Circulaire 2019/C/74 over de belastingvermindering voor premies van een rechtsbijstandsverzekering

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 24/07/2019 de circulaire 2019/C/74,

eerste commentaar op de wet van 22.04.2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering (BS 08.05.2019).


BIJLAGE: W 22.04.2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering

1. Wat verandert er in de personenbelasting?

1. Om de rechtsbijstandsverzekering toegankelijker te maken, wordt het beperkte voordeel van de vrijstelling van een premietaks voor rechtsbijstandsverzekeringen opgeheven (1) (2) en wordt een belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering ingevoerd (3).

(1) Het voordeel kwam in de praktijk neer op iets meer dan 13 euro (Kamer, zitting 2018-2019, DOC. 54 3560/001, blz. 3).
(2) Art. 24, 25 en 26, vierde lid, W 22.04.2019 en art. 1762, 12° van het Wetboek Diverse rechten en taksen.
(3) Art. 14 en 15 en art. 26, tweede lid, W 22.04.2019 en art. 14549, WIB 92.

Deze circulaire geeft een eerste commentaar over die belastingvermindering in de personenbelasting.


2. Als aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan komen de door de belastingplichtige werkelijk betaalde premiesvoor een belastingvermindering in aanmerking tot een bedrag van 195 euro per belastbaar tijdperk (4). Geïndexeerd betekent dit 310 euro voor aanslagjaar 2020 (5).

(4) Art. 15, W 22.04.2019 en art. 14549, § 1, eerste en tweede lid, WIB 92.
(5) Art. 17, W 22.04.2019 en art. 178, § 3, tweede lid, WIB 92 (Kamer, zitting 2018-2019, DOC. 54 3560/001, blz. 11).


3. De belastingvermindering is gelijk aan 40 % van het in aanmerking te nemen bedrag (6). De belastingvermindering bedraagt dus maximaal 124 euro voor aanslagjaar 2020.

(6) Art. 15, § 1, derde lid, W 22.04.2019 en art. 14549, § 1, derde lid, WIB 92.

4. De belastingvermindering wordt verleend op basis van een door de verzekeraar jaarlijks af te leveren attest (7).

(7) Art. 15, § 2, W 22.04.2019 en art. 14549, § 2, eerste en tweede lid, WIB 92.


5. Premies voor een rechtsbijstandsverzekering die in aanmerking komen voor de belastingvermindering kunnen niet als beroepskosten in mindering worden gebracht (8).

(8) Art. 13, W 22.04.2019 en art. 53, 27°, WIB 92.


2. Voor wie?

6. De belastingvermindering wordt verleend aan de belastingplichtige (natuurlijke persoon) die de in aanmerking komende premies tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk heeft betaald (9).

(9) Art. 15, W 22.04.2019 en art. 14549, § 1, eerste lid, WIB 92.


3. Onder welke voorwaarden?

7. Het moet gaan om een rechtsbijstandsverzekering in de zin van de wet betreffende de verzekeringen (10).

(10) Art. 154, W 04.04.2014 betreffende de verzekeringen.


8. De belastingplichtige moet de verzekeringsovereenkomst individueel hebben gesloten bij een verzekeringsonderneming die in de Europese Economische Ruimte is gevestigd (11). De rechtsbijstandsverzekering moet voldoen aan alle in hoofdstuk 2 van de wet van 22.04.2019 vermelde voorwaarden (zie bijlage).

(11) Art. 15, W 22.04.2019 en art. 14549, § 1, eerste lid, WIB 92.


9. De belastingvermindering wordt verleend op basis van een door de verzekeraar uitgereikt jaarlijks attest waarin wordt bevestigd dat de overeenkomst voldoet aan alle in hoofdstuk 2 van de wet van 22.04.2019 vermelde voorwaarden (12).

De koning bepaalt de vorm en de verdere inhoud van het attest en de termijn waarbinnen het moet worden afgeleverd (12).

(12) Art. 15, § 2, W 22.04.2019 en art. 14549, § 2, WIB 92.


10. In hoofdstuk 2 van de wet van 22.04.2019 (zie bijlage) worden de minimale voorwaarden vastgelegd waaraan de verzekeringsovereenkomst rechtsbijstand moet voldoen opdat de premie in aanmerking zou komen voor de belastingvermindering:

- enkel een verzekering die individueel wordt gesloten, komt in aanmerking

- worden bepaald:

* de voorwaarden inzake de verzekerden

* de gedekte geschillen

* de geschillen die door de verzekeraar mogen worden uitgesloten

* de wachttijden

* de gedekte kosten

* de maximumwaarborg

* de franchise

- de polis moet in ieder geval een bepaling bevatten die stelt dat de minimale voorwaarden van hoofdstuk 2 van de wet van 22.04.2019 van toepassing zijn.


11. Ook de premies van individueel gesloten verzekeringsovereenkomsten rechtsbijstand die lopen op 01.09.2019en die, desgevallend na wijziging voldoen aan de minimale voorwaarden van hoofdstuk 2 van deze wet, komen in aanmerking voor de belastingvermindering (13).

(13) Art. 20, W 22.04.2019.


Evenwel komen enkel de vanaf 01.09.2019 betaalde premies in aanmerking voor de belastingvermindering. Een premie kan dus niet zowel in aanmerking komen voor de vrijstelling van de premietaks als voor de belastingvermindering.


4. Vanaf wanneer?

12. De bepalingen inzake de belastingvermindering voor premies van een rechtsbijstandsverzekering en de niet aftrekbaarheid als beroepskost zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2020 op de premies die worden betaald vanaf 01.09.2019 (14).

(14) Art. 26, tweede lid, W 22.04.2019.


5. Wetgeving

- Artikelen 2 tot 20 en art. 26 van de wet van 22.04.2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering (Belgisch Staatsblad van 08.05.2019).

- Artikelen 53, 27°, 14549, 171, 5° en 6°, 178, 178/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

- Artikel 154 van de wet van 04.04.2014 betreffende de verzekeringen.

- Artikel 1762, 12° van het Wetboek diverse rechten en taksen.

- Koninklijk besluit van 15.01.2007 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een verzekeringsovereenkomst moet voldoen om te worden vrijgesteld van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen bedoeld in artikel 173 van het Wetboek diverse rechten en taksen.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés