Circulaire 2020/C/49 over de financiële tegemoetkoming in het kader van COVID-19 aan de aangesloten onthaalouders

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 02/04/2020 de circulaire 2020/C/49. Deze circulaire handelt over een tijdelijke maatregel die wordt genomen in het kader van het bestrijden van COVID-19 wat betreft de aangesloten onthaalouders (gezinsopvang en groepsopvang samenwerkende onthaalouders).



Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Bespreking

1. Beoogde onthaalouders
2. Huidige regeling
3. Financiële tegemoetkoming in het kader van COVID-19
4. Fiscale kwalificatie van de financiële tegemoetkoming aan de aangesloten onthaalouders

III. Duurtijd van de maatregel
IV. Wettelijke basis


I. Inleiding

1. In het kader van de strijd tegen COVID-19, heeft de minister van Financiën beslist om gelet op de hoogdringendheid en de ernst van de situatie voor de bevolking, uitzonderlijke en tijdelijke fiscale maatregelen te nemen.

2. De hier besproken tijdelijke bepaling heeft betrekking op de fiscale behandeling van de financiële tegemoetkoming aan de aangesloten onthaalouders (gezinsopvang en groepsopvang samenwerkende onthaalouders).


II. Bespreking
1. Beoogde onthaalouders

3. Deze circulaire beoogt enkel de aangesloten onthaalouders (gezinsopvang en groepsopvang samenwerkende onthaalouders) (1).

(1) Met inbegrip van de betrokken gezinsopvang en groepsopvang die eveneens buitenschoolse opvang aanbieden.


2. Huidige regeling

4. De organisator van de aangesloten onthaalouders (de vroegere dienst voor onthaalouders) betaalt een kostenvergoeding aan de kinderbegeleider (2).

(2) Kinderbegeleider die werkt volgens het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouder.

Die kostenvergoeding per effectieve opvangdag en per kind is voor die kinderbegeleider geen belastbaar beroepsinkomen. Die vergoeding mag worden geacht uitsluitend de uitgaven voor onderhoud, voeding en behandeling van de kinderen te vertegenwoordigen (3).

(3) Zie nr. 23/223, Com.IB 92.


3. Financiële tegemoetkoming in het kader van COVID-19

5. Organisatoren van kinderopvang worden door het COVID-19 virus geconfronteerd met een extreme daling van prestaties en met het niet betalen van gezinnen voor afwezigheden.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 24.03.2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang (BS 31.03.2020, ed. 1), voorziet daarom een tijdelijke financiële compensatie (subsidie) voor organisatoren van kinderopvang.

Deze maatregelen zijn nodig om de duurzaamheid van de opvang te kunnen verzekeren.

6. Volgens voormeld besluit moeten de organisatoren die werken met kinderbegeleiders in het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouders aan een aantal strikte voorwaarden voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor de subsidie (4).

(4) Zie art. 6 van het voormelde besluit.

Eén van die voorwaarden is dat zij een kostenvergoeding moeten betalen aan de kinderbegeleiders van 17,50 euro per volledige afwezigheidsdag (5) in de kinderopvanglocatie bij de kinderbegeleider (6). Deze zogenaamde kostenvergoeding wordt dus als compensatie voor de afwezigheidsdagen toegekend.

(5) Onder afwezigheidsdag wordt verstaan de opvangdag die besteld is door het gezin in het opvangplan in de schriftelijke overeenkomst tussen de organisator en het gezin, en waarop het kind afwezig is of waarop de opvang gesloten is door overmacht, in de periode dat de coronamaatregelen gelden.
(6) Of een als volgt herleid bedrag:

- voor een gereserveerde opvangdag die minder dan vijf uur en minstens drie uur bedraagt: 10,50 euro

- voor een gereserveerde opvangdag die minder dan drie uur duurt: 7 euro.


4. Fiscale kwalificatie van de financiële tegemoetkoming aan de aangesloten onthaalouders

7. De vergoedingen die kinderbegeleiders ontvangen van de organisator, zijn in principe niet belastbare kostenvergoedingen, voor zover er daadwerkelijk opvang tegenover staat (7).

(7) Zie nr. 23/223, Com.IB 92.

Vergoedingen die aan kinderbegeleiders worden toegekend voor dagen van afwezigheid, worden in principe beschouwd als een belastbaar beroepsinkomen (8).

(8) Zie het antwoord op de mondelinge parlementaire vraag nr. 10.391 van mevr. Lanjri van 20.04.2016.

8. Wanneer evenwel een vergoeding van 17,50 euro per volledige afwezigheidsdag (6) aan de kinderbegeleiders wordt toegekend binnen de voorwaarden en omstandigheden zoals bepaald in het voormelde besluit, wordt ten uitzonderlijke titel aanvaard dat deze vergoeding bij de kinderbegeleiders geen belastbaar beroepsinkomen is.

(6) Of een als volgt herleid bedrag:

- voor een gereserveerde opvangdag die minder dan vijf uur en minstens drie uur bedraagt: 10,50 euro

- voor een gereserveerde opvangdag die minder dan drie uur duurt: 7 euro.


III. Duurtijd van de maatregel

9. Deze bepaling is van toepassing op de vergoedingen voor afwezigheidsdagen die vallen in de periode waarin de maatregelen in de strijd tegen het COVID-19 virus van toepassing zijn, zijnde ten vroegste vanaf 14.03.2020 en tot de einddatum van deze periode vastgesteld door de overheid.


IV. Wettelijke basis

10. Teneinde aan de betrokkenen volledige rechtszekerheid te garanderen zal de inhoud van deze circulaire bij wet worden bekrachtigd.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2024/C/57 over de herbeleggingstermijn van gedwongen meerwaarden in geval van herbelegging in een gebouwd onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig

Circulaire 2024/C/41 over flexi-jobs: begrenzing van de fiscale vrijstelling en uitbreiding van het toepassingsgebied

Circulaire 2023/C/91 over de promotievergoeding voor het bouwbedrijf