Sinds 1 januari 2025 genieten werknemers die hun rechten met betrekking tot het minimumloon opeisen, van een versterkte bescherming. De nieuwe wetgeving verbiedt werkgevers om nadelige maatregelen tegen hen te nemen, inclusief ontslag, behalve om redenen die losstaan van de klacht.
De wet van 17 december 2024, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 december 2024, zet de Europese richtlijn 2022/2041 over adequate minimumlonen om in Belgisch recht. De belangrijkste doelstellingen van deze richtlijn zijn:
Op wie zijn deze nieuwe maatregelen van toepassing?
De maatregelen betreffen:
Wanneer een werknemer een klacht indient tegen zijn werkgever (intern, bij de inspectiediensten of via de rechter), kan de werkgever:
De beschermingsperiode bedraagt 12 maanden vanaf het indienen van de klacht. Indien een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt de bescherming verlengd tot drie maanden na de definitieve gerechtelijke beslissing.
Tijdens de beschermingsperiode kan de werkgever:
De werknemer kan de werkgever ook vragen om hem schriftelijk de redenen voor het ontslag te verstrekken.
De versterkte beschermingen zijn van kracht sinds 31 december 2024.
Deze hervorming beoogt een versterkte bescherming van de rechten van werknemers inzake minimumloon te garanderen, door hen in staat te stellen misbruiken aan te klagen zonder vrees voor represailles. Werkgevers zijn nu verplicht om elke nadelige maatregel of elk ontslag te rechtvaardigen, op straffe van aanzienlijke financiële sancties.
Wettelijke bron:
Wet van 17 december 2024 houdende gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende adequate minimumlonen in de Europese Unie, B.S. 31 december 2024.