Circulaire 2018/C/113 over de vrijstelling van bepaalde overuren in de horeca

Op 02/10/2018 publiceerde de Algemene Administratie van de Fiscaliteit een omzendbrief inzake de uitbreiding van de vrijstelling van overuren in de horecasector naar de vrijwillige overuren zonder overloon.



Welke maatregel?

Deze circulaire bespreekt een uitbreiding van de vrijstelling van bepaalde overuren gepresteerd door werknemers die voltijds zijn tewerkgesteld in de horecasector.


Voortaan kunnen ook vrijwillige overuren gepresteerd in de horeca in aanmerking komen voor de voordelige fiscale overurenregeling, mits de werkgever een geregistreerd kassasysteem gebruikt en beperkt tot maximum 360 overuren.


Voor wie?

Deze maatregel is enkel van toepassing voor werkgevers en werknemers die in hoofdzaak een activiteit uitoefenen in de horecasector, nl. zij die vallen:

  • onder het paritair comité voor het hotelbedrijf (paritair comité nr. 302);
  • onder het paritair comité voor de uitzendarbeid (paritair comité nr. 322) indien de gebruiker valt onder het paritair comité van het hotelbedrijf (paritair comité nr. 302).


Uitbreiding van de vrijstelling van overuren in de horeca

Bestaande regeling

Om werknemers in deze arbeidsintensieve sector flexibeler te kunnen inzetten, werden ongeveer twee jaar geleden fiscale maatregelen genomen.

Eén van die maatregelen is een belastingvrijstelling (1) (en vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen) voor overuren die:

  • beantwoorden aan de definitie van overuur in de horecasector (art. 3, 5°, W. 16.11.2015 dat betrekking heeft op de uren beoogd in art. 26bis, § 2bis, derde lid, W. 16.03.1971; de volledige wettelijke referenties zijn opgenomen op het einde van dit document);
  • worden vergoed zonder overloon;
  • niet worden ingehaald door de werknemer (geen inhaalrust);
  • worden verantwoord door een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid;
  • worden gepresteerd door voltijdse werknemers in de horecasector.


(1) Deze belastingvrijstelling is voorzien in art. 38, § 1, eerste lid, 30°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).

Deze overuren worden hierna 'niet in te halen overuren' genoemd.


Waaruit bestaat het fiscaal voordeel?


Een beperkt aantal overuren is volledig vrijgesteld van belasting (en sociale bijdragen).


2) Eventueel te beperken in functie van de duur van het belastbaar tijdperk, zie nr. 13 van deze circulaire.
(3) Het gaat om het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30.12.2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.


Alle informatie over het geregistreerd kassasysteem is te raadplegen op:https://www.geregistreerdkassasysteem.be/nl.


Voor meer informatie, zie de FAQ 'Horeca – Flexi-jobs en overuren', gepubliceerd op www.fisconetplus.be.


Vrijwillige overuren

Naast de 'niet in te halen' overuren, beoogd in art. 26bis, § 2bis, W. 16.03.1971, die recht kunnen geven op de voormelde fiscale vrijstelling, zijn er ook de 'vrijwillige' overuren, beoogd in art. 25bis van dezelfde wet (volledige wettelijke referenties aan het einde van dit document).


Sinds begin 2017 voorziet het arbeidsrecht dat werknemers maximum 100 vrijwillige overuren kunnen presteren per jaar.

Deze overuren moeten niet noodzakelijk worden gemotiveerd door een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid.


Voorafgaandelijk aan het presteren van deze uren, moet de werknemer een schriftelijke overeenkomst sluiten met zijn werkgever. Dat akkoord is zes maanden geldig en kan worden vernieuwd.


Deze overuren geven in principe recht op een overloon, maar worden niet ingehaald door de werknemer (geen inhaalrust).


Op sociaal en arbeidsrechtelijk vlak worden de volgende wijzigingen aangebracht (4):

  • de limiet van 100 vrijwillige overuren wordt voor de horecasector verhoogd tot 360 uren, op voorwaarde dat de werkgevers, of in geval van uitzendarbeid, de gebruikers, in elke plaats van uitbating gebruik maken van hetgeregistreerd kassasysteem ('witte kassa') en dit hebben aangegeven bij de belastingadministratie;
  • op deze 360 vrijwillige overuren is geen overloon verschuldigd;
  • deze 360 vrijwillige overuren in de horecasector zijn vrijgesteld van sociale bijdragen indien de werknemer die de overuren maakt, voltijds is tewerkgesteld.


(4) Art. 48 en volgende, W. 15.01.2018 houdende diverse bepalingen inzake werk (BS 05.02.2018).


Op fiscaal vlak wordt de vrijstelling van de niet in te halen overuren uitgebreid naar de hiervoor vermelde 360 vrijwillige overuren in de horecasector (5). De fiscale vrijstelling van de vrijwillige overuren geldt dus:

  • op voorwaarde dat de werkgevers, of in geval van uitzendarbeid, de gebruikers, in elke plaats van uitbating gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem en dit hebben aangegeven bij de belastingadministratie;
  • en indien de werknemer die de overuren presteert, voltijds is tewerkgesteld.


(5) Zie art. 38, § 1, eerste lid, 30°, WIB 92 en art. 48, W. 15.01.2018, dat de definitie van 'overuur in de horecasector'zoals bepaald in art. 3, 5°, W. 16.11.2015, vervangt.


Voor de toepassing van de sociale en fiscale vrijstelling en om te bepalen of er overloon verschuldigd is, moetenbeide categorieën van overuren, nl. niet in te halen overuren en vrijwillige overuren, samengeteld worden.


Voorbeeld: Bij werkgevers die gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem kunnen 360 niet in te halen overuren en 360 vrijwillige overuren worden gepresteerd. De vrijstellingen op het vlak van sociale zekerheid, fiscaliteit en overloon, zullen echter slechts gelden voor een totaal van 360 overuren.


Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de werkgevers die geen geregistreerd kassasysteem gebruiken.

Voor die werkgevers blijft de vrijstelling beperkt tot 300 'niet in te halen' overuren en geen enkel 'vrijwillig' overuur kan worden vrijgesteld.


Overzichtstabel


ttp://api2.tamtam.pro/storage/uploads/blog/media-article/3747/2429521c4fda25a8d2631be2ac54d89bb16543ec.png


(6) Het gaat om het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30.12.2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen. Meer informatie op: https://www.geregistreerdkassasysteem.be/nl.

(7) Eventueel te beperken in functie van de duur van het belastbaar tijdperk, zie nr. 13 van deze circulaire.


Voor meer informatie over deze overuren kan u contact opnemen met:


FOD Sociale Zekerheid
Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower
Kruidtuinlaan 50 bus 100
1000 Brussel
02 528 60 11
social.security@minsoc.fed.be
http://www.socialsecurity.belgium.be/nl


FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Ernest Blerotstraat 1
1070 Brussel
02 233 41 11
fod@werk.belgie.be
http://www.werk.belgie.be/home.aspx


Inwerkingtreding

De wet van 15.01.2018 (BS 05.02.2018) voorziet geen specifieke datum van inwerkingtreding. De nieuwe definitie van 'overuur in de horecasector' is dus van toepassing vanaf 15.02.2018. Dit betekent dat de fiscale vrijstelling van de vrijwillige overuren van toepassing is op de vrijwillige overuren gepresteerd vanaf 15.02.2018.


Het quotum van 360 overuren moet niet geprorateerd worden voor het jaar 2018 omwille van de datum van inwerkingtreding. De vrijwillige overuren gepresteerd vanaf 15.02.2018 zijn dus beoogd voor de vrijstelling tot maximum 360 uren per jaar, ook voor het jaar 2018.


Een proratering is daarentegen wel mogelijk als de werknemer die de overuren presteert, zijn fiscale woonplaats tijdens een kalenderjaar overbrengt van België naar een andere staat of omgekeerd. Voor meer informatie hierover, zie de circulaire 2018/C/17 over de beperking van bepaalde fiscale voordelen (corrigendum van 27.02.2018).


Wetgeving

De volledige referenties van de in deze circulaire opgenomen wetteksten zijn:

  • art. 48 tot 51, wet van 15.01.2018 houdende diverse bepalingen inzake werk (BS 05.02.2018);
  • art. 38, § 1, eerste lid, 30°, Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92);
  • art. 3, 5°, wet van 16.11.2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (oorspronkelijke versie gepubliceerd in het BS van 26.11.2015);
  • art. 25bis en 26bis, § 2bis, arbeidswet van 16.03.1971 (oorspronkelijke versie gepubliceerd in het BS van 30.03.1971).


Voorbeelden

Voorbeeld 1

David werkt voltijds bij een werkgever uit de horecasector.

Die werkgever gebruikt in elke plaats van uitbating het geregistreerd kassasysteem en heeft dit aangegeven bij de belastingadministratie.


Het belastbaar tijdperk stemt overeen met het volledige kalenderjaar.


De mogelijkheden zijn de volgende:

  • omwille van een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid, kan David tot 360 niet in te halen overuren presteren per kalenderjaar (zonder overloon en zonder inhaalrust), die zijn vrijgesteld van belasting (en sociale zekerheidsbijdragen) of;
  • na het sluiten van een schriftelijke overeenkomst met zijn werkgever kan David, vanaf 15.02.2018, tot 360 vrijwillige overuren presteren (zonder overloon en zonder inhaalrust), die zijn vrijgesteld van belasting (en sociale zekerheidsbijdragen) of;
  • mits het respecteren van de voorwaarden eigen aan elk regime, kan David gedurende het jaar niet in te halen overuren en vrijwillige overuren presteren, die zullen worden vrijgesteld van belasting (en gewone sociale zekerheidsbijdragen) voor een totaal van 360 uren voor beide types van overuren samen (vb. 240 niet in te halen overuren en 120 vrijwillige overuren).


Als David overuren presteert boven de grens van 360 uren, zullen de hieraan verbonden bezoldigingen worden belast (en zullen gewone sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn).


Voorbeeld 2

Zelfde gegevens als in voorbeeld 1, maar David presteert vrijwillige overuren vóór 15.02.2018: de bezoldigingen met betrekking tot die vrijwillige overuren zullen worden belast en gewone sociale bijdragen zullen verschuldigd zijn.


Voorbeeld 3

David werkt voltijds bij een werkgever uit de horecasector die geen gebruik maakt van het geregistreerd kassasysteem.

Omwille van een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid, kan David tot 300 niet in te halen overuren presteren per kalenderjaar (zonder overloon en zonder inhaalrust), die vrijgesteld zijn van belasting (en sociale zekerheidsbijdragen). De uren die hierboven zouden worden gepresteerd, zijn niet vrijgesteld.


Geen enkel ꞌvrijwilligꞌ overuur kan worden vrijgesteld aangezien zijn werkgever geen gebruik maakt van het geregistreerd kassasysteem.


Bron; Fisconet Plus




Mots clés

Articles recommandés

Laat jouw werknemers tijdig hun overuren recupereren!

Werkgelegenheid horeca leeft verder op, mede dankzij flexi’s en studenten

Circulaire 2024/C/64 over de vrijstelling van de pensioenbonus