Het Hof van Beroep te Antwerpen diende zich uit te spreken in een zaak m.b.t. de aanvaarding/verwerping van verschillende kosten van een woning in een vennootschap op basis van artikel 49 WIB92: zijn deze kosten gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden?
Concreet betaalde de bestuurder via rekening-courant een jaarlijkse huurvergoeding van ong. 70.000,00 EUR (o.b.v. de forfaitaire waardering VAA voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning) voor het privégebruik (85%) van een woning die de vennootschap van de bestuurder destijds (in 1997) in volle eigendom had aangekocht. De vennootschap was aldus volle eigenaar van de woning die voor 85% ter beschikking werd gesteld aan de bestuurder en voor 15 % beroepsmatig werd gebruikt. Dit % privé-/beroepsgebruik werd niet betwist door de fiscale administratie.
Vooreerst oordeelt het Hof van Beroep te Antwerpen dat het gegeven dat de afschrijvingen op de kosten van aankoop van de woning (in 1997) en eerdere renovatiewerken in aftrek werden aanvaard, irrelevant is voor de beoordeling van de aftrek van andere latere welbepaalde investeringskosten die werden gedaan (concreet had de betwisting betrekking op de aanslagjaren 2014 en 2015).
Wat betreft de aanvaarding van deze verschillende latere investeringen in de vennootschap oordeelde het Hof van Beroep als volgt:
Bovenstaande rechtspraak toont aan belastingplichtige steeds dient na te gaan bij het uitvoeren van bepaalde (investerings)werken m.b.t. een woning in een vennootschap of deze kosten aanvaardbaar zijn als aftrekbare beroepskosten in de zin van artikel 49 WIB92 (in de ruimere zin: of de BTW op deze kosten/investeringen in aanmerking komen voor BTW-aftrek). Volgens het Hof is het niet omdat de fiscale administratie in het verleden bepaalde kosten heeft aanvaard (volgens een bepaald %) dat dit een vrijgeleide is voor de latere kosten die nog zullen worden gemaakt – zij het minstens een vertrouwen zou moeten wekken ten aanzien van de administratie als het gaat om gelijkaardige kosten/investeringen.
Bijzonder is wel dat deze kosten niet worden aanvaard, hoewel de vennootschap toch een omvangrijke jaarlijkse huurvergoeding van 70.000 EUR ontvangt voor het privégebruik van de woning (85%), oftewel bijna 5.850 EUR per maand – hetgeen toch een belastbaar inkomen is voor de vennootschap zoals vereist door artikel 49 WIB92 (ongeacht of deze vergoeding de gedane kosten/investeringen nu dekt of niet – enige opportuniteitsbeoordeling bij de toepassing van artikel 49 WIB92 is nochtans verboden)… .
Ellen Vandingenen – Senior Associate (ellen.vandingenen@tiberghien.com)
Stevo Gatsos – Associate (stevo.gatsos@tiberghien.com)
Bron : Tiberghien Advocaten