Circulaire 2020/C/129 over de wijzigingen in de aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) van aanslagjaar 2020

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) publiceerde op 21/10/2020 de Circulaire 2020/C/129.

Bespreking van de wijzigingen in de (papieren) aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen), de voorbereiding en de toelichting van aanslagjaar 2020.


BIJLAGEN: 2


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Gemeenschappelijke wijzigingen met de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting
III. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte
IV. Voorbereiding van de aangifte
V. Toelichting bij de aangifte
VI. Bijlagen


I. INLEIDING

1. Deze circulaire bespreekt de wijzigingen in de (papieren) aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) (BNI/nat. pers.), de voorbereiding en de toelichting van aanslagjaar 2020.

Als bijlagen 1 en 2 wordt bovendien een overzicht toegevoegd van bepaalde fiscale bepalingen die voor aanslagjaar 2020 van toepassing zijn bij de verschillende categorieën van niet-rijksinwoners.


II. GEMEENSCHAPPELIJKE WIJZIGINGEN MET DE VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE IN DE PERSONENBELASTING

2. De wijzigingen die zijn aangebracht in de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting (PB) van aj. 2020 en in de daarmee verband houdende toelichting, maar die geen implicaties, specifiek voor de BNI/nat. pers. bevatten, worden hier niet besproken. In dit verband wordt verwezen naar de circ. 2020/C/102 (van 22.07.2020) over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2020.


III. SAMENSTELLING, FORMAAT EN AANTAL BLADZIJDEN VAN DE AANGIFTE

3. De aangifte in de BNI/nat. pers. (nr. 276.2) van aj. 2020 (inkomsten van het jaar 2019) bevat steeds:

- de eigenlijke 'Aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen)' (terug te bezorgen aan de belastingdienst indien de belastingplichtige zijn papieren aangifte indient)

- de 'Voorbereiding van de aangifte' (te bewaren door de belastingplichtige indien hij zijn aangifte op papier indient en als aangifte te gebruiken door de belastingplichtige die zijn aangifte indient via Tax-on-web).

Het formaat en het aantal bladzijden van deze documenten zijn niet veranderd.

In tegenstelling tot de aangifte in de PB van aj. 2020, verschilt deel 1 van de 'Voorbereiding van de aangifte' niet volgens het gewest waar de belastingplichtige in voorkomend geval moet worden gelokaliseerd voor aj. 2020. Een dergelijke lokalisatie in een gewest is immers niet stelselmatig in de BNI/nat. pers. maar:

- hangt af van het vervullen van bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de gewestelijke fiscaliteit op de belastingplichtige

- moet in ieder geval worden bepaald op basis van een aantal criteria die in principe verbonden zijn met de lokalisatie in een specifiek gewest van het merendeel van de belastbare inkomsten van de belastingplichtige

- moet in eerste instantie door de belastingplichtige zelf in zijn aangifte worden aangevraagd (door, naargelang het geval, de code 1093-71, 1094-70 of 1095-69 van vak III, A, 6 aan te kruisen). Dit is het geval omdat de administratie immers vóór het verzenden van de aangiften niet op de hoogte is van alle informatie om uit te maken of de gewestelijke fiscaliteit op de belastingplichtige al dan niet moet worden toegepast en, zo ja, in welk specifiek gewest de belastingplichtige moet worden gelokaliseerd.

De vakken IX, X en XI van de voorbereiding (waarin alle gewestelijke rubrieken zijn opgenomen) vermelden dus altijd, naast de federale rubrieken, de rubrieken betreffende de fiscale maatregelen van de drie gewesten (zie punt 11 hierna).


IV. VOORBEREIDING VAN DE AANGIFTE

4. Naast de indexering van de meeste in de voorbereiding en de toelichting vermelde bedragen volgens art. 178, § 2, § 3, 1ste lid, 2° of 2de lid, 2°, § 4 of § 6, WIB 92, is de inhoud van de voorbereiding van de aangifte van aj. 2020 op de volgende punten gewijzigd.

5. Vak II, C: schrapping van het woord 'burgerlijke' door de afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen (zie art. 59, W 17.03.2019 tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen – BS 10.05.2019 en W 23.03.2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen – BS 04.04.2019).

6. Vak III, A, 4.1: de informatie over de onderwerping aan de sociale zekerheid in België, werd opgesplitst in vier codes (1082-82, 1083-81, 2082-52 en 2083-51). De belastingplichtige en, in geval van een gemeenschappelijke aanslag, zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, dient voortaan aan te kruisen of hij/zij al dan niet aan de sociale zekerheid in België onderworpen was. De unieke code 1084-80 werd geschrapt.

7. Vak III, A, 4.3: precisering dat de meldingsplicht voor titularissen in België van meer dan één effectenrekening alleen nog geldt voor de periode van 01.01. tot 30.09.2019. Dat is het gevolg van een arrest waarin het Grondwettelijk Hof de W 07.02.2018 houdende invoering van een taks op de effectenrekeningen (BS 09.03.2018) heeft vernietigd, maar de gevolgen ervan heeft gehandhaafd voor de referentieperiodes die ten laatste op 30.09.2019 eindigen (zie arrest Grondwettelijk Hof nr. 138/2019 van 17.10.2019).

8. Vak VI, D: nieuwe rubriek alleen bestemd voor inwoners van Polen of Uruguay waarin ze hun Belgische pensioenen vermelden waarvoor ze in toepassing van artikel 18 (voor inwoners van Polen) of artikel 17 (voor inwoners van Uruguay) van het betrokken dubbelbelastingverdrag aanspraak maken op een beperking van de aldus geheven belasting.

Pensioenen en andere soortgelijke beloningen die een belastingplichtige als inwoner van Polen of Uruguay in België verkrijgt, kunnen in aanmerking komen voor een beperking van de aldus geheven belasting tot een maximum van 10 % van het brutobedrag van de betaling.

(Zie W 20.01.2017 houdende instemming met het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen, gedaan te Luxemburg op 14.04.2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Polen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Warschau op 20.08.2001 – BS 05.06.2018 en W 22.06.2016 houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek ten Oosten van de Uruguay tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het voorkomen van het ontduiken van belasting, en met het Protocol, gedaan te Montevideo op 23.08.2013 – BS 25.09.2017).

9. Vak VII, 4, c: de rubriek voor de verrekenbare bedrijfsvoorheffing ingehouden op winst of baten uit diensten verleend in het kader van de deeleconomie is geschrapt door de afschaffing van de bedrijfsvoorheffing op dergelijke inkomsten betaald of toegekend vanaf 01.01.2019 (zie nr. 14 van voornoemde circ. 2020/C/102).

10. Vak VIII, 3: verhoging van het maximumbedrag van de dividenden die van de BNI/nat. pers. zijn vrijgesteld, van 640 euro (aanslagjaar 2019 - bedrag vóór indexering: 416,50 euro) naar 800 euro (aanslagjaar 2020 - bedrag vóór indexering: 510 euro) (zie nr. 9 van voornoemde circ. 2020/C/102).

De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de inkomsten van kapitalen en roerende goederen die als zodanig belastbaar zijn in de BNI/nat. pers. (waarvan de voormelde dividenden waarvan een eerste schijf is vrijgesteld deel uitmaken) wat hen betreft, nog steeds niet regulariseerbaar in deze belasting zijn. De aan de bron verschuldigde RV vormt dus steeds de definitieve BNI/nat. pers. Daaruit volgt:

- het belastbaar bedrag van deze roerende inkomsten mag niet vermeld worden in de aangifte (geen enkele rubriek m.b.t. de roerende inkomsten is trouwens aanwezig in de voorbereiding van de aangifte)

- alleen het deel van de ingehouden RV dat betrekking heeft op het voormeld deel van de van BNI/nat. pers. vrijgestelde dividenden, kan verrekend worden met deze belasting en mag hier vermeld worden, met uitsluiting van elke andere RV met betrekking tot de inkomsten van roerende goederen en kapitalen.

11. Vak IX, vak X en vak XI: in tegenstelling tot de voorbereiding van de aangifte in de PB hernemen de vakken IX, X en XI in de BNI/nat. pers., bovenop de federale rubrieken, ook nog alle rubrieken betreffende de drie gewesten. Bijgevolg hebben bepaalde gewestelijke subrubrieken een voetnoot als:

- deze subrubrieken slechts, naargelang het geval, één of twee specifieke gewesten betreffen

- er, voor één of twee specifieke gewesten, bijzondere beperkingen van toepassing zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als een subrubriek de titel 'Leningen gesloten vanaf 2015' draagt, terwijl deze subrubriek, voor een specifiek gewest, enkel bestemd is voor leningen die gesloten zijn in 2015.

12. Vak X, I, G: ten gevolge van de afschaffing in het Vlaams Gewest van de belastingvermindering voor uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woning (zie nr. 11 van voornoemde circ. 2020/C/102), aanpassing van de voetnoot die voortaan verduidelijkt dat deze rubriek in het Vlaams Gewest alleen bestemd is voor uitgaven gedaan vóór 2019.

13. Vak X, II, H, 2: de nieuwe subrubriek voor de terugname van de voorheen verkregen federale belastingvermindering voor aandelen van groeibedrijven als de voorwaarden voor het behoud van die vermindering niet meer worden nageleefd (zie nr. 12 van voornoemde circ. 2020/C/102) betreft uitsluitend belastingplichtigen die één van de codes in vak III, A, 6 van de aangifte hebben aangekruist. De hele rubriek H is dus vergezeld van een (*).

14. Vak X, II, I: de nieuwe rubriek voor de nieuwe federale belastingvermindering voor de premies van een rechtsbijstandsverzekering (zie nr. 13 van voornoemde circ. 2020/C/102) betreft uitsluitend belastingplichtigen die de code 1093-71, 1094-70 of 1095-69 van vak III, A, 6 van de aangifte hebben aangekruist. Deze rubriek is dus vergezeld van een (**) in rood.

15. Vak XII, 2: de rubriek voor het vermelden van het refertenummer van het rekeninguittreksel is geschrapt door de afschaffing van de papieren rekeninguittreksels van de gedane voorafbetalingen. Voortaan kan de belastingplichtige een overzicht van zijn gedane voorafbetalingen raadplegen via het elektronisch platform MyMinfin (zie art. 3, KB van 21.11.2018 tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten - BS 03.12.2018 en zie ook deel III, hoofdstuk 3 van het bericht 'Inkomstenbelastingen – Voorafbetalingen aanslagjaar 2020' - BS 09.04.2020).


V. TOELICHTING BIJ DE AANGIFTE

16. Naar analogie met deel 1 van de voorbereiding, verschilt deel 1 van de toelichting ook niet volgens het gewest waar de belastingplichtige in voorkomend geval moet gelokaliseerd worden voor aj. 2020 (zie nrs. 3 en 11 hierboven).

Verder zijn de passages die wezenlijke wijzigingen hebben ondergaan, aangeduid met een rode verticale stippellijn in de marge.

Ze hebben hoofdzakelijk betrekking op de wijzigingen besproken in de nrs. 5 tot 15 hierboven, evenals op de aanpassingen besproken in de nrs. 2 en 4 tot 17 van de voornoemde circ. 2020/C/102.

De aandacht wordt eveneens gevestigd op volgende punten.

17. Vak IV, voorafgaande opmerkingen: tekstinlassingen door de invoering van de vrijstelling (onder bepaalde voorwaarden) van de bedragen verkregen bij de overdracht (dus niet bij de vestiging) van:

- een recht van erfpacht

- een recht van opstal

- een gelijkaardig onroerend recht op:

* een grond waarop een gebouw is opgericht
* een bebouwd onroerend goed
* een gebouw

(zie nr. 3 en 19 van voornoemde circ. 2020/C/102 - en zie ook circ. 2019/C/85 over de belastingvrijstelling voor overdracht van erfpacht, recht van opstal of ander gelijkaardige onroerende rechten van 05.09.2019).

18. Vak VI, D: inlassing van uitleg betreffende deze nieuwe rubriek van Belgische pensioenen van inwoners van Polen of Uruguay, waarvan sprake in nr. 8 hierboven.

19. Vak VII, 4: twee wijzigingen:

- inlassing van een uitzondering op de maandgrens van 520,83 euro waarboven de inkomsten uit occasionele diensten tussen burgers en de vergoedingen voor verenigingswerk belastbaar zijn als beroepsinkomsten. Voor bepaalde activiteiten in het kader van het verenigingswerk is die maandgrens verhoogd tot 1.041,66 euro (zie nr. 30 van voornoemde circulaire 2020/C/102 – en zie ook circ. 2019/C/38 van 02.05.2019)

- tekstaanpassingen om rekening te houden met de 'dubbele' jaargrens waarboven de inkomsten uit de deeleconomie, de inkomsten uit occasionele diensten tussen burgers en de vergoedingen voor verenigingswerk als beroepsinkomsten belastbaar zijn (tenzij de belastingplichtige het tegenbewijs levert). Om die herkwalificatie te vermijden mogen die inkomsten (zonder tegenbewijs) noch in het kalenderjaar, noch in het vorige kalenderjaar meer bedragen dan 3.830 euro (vóór indexering). Voor aanslagjaar 2020 betekent dit dat die inkomsten (zonder tegenbewijs) niet meer mochten bedragen dan 6.130 euro in 2018 en niet meer mochten bedragen dan 6.250 euro in 2019 (zie nr. 30 van voornoemde circulaire 2020/C/102).

20. Vak VIII, 3: precisering van de documenten die de belastingplichtige ter beschikking moet houden van de administratie als hij in zijn aangifte de verrekening vraagt van de roerende voorheffing ingehouden op dividenden die van de BNI/nat. pers. zijn vrijgesteld (zie nr. 24 van voornoemde circ. 2020/C/102).

21. Vakken IX, X en XI: ten opzichte van de PB, werd de uitleg aangepast rekening houdend met enerzijds, de formele en inhoudelijke aanpassingen hierboven besproken in de nrs. 11 tot en met 14, en anderzijds, bepaalde voorwaarden eigen aan de BNI/nat. pers.

22. Vak XII: tekstaanpassing om rekening te houden met de afschaffing van de papieren rekeninguittreksels van gedane voorafbetalingen en de vervanging door de digitale consultatie via MyMinfin (behalve voor belastingplichtigen die geen toegang hebben tot het digitale kanaal) (zie ook nr. 15 hierboven).


VI. BIJLAGEN

Bijlage 1: overzicht bepaalde fiscale bepalingen voor de verschillende categorieën van niet-rijksinwoners voor het aanslagjaar 2020.

Bijlage 2: overzicht bevoorrechte niet-rijksinwoners voor het aanslagjaar 2020.


Bron: FOD Financiën

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2023/C/81 over de wijzigingen in de aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) van aanslagjaar 2023

Circulaire 2023/C/50 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2023