De nieuwe maatregel is van toepassing op werknemers die ploegen- of nachtarbeid verrichten zoals beoogd in artikel 2755, WIB 92.
Stel: een onderneming waarvan 4 werknemers in aanmerking komen voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid, wat het recht opent op een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing tot beloop van 22,8 % van hun belastbare bezoldigingen, inclusief premies.
Vóór de invoering van de maatregel, beperkte de effectieve vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing zich tot: (3 X 22,8) +15 = 83,4.
Vanaf nu, kan het tekort aan bedrijfsvoorheffing van 7,8 in hoofde van werknemer 4 gecompenseerd worden ten belope van de bij de werknemers 1 t.e.m. 3 nog ‘beschikbare’ BV, zijnde 6,6.
De totale vrijstelling bedraagt dus vanaf nu: (3 X 22,8)+15+6,6 =90
Eenvoudig gezegd, de vrijstelling van doorstorting, berekend op de totaliteit van de bezoldigingen van de werknemers die in ploegen werken, zijnde (22,8 X 4)= 91,2 mag aangerekend worden op de totaliteit van de op de betrokken bezoldigingen effectief ingehouden bedrijfsvoorheffing, evenwel zonder deze te overschrijden, en bedraagt dus (25 X 3) + 15 = 90.
De nieuwe maatregel is van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2018.
Artikels 74 en 75 van de wet van 26 maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie.
Artikel 2755, WIB 92.