BeMob-enquêtes: alsmaar meer Belgen op de fiets!

Alsmaar meer Belgen verplaatsen zich per fiets, vooral om naar het werk te gaan. De laatste enquêtes van de FOD Mobiliteit en Vervoer over de verplaatsingen van de Belgen tonen welke maatregelen het meest bevorderlijk zijn voor het gebruik van de fiets. Dat zijn: betere fietsinfrastructuur, financiële prikkels zoals de verhoging van de kilometervergoeding, en beveiligde en overdekte fietsenstallingen.

De federale Minister van Mobiliteit: “Fietsen is goed voor de gezondheid, de portemonnee en het klimaat: de fiets heeft dus alle troeven in handen om een succes te zijn - en daar ben ik uiteraard blij om! Deze trend is vooral bemoedigend omdat hij zich onder meer voordoet bij woon-werkverplaatsingen: een segment met een groot potentieel om een modal shift naar de meest milieuvriendelijke vervoerswijzen te bewerkstelligen.

De FOD Mobiliteit heeft in de periode 2022-2023 drie enquêtes uitgevoerd over de verplaatsingen van de Belgen. De laatste resultaten werden op maandag 15 april gepubliceerd. De onderwerpen waren


Een van de meest opvallende bevindingen is dat de drie enquêtes de groeiende populariteit van de fiets bevestigen.

Meer dan één Belg op twee in het zadel

De enquête over vervoerswijzen toont aan dat het openbaar vervoer en de fiets de twee belangrijkste alternatieven zijn voor de auto, die niettemin een van de meest gebruikte vervoerswijzen in België blijft. Het openbaar vervoer wordt door een groter deel van de respondenten gebruikt (67%), terwijl het gebruik van steps en andere voortbewegingstoestellen voor micromobiliteit eerder marginaal blijft (7%) volgens deze studie die in 2023 werd uitgevoerd.

Op het moment van de bevraging van de Belgen beweert meer dan de helft van de volwassenen (57%) de fiets te gebruiken. Er zijn wel duidelijke verschillen tussen de gewesten. In Vlaanderen geniet de fiets een uitzonderlijke populariteit: 75% van de Vlamingen beweert de fiets te gebruiken, tegenover slechts 31% van de Walen en 37% van de Brusselaars. In Vlaanderen en Brussel wordt de fiets vooral gebruikt voor utilitaire verplaatsingen zoals woon-werkverkeer, boodschappen doen of om zich naar een vrijetijdsactiviteit te begeven. In Wallonië is fietsen momenteel meer een recreatieve activiteit.

Een andere indicator die getuigt van de groeiende populariteit van het stalen ros is dat bijna een derde van de fietsers (30%) van plan is om de fiets nog meer te gaan gebruiken. Bovendien verklaart 17% van de niet-fietsers te willen starten met fietsen. Hoewel een modal shift niet systematisch zou zijn (een deel van deze nieuwe verplaatsingen per fiets zijn bijkomende recreatieve verplaatsingen), tonen de resultaten aan dat de auto de meest vervangen vervoerswijze zou zijn.

1 op 3 Belgen gaat met de fiets naar het werk

In België bedraagt de gemiddelde afstand tussen de woonplaats en het werk 21,2 km.

In 2023 gebruikte 32% van de Belgische werknemers de fiets voor hun woon-werkverplaatsingen, of het nu om hele traject ging of slechts een deel ervan (bijvoorbeeld om de afstand naar het openbaar vervoer te overbruggen). Dit is een verdere stijging ten opzichte van 2019 (het referentiejaar vóór Covid), toen 28,9% van de werknemers per fiets naar het werk ging.

Het openbaar vervoer - treinen, bussen, trams en metro's - hervindt zijn niveau van voor de pandemie, met respectievelijk ongeveer 15% en 19%.

"De systematisering en verhoging van de kilometervergoeding voor dagelijkse fietsers, in combinatie met de afschaffing van het plafond voor werkgeversbijdragen, zijn duidelijk een doeltreffende stimulans voor het gebruik van de fiets om zich naar het werk te begeven. Dit is heel goed nieuws, ook voor werkgevers, aangezien fietsen net zo goed is voor het moreel als voor de fysieke gezondheid van werknemers. Dit verheugt me, net als het toegenomen gebruik van het openbaar vervoer, dat nog verder zal worden aangemoedigd door de verlaging van de persoonlijke bijdrage van werknemers die geen derdebetalersregeling genieten. Dit kan leiden tot een jaarlijkse besparing die in de honderden euro's loopt, wat een spectaculaire en nuttige stimulans is voor de betrokkenen", zegt de federale Minister van Mobiliteit over de woon-werkverplaatsingen.

De opkomst van de elektrische fiets ten voordele van de modal shift

In de BeMob-enquêtes werd ook gekeken naar de elektrificatie van fietsen en de impact daarvan. In één jaar tijd (tussen 2022 en 2023) is het aantal gebruikers van EOF’s gestegen van 24% naar 28%. Dit is een trend die vooral merkbaar is buiten de steden.

De elektrische fiets prijkt ook bovenaan als we naar de aankoopintenties kijken met meer dan 10% van de respondenten die van plan zijn er een te kopen in de komende 2 jaar, terwijl dit 4% is voor niet-elektrische fietsen en dit ongeacht de leeftijd van de bevraagden. De resultaten suggereren dat het gebruik van de elektrische fiets, na zich voornamelijk te hebben ontwikkeld in de leeftijdsgroep 54+, zich geleidelijk zou moeten uitbreiden naar alle leeftijdscategorieën.

De hoge vlucht die elektrische fiets kent, houdt een grotere gebruiksfrequentie van de fiets in, vooral op de woon-werktrajecten.

Het gebruik van een elektrische fiets heeft echter geen invloed op het aantal of de ernst van fietsongevallen.

10% van de Belgen gebruikt de fiets om zich naar het station te begeven

In het hoofdstuk over de multimodaliteit zijn de meest genoemde manieren om zich naar het station te begeven, de wagen met 42% (als bestuurder of passagier), te voet met 27%, het openbaar vervoer met 20% en de fiets met 10%.

Van de personen die zich per fiets naar het station begeven, maakt 95% gebruik van een vrij toegankelijke fietsenstalling en 5% van een stalling met toegangscontrole. De belangrijkste bekommernissen van deze gebruikers zijn het gebrek aan ruimte en veiligheid in deze stallingen.

Daarnaast neemt 7% van de treingebruikers zijn fiets soms mee aan boord van de trein. Onder hen maakt ongeveer 1/3 gebruik van een vouwfiets en 2/3 van een niet-vouwfiets. De meest aangehaalde redenen om de fiets mee te nemen op de trein zijn “op vakantie gaan” (43%) en “zich verplaatsen in het kader van vrijetijdsbesteding” en “zich van de woonplaats naar de werkplek begeven” (28%).

Deze cijfers tonen overduidelijk het enthousiasme van de burger voor de fiets. Het is aan ons, op alle bestuursniveaus, van de gemeenten tot Europa, via de gewesten en de federale overheid, om deze beweging in goede banen te leiden en er alles aan te doen opdat het volledige potentieel van de fiets zich in België kan ontvouwen. De infrastructuur verbeteren, beveiligde fietsenstallingen installeren, de combinatie van trein en fiets aanmoedigen (door het aantal beschikbare plaatsen aan boord te verhogen, het netwerk van deelfietsen in stations te ontwikkelen, met de reisplanner “Bike OnTrain”, ...), het gebruik van de fiets aanmoedigen door een verhoogde en veralgemeende kilometervergoeding, maar ook door de strijd tegen fietsdiefstal op te voeren. Dit is het beleid dat we voeren en zullen voortzetten om onze mobiliteit dag na dag te verbeteren!”, besluit de minister van Mobiliteit.


Mots clés