Bedrijven kijken in 2023 aan tegen een kosten-tsunami van 35 à 55 miljard €

Twee keer per jaar bevraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zijn sectorfederaties om de economische temperatuur op te meten. Op basis van die enquête (afgenomen in november) wordt dan de balans opgemaakt van de Belgische economische situatie en van de vooruitzichten voor het komende halfjaar.

  • Tussen midden 2021 en midden 2023 betekent de loutere automatische loonindexering een loonkostenstijging van 25 à 30 miljard euro voor alle Belgische bedrijven samen.
  • In totaal zal de explosie van de gas- en elektriciteitsprijzen de Belgische bedrijven 10 à 25 miljard euro extra kosten, afhankelijk van de vraag of we de huidige hoge prijzen blijven zien dan wel of we terugkeren naar de nog veel hogere prijzen van midden december.
  • Het VBO vreest dat de Belgische inflatie in 2023 hoger zal blijven dan momenteel verwacht door het FPB en de NBB, en vooral dat ze aanzienlijk hardnekkiger zal blijken te zijn dan in de ons omringende landen.
  • Er is nood aan een doortastend competitiviteitspact, een monitoring van onze concurrentiehandicap en een structurele lastenverlaging van de patronale bijdragen.

Hoge kosten zorgen voor daling rendabiliteit en prijsverhogingen

Uit de bevraging van het VBO blijkt dat het eerste halfjaar van 2023 uiterst moeilijk wordt voor het Belgische bedrijfsleven. Veel bedrijven zullen hun vaste contracten voor gas en elektriciteit in die periode zien aflopen en daarna geconfronteerd worden met energieprijzen die drie- (prijzen van begin januari 2023) tot zevenmaal (prijzen van midden december 2022) hoger liggen dan normaal. In totaal zal de explosie van de gas- en elektriciteitsprijzen de Belgische bedrijven 10 à 25 miljard euro extra kosten.

Daarenboven zullen een aantal grote sectoren die rond de jaarwisseling indexeren hun loonkosten in één klap met 11% zien stijgen. Maar ook in alle andere sectoren zijn de loonkosten door de indexering het voorbije anderhalf jaar minstens even sterk gestegen. Tussen midden 2021 en midden 2023 zal de loutere automatische loonindexering de loonkosten voor alle Belgische bedrijven met ongeveer 18% opdrijven, een kostenstijging met nog eens 25 à 30 miljard euro voor alle Belgische bedrijven samen.

In die context is het geen verrassing dat al onze sectorfederaties (op de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit en gas na) een daling van hun rendabiliteit verwachten in de komende 6 maanden. Een situatie die zich niet meer heeft voorgedaan sinds eind 2008, in volle financiële crisis.

Sommige bedrijven hebben zich al wat voorbereid op die kostenexplosie door (waar mogelijk) hun verkoopprijzen geleidelijk op te trekken en financiële buffers aan te leggen om periodes van operationeel verlies in de komende maanden te kunnen overbruggen/overleven. Voor veel andere bedrijven was dat tot nu toe echter geen optie omdat zij opereren in uiterst competitieve markten en hun klanten geen of nauwelijks prijsverhogingen tolereren. Eens de kostentsunami begin 2023 echter voor alle bedrijven effectief aan land is gekomen, zullen die laatsten toch moeten overgaan tot substantiële prijsverhogingen.

Vooruitzichten: hardnekkige inflatie en economische krimp

Het VBO vreest dan ook dat de Belgische inflatie in 2023 hoger zal blijven dan momenteel verwacht door het FPB en de NBB en vooral dat ze aanzienlijk hardnekkiger zal blijken te zijn dan in de ons omringende landen. Wat uiteraard betekent dat de loon-prijsspiraal langer zal blijven draaien en dat de loonkosten voor de bedrijven nog veel verder zullen ontsporen.

Daarnaast is het VBO ervan overtuigd dat alle prijsverhogingen die in de eerste maanden van 2023 nog in de pijplijn zitten, de Belgische producten nog verder uit de markt prijzen met op middellange termijn een aanzienlijke impact op de verkochte volumes zowel op de binnenlandse (fenomeen van de grensaankopen en importsubstitutie) als op de buitenlandse markt.

In deze uiterst moeilijke en onzekere context schroeven de Belgische bedrijven hun investeringen vandaag al geleidelijk terug, ook om te zorgen voor voldoende cashflowbuffers. Volgens de enquête zal die neerwaartse investeringstendens in de komende maanden nog aan kracht winnen.

Dat alles leidt onvermijdelijk tot een groeivertraging die wellicht groter zal zijn dan wat de meeste conjunctuurinstituten vandaag verwachten. Het VBO vreest een recessie die haar dieptepunt pas zal kennen rond het midden van 2023. Pas tegen eind 2023 kan er zich een voorzichtig conjunctureel herstel aftekenen. Jaargemiddeld zou de Belgische economie in 2023 een krimp kennen van -0,5 à
-1%.

Beleidsaanbevelingen

Het VBO dringt aan bij de verschillende regeringen die ons land rijk is om werk maken van structurele hervormingen (fiscaal, arbeidsmarkt, pensioenen …) die het groeipotentieel van onze economie en onze bedrijven op korte, middellange en lange termijn versterken.

Daarvoor is er eerst en vooral nood aan een doortastend competitiviteitspact dat tot doel heeft de concurrentiekrachthandicap die we in 2022-2023 aan het opbouwen zijn (5,7%), zo snel mogelijk weer weg te werken. Als eerste stap daarin is het alleszins noodzakelijk dat de federale regering zo snel mogelijk een KB neemt dat de loonnorm voor 2023-2024 vaststelt op 0%. Wat zeker niet wenselijk is, is om bovenop die enorme loonkostenstijgingen, nog eens extra ruimte te creëren voor een eenmalige (energie)premie, zoals de regering blijkbaar beoogt met haar IPA-bemiddelingsvoorstel.

Maar dat is op zich niet voldoende.

Wat ook kan helpen is het structureel maken van de tijdelijke lastenverlaging van 7,07% van de patronale bijdragen, die is voorzien in het eerste halfjaar van 2023. Dat zou de handicap van 5,7% alvast wat kunnen terugbrengen tot nog 4,3%.

Daarnaast is het cruciaal dat er een zesmaandelijkse monitoring wordt opgestart van onze concurrentiekrachthandicap. Als de vastgestelde handicap in het komende jaar rond zijn huidige peil blijft hangen, moeten meer ingrijpende maatregelen worden overwogen, zoals bijvoorbeeld een klassieke indexsprong, een valorisatie van de index of een indexuitstel gekoppeld aan een belastingverlaging voor de lage lonen (zoals bijvoorbeeld in Luxemburg is gebeurd).

“2023 dient zich aan als een bijzonder zwaar jaar voor Belgische ondernemingen, met een hogere inflatie dan algemeen aangenomen wordt en een verdere verslechtering van de concurrentiepositie én de rendabiliteit van onze bedrijven. Dit alles vereist vandaag doortastende maatregelen op drie vlakken: (1) een fiscale en sociale standstill om het systematisch doorschuiven door de overheid van extra kosten naar de bedrijven te stoppen, (2) een doortastend competitiviteitspact met een monitoring van onze concurrentiehandicap en een structurele lastenverlaging van de patronale bijdragen, en (3) een aanpassing van de modaliteiten van de automatische loonindexering in geval van een galopperende inflatie, zoals het IMF in zijn recent verslag over de Belgische economie suggereerde. Het wordt tijd dat de beleidsmakers beseffen dat de recessie wellicht harder zal bijten dan velen denken en dat enkel een structurele versterking van de economische motor onze jobs en welvaart kan redden”, aldus Pieter Timmermans, CEO van het VBO.

U kan de volledige analyse in bijlage lezen.




Bron : VBO, perscommuniqué, januari 2023



Mots clés

Articles recommandés

Waarom wij beter tegen crisissen kunnen dan onze buurlanden ?

De inflatie gaat in december van 3,20% naar 3,16%.

Record in de horeca: bijna de helft van de werknemers studeert nog