België is wereldtop inzake o&o, maar zonder steun voor de innovatie van vandaag, stokt de vooruitgang van morgen

België is het voorbije decennium opgeklommen naar de Europese top inzake investeringen in onderzoek & ontwikkeling (O&O). Die koppositie kwam er echter niet zomaar. Op woensdag 28 september organiseerde het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) een studiedag, met als slotspreker minister van Financiën Vincent Van Peteghem, om te onderzoeken welke factoren ertoe hebben geleid dat we onszelf innovatieleider mogen noemen en wat de toekomst brengen zal. Uit die studiedag blijkt dat we ons leiderschap vooral te danken hebben aan een competitief O&O-netwerk van regionale en federale overheden, onderwijs- en kennisinstellingen en grote en kleine bedrijven, geruggensteund door een fiscaal instrumentarium van wereldklasse.

Het VBO blijft dan ook onophoudelijk pleiten voor het inzetten op de uitbouw van innovatieve productie in België en het behoud van de fiscale pijlers van ons jarenlang opgebouwde en succesvolle O&O-beleid.

Cijfers die tijdens de studiedag werden voorgesteld toonden aan dat België op 10 jaar tijd van de Europese middenmoot opklom naar de Europese top. In die tijd stegen de O&O-uitgaven in België van 2% in 2009 naar meer dan 3% van het bbp in 2019. Een prestatie die ons in de top vijf van de wereld en op de derde plaats in Europa plaatst op het vlak van O&O-uitgaven. Als we enkel kijken naar de O&O-uitgaven van onze bedrijven, dan halen we zelfs een vierde plaats mondiaal en een Europese tweede plaats, na Duitsland.

Bedrijven grootste drijfveer van O&O in België

Bedrijven nemen zo’n 75% van de O&O-investeringen in ons land voor hun rekening, op grote afstand gevolgd door overheid en hoger onderwijs, waardoor ze de drijvende kracht vormen achter de snelle spurt die van België een innovatieleider op wereldvlak maakte. Zo investeert ons land dankzij de groeiende O&O-budgetten van bedrijven voor het eerst meer dan 3% van het bbp in onderzoek en ontwikkeling (in 2010 was dat nog 1,92% van het bbp). Het verklaart in grote mate waarom ons land een sterk competitief voordeel heeft wat O&O-activiteiten en innovatie betreft, met o.a. spill-overs naar andere economische actoren, tegenover onze buurlanden Duitsland en Frankrijk, en tegenover andere sterke O&O-landen. Bedrijven in België doen nu eenmaal meer aan O&O.

O&O, dé tewerkstellingsmotor in België

Het feit dat België wereldtop is in O&O-investeringen vertaalt zich ook in concrete uitkomsten. Uit onze studie blijkt dat het aantal tewerkgestelde onderzoekers op twintig jaar tijd meer dan verdubbelde (+ 44.133 jobs). Die jobcreatie gebeurde evenwel voornamelijk vanaf 2009: ongeveer 75% van de nieuwe jobs werd gecreëerd in de periode 2009-2019. Dat zien we ook in de gemiddelde jaarlijkse groeicijfers: in de periode 2002-2008 steeg het aantal jobs gemiddeld met 3,6%, in de periode 2009-2019 bedroeg die stijging 5,0%. Het opdrijven van de O&O-uitgaven in België deed met andere woorden de aangroei van jobmogelijkheden voor onderzoekers met meer dan een derde (36%) toenemen.

Maar O&O is meer dan enkel de tewerkstelling van onderzoekers, ook het personeel dat technische en logistieke ondersteuning biedt, is rechtstreeks verbonden aan de O&O-activiteiten. Ook daar zien we een sterke stijging: in de periode 2009-2019 nam het aantal overige O&O-personeelsleden toe met ongeveer 23.393, dat is gelijk aan 86% van de jobcreatie in de periode 2002-2019. De O&O-intensivering had hier zelfs een veel sterkere impact: de groei in de periode 2009-2019 (4,3%) was zowat anderhalf keer zo groot als in de voorgaande periode.

Naast tewerkstelling is ook het aantal octrooiaanvragen en -toekenningen een belangrijke graadmeter. Vanuit België is het aantal octrooiaanvragen bij het Europees Octrooibureau geleidelijk met 19% gestegen. Ook zien we een sterke stijging van het aantal octrooitoekenningen. Die zijn zelfs meer dan verdubbeld.

“Sommigen willen onze leiderspositie in onderzoek & ontwikkeling op de helling zetten door de discussie over de efficiëntie van O&O-stimuli aan te zwengelen. Als je kijkt naar de effectieve output van bedrijven inzake tewerkstelling, octrooiaanvragen en -toekenningen, dan begrijp ik die kritiek helemaal niet”, zegt Pieter Timmermans, CEO van het VBO. “Het is alsof de beleidsmakers na het halen van 20 medailles op de Olympische Spelen zouden zeggen: ‘Prima prestatie. Ons structureel sportbeleid en dito ondersteuning deden hun werk. Laten we er maar mee stoppen.’ Dat zou ongelooflijk kortzichtig zijn en geeft het totaal verkeerde signaal aan de atleten en de volledige sportwereld. Precies hetzelfde geldt voor innoverend ondernemerschap. Laten we onze bedrijven alle kansen geven om te kunnen blijven winnen als innovatieleiders. Daar plukken we met zijn allen de vruchten van.”

Bron : VBO, press, September 2022

Mots clés

Articles recommandés

Masp: NCTS fase 5 – verplicht gebruik vanaf 9 december 2024

5de Multilateral Assessment voor België tijdens COP29 (Bakoe)

Bijna één op de vijf zorgbedrijven zet flexi-jobbers in