaal: € 350.000.

Vennootschap die twee van de volgende drie criteria niet overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 10;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 900.000;
  • balanstotaal: € 450.000.

Groepen van beperkte omvang

(1:26 WVV)

Vennootschappen, op geconsolideerde basis, die twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 250;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 34.000.000;
  • balanstotaal: € 17.000.000.

Vennootschappen, op geconsolideerde basis, die twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 250;
  • jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: € 42.500.000;
  • balanstotaal: € 21.250.000.

Kleine (i)vzw’s

(3:47, § 2 WVV)

Vereniging die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:

  • een jaargemiddelde van 5 werknemers, bepaald overeenkomstig artikel 1:28, § 5;
  • in totaal € 334.500 aan andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;
  • in totaal € 1.337.000 aan bezittingen;
  • in totaal € 1.337.000

Vereniging die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:

  • een jaargemiddelde van 5 werknemers, bepaald overeenkomstig artikel 1:28, § 5;
  • in totaal € 391.000 aan andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;
  • in totaal € 1.562.000 aan bezittingen;
  • in totaal € 1.562.000 aan schulden.

Kleine stichtingen

(3:51, § 2 WVV)

Stichting die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:

  • een jaargemiddelde van 5 werknemers, bepaald overeenkomstig artikel 1:28, § 5;
  • in totaal € 334.500 aan andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;
  • in totaal € 1.337.000 aan bezittingen;
  • in totaal € 1.337.000 aan schulden.
Stichting die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:
  • een jaargemiddelde van 5 werknemers, bepaald overeenkomstig artikel 1:28, § 5;
  • in totaal € 391.000 aan andere dan niet-recurrente ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;
  • in totaal € 1.562.000 aan bezittingen;
  • in totaal € 1.562.000 aan schulden.

Deze indexering is van toepassing op boekjaren die aanvangen na 31 december 2023 en zal geen impact hebben op de lopende commissarismandaten, aangezien de duur van het mandaat van een commissaris is vastgelegd op drie jaar, overeenkomstig artikel 3:61 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.


Grote verenigingen - stichtingen

Wat de grote verenigingen en stichtingen betreft, dient te worden opgemerkt dat er tot nu toe geen actualisering van de drempels is gepland. De artikelen 1:28, § 1 WVV ((i)vzw’s) en 1:30, § 1 WVV (stichtingen) blijven ongewijzigd en bepalen dat deze entiteiten als klein worden beschouwd indien zij op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

  • jaaromzet, exclusief btw: 9.000.000 EUR;
  • balanstotaal: 4.500.000 EUR;
  • jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50.

Mots clés

Articles recommandés

Gevolgen verhoging groottecriteria voor vennootschappen

Gevolgen verhoging groottecriteria voor (I)VZW’s en stichtingen