Accountants moeten beseffen dat ethiek met stip stijgt op de waardenladder, ook bij familiebedrijven

Ook tijdens de coronacrisis hebben veel ondernemers – zelfs op ogenblikken dat ze zelf in de grootste onzekerheid vertoefden over de toekomst van hun bedrijf – getoond dat ze het hart op de juiste plaats hadden. Dat ze bereid waren om met de creativiteit die hen eigen is en die ervoor gezorgd heeft dat ze gekomen zijn waar ze nu staan, inspanningen te leveren om pragmatische oplossingen aan te dragen voor de crisis.


Bedrijven stelden, geïnspireerd door hun leiders, servers, mondmaskers, tijd en raad ter beschikking. Ze bewezen dat de titel van het boek van Rutger Bregman dat zegt dat de meeste mensen deugen niet uit de lucht is gegrepen.


Had die goedhartigheid ook financiële consequenties? Zeer zeker ! Maar voor één keer verdween de aandacht daarvoor naar de achtergrond. Boekhoudkundig mochten ze worden afgevinkt als onvoorziene kosten. Ze waren minder belangrijk dan de acties zelf. Voor één keer ? Dat is lang niet zeker. Want ethiek is met stip aan het stijgen op de waardenladder en het is belangrijk dat ook accountants dat goed beseffen en er rekening mee houden.


Volgens Kees Klomp, de oprichter van Thrive Institute, (www.thriveinstitute.nl) die zich in Nederland opwerpt tot grote pleitbezorger van de betekeniseconomie, is het de jongste jaren ook al bij de grote conglomeraten doorgedrongen dat ethiek even belangrijk wordt als arbeid en kapitaal. En niet langer op de manier waarop industriëlen met een soort afkopen van aflaten aan “goede werken” en filantropie deden, maar wel als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.


En Morten Bennedsen, hoogleraar aan de INSEAD-businessschool die gespecialiseerd is in familiebedrijven, stelt vast dat er met name bij de kinderen die binnen de familiebedrijven voor de opvolging moeten zorgen, een grote belangstelling bestaat om zich ethische principes eigen te maken.


Op 13 juni trok het door Insead georganiseerde webinar, met de titel "Familiebedrijf: een kracht voor het goede", meer dan 400 deelnemers uit 57 landen. "Het bewijst”, aldus Bennedsen, “dat jonge ondernemers een stap verder willen gaan dan de filantropie van hun voorvaderen, omdat ze beseffen dat de vraag niet langer is hoe het geld zal worden herverdeeld, maar wel hoe het werd verdiend. De jongere generatie zet ouders onder druk om bedrijfsmodellen uit te vinden die volop rekening houden met mensenrechten, gendergelijkheid of de opwarming van het klimaat.”


Dat heeft ook consequenties voor de relaties tussen de ondernemer en de accountant. Die laatste moet nog beter dan hij altijd al gewoon was om te doen het evenwicht in het oog weten te houden tussen kosten, investeringen, opbrengsten en winsten. Want uitgaven die erop gericht zijn om bijvoorbeeld de diversiteit en de inclusiviteit bij een bedrijf te verhogen, kunnen niet langer worden afgedaan als loutere kosten. Het zijn investeringen die ook de ethische waarde van het bedrijf een duwtje in de rug geven en dus ook een niet te onderschatten financiële waarde hebben.


Accountants en ethiek, is te lang een tandem geweest waarover een verkeerde perceptie bestand. De nieuwe tijden bieden accountants nu een uitstekende kans om die perceptie bij te stellen. Uit de grote belangstelling van jonge ondernemers voor dit onderwerp blijkt wel degelijk dat bedrijven daarvoor op hun accountants rekenen.


Bron: Linkedin

Mots clés