De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 28/02/2020 la circulaire 2020/C/37. Beroepskosten voor burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters en voorzitters van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Forfaitaire bedragen voor het inkomstenjaar 2019 en 2020.
I. Principe
II. Wijziging lokaal bestuur in Vlaanderen
III. Gevolgen voor de toepassing van het bijzonder kostenforfait – uitsluiting en verruiming van het toepassingsgebied
1. De forfaitaire beroepskosten die burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters en voorzitters van het bijzonder comité voor de sociale dienst van de bezoldigingen van hun mandaat mogen aftrekken (1), zijn voor de inkomstenjaren 2019 en 2020 vastgesteld op:
(1) Overeenkomstig de bepalingen van nr. 51/39, Com.IB 92, zoals die zijn gewijzigd met de circulaire nr. Ci.RH.243/545.622 van 26.03.2002.
2. Vanaf 01.01.2019 vormen in Vlaanderen de leden van de gemeenteraad de raad voor maatschappelijk welzijn. De voorzitter van de gemeenteraad is van rechtswege de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn (2). De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft echter geen uitvoerend mandaat meer. Daarom krijgt hij voortaan geen wedde, maar wel een presentiegeld.
(2) Zie decreet van 22.12.2017 over het lokaal bestuur (BS van 15.02.2018, Ed. 1 – Erratum BS van 29.01.2019).
3. Het is het vast bureau dat voortaan de rol van uitvoerend orgaan binnen het OCMW opneemt. De burgemeester is van rechtswege voorzitter van het vast bureau en de schepenen zijn van rechtswege de leden van het vast bureau. Naast het vast bureau is het bijzonder comité voor de sociale dienst het tweede uitvoerend orgaan van het OCMW. De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst heeft een uitvoerend mandaat, en krijgt daarom ten laste van het OCMW een wedde gelijk aan de wedde van de schepenen.
4. In de zes Vlaamse randgemeenten rond Brussel (3) en de gemeente Voeren bestaat het voorzitterschap van de raad voor maatschappelijk welzijn wel nog in zijn oude vorm. Daar bekleedt de voorzitter nog steeds een uitvoerend mandaat, en ontvangt hij van het OCMW een wedde.
(3) Kraainem, Wezembeek-Oppem, Sint-Genesius-Rode, Drogenbos, Wemmel en Linkebeek.
5. In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bekleedt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn nog steeds een uitvoerend mandaat, en ontvangt hij van het OCMW een wedde.
6. Het voorgaande heeft uiteraard een weerslag op de in het nr. 1 bedoelde forfaitaire beroepskosten die burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters van de bezoldigingen van hun mandaat mogen aftrekken.
7. Het gaat hier immers om forfaitaire beroepskosten die enkel van de bezoldigingen (4) van hun mandaat mogen worden afgetrokken. Concreet betekent dit dat de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die geen uitvoerend mandaat meer bekleedt, en daarom geen wedde (bezoldiging) meer ontvangt, maar wel een presentiegeld (5), buiten het toepassingsgebied van voormeld bijzonder kostenforfait valt.
(4) In de zin van artikel 31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).
(5) Dat in dat geval kwalificeert als belastbare baten in de zin van artikel 27, WIB 92.
8. De categorie van OCMW-voorzitters die geen aanspraak kunnen maken op de toepassing van voormeld bijzonder kostenforfait kunnen dus ofwel hun werkelijke beroepskosten bewijzen die verband houden met de uitoefening van hun werkzaamheden als voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, ofwel kunnen zij aanspraak maken op het wettelijk kostenforfait (6) voor baten.
(6) Als bedoeld in artikel 51, eerste lid en tweede lid, 4°, WIB 92.
9. Gelet op de nieuwe functie binnen het OCMW, namelijk die van voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, wat wel een uitvoerend mandaat is, en waarvoor een wedde gelijk aan de wedde van schepenen wordt toegekend, wordt de toepassing van voormeld bijzonder kostenforfait voor schepenen en OCMW-voorzitters verruimd naar de voorzitters van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
10. Indien de OCMW-raad de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst verkiest binnen het vast bureau, mag die voorzitter, die daarnaast dan ook burgemeester of schepen is, het bijzonder kostenforfait (voor een burgemeester of voor een schepen) uiteraard slechts éénmaal toepassen.
Bron: Fisconetplus