Circulaire 2020/C/54 betreffende de tijdelijke maatregel tot vrijstelling van de btw bij invoer in het kader van de bestrijding van het Coronavirus Covid-19

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 17/04/2020 de Circulaire 2020/C/54 betreffende de tijdelijke maatregel tot vrijstelling van de btw bij invoer in het kader van de bestrijding van het Coronavirus Covid-19. Deze circulaire handelt over een tijdelijke maatregel, genomen door de Algemene Administratie van de Fiscaliteit, die bepaalde personen toelaat om in België een bepaalde categorie van goederen in te voeren met volledige vrijstelling van de btw in het kader van de bestrijding van het Coronavirus COVID-19.



Bijlage: BESLUIT (EU) 2020/491 VAN DE COMMISSIE van 3 april 2020

Gelet op het besluit van de Europese Commissie (Besluit (EU) 2020/491 van de Commissie van 03.04.2020) die de lidstaten formeel toestaat om noodzakelijke goederen in de bestrijding van het Coronavirus COVID-19 met vrijstelling van de btw in te voeren,

Gelet op artikel 27 van het koninklijk besluit nr. 7, van 29.12.1992, met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde,


Neemt de Algemene Administratie van de Fiscaliteit het volgende aan:


Op grond van artikel 27, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7, voornoemd, wordt vrijstelling van de btw verleend voor de invoer van goederen die:

  • in België voor het verbruik worden aangegeven door overheidsinstellingen of door andere instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter, welke door de minister van Financiën of zijn gemachtigde zijn erkend en
  • bestemd zijn om in België te worden aangewend voor de bestrijding van het Coronavirus COVID-19.


Het betreft een volledige vrijstelling van de btw bij invoer, welke niet is onderworpen aan het bezit van een individuele vergunning.

Een gelijkaardige maatregel is van toepassing inzake vrijstelling van invoerrechten. De toekennings- en toepassingsvoorwaarden van de douanevrijstelling (begunstigden van de vrijstelling, erkenningsprocedure, bestemming van de goederen, beoogde soort goederen, gebruik van de goederen, termijn van de maatregel …) die door de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen zijn gepubliceerd (https://financien.belgium.be/nl/douane_accijnzen/ondernemingen/corona-informatie-en-maatregelen/invoer/douane-en), zijn mutatis mutandis van toepassing op de in deze circulaire beoogde vrijstelling van de btw bij invoer.


Interne ref.: 137.460


Bijlage


BESLUIT (EU) 2020/491 VAN DE COMMISSIE van 3 april 2020

waarbij vrijstelling van rechten bij invoer en van btw op invoer wordt verleend voor goederen die nodig zijn om de gevolgen van de Covid-19-uitbraak in 2020 te bestrijden (EURLEX)


(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 2146)


DE EUROPESE COMMISSIE,


Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,


Gezien Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (1), en met name artikel 53, eerste alinea, in samenhang met artikel 131 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,


Gezien Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (2), en met name artikel 76, eerste alinea, in samenhang met artikel 131 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,


Overwegende hetgeen volgt:


(1)Op 30 januari 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de Covid-19-uitbraak als een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang aangemerkt. Op 11 maart 2020 heeft de WHO de Covid-19-uitbraak als een pandemie aangemerkt. Covid-19 heeft inmiddels tot besmettingen in alle lidstaten geleid. Door de zorgwekkende toename van het aantal gevallen en het gebrek aan middelen om de Covid-19-uitbraak het hoofd te bieden, hebben veel lidstaten de nationale noodtoestand uitgeroepen.


(2)Om de gevolgen van de Covid-19-uitbraak te bestrijden, hebben Italië (op 19 maart 2020), Frankrijk (op 21 maart 2020), Duitsland en Spanje (op 23 maart 2020), Oostenrijk, Cyprus, Tsjechië, Estland, Griekenland, Kroatië, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal en Slovenië (op 24 maart 2020), België, Bulgarije, Denemarken, Finland, Hongarije, Ierland, Luxemburg, Letland, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk (op 25 maart 2020) en Zweden en Malta (op 26 maart 2020) verzocht om ingevoerde goederen vrij te stellen van invoerrechten en van belasting over de toegevoegde waarde (btw).


(3)De Covid-19-pandemie en de extreme uitdagingen die hieruit voortvloeien, zijn een ramp in de zin van hoofdstuk XVII, punt C, van Verordening (EG) nr. 1186/2009, en hoofdstuk 4, titel VIII, van Richtlijn 2009/132/EG. Het is daarom passend om de goederen die voor de in artikel 74 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 beschreven doeleinden worden ingevoerd, vrij te stellen van invoerrechten en de goederen die voor de in artikel 51 van Richtlijn 2009/132/EG beschreven doeleinden worden ingevoerd vrij te stellen van de belasting over de toegevoegde waarde (btw).


(4)De lidstaten dienen de Commissie in kennis te stellen van het soort en de hoeveelheid goederen die met vrijstelling van invoerrechten en btw zijn ingevoerd om de gevolgen van de Covid-19-uitbraak te bestrijden, van de organisaties die zij hebben erkend om die goederen te verstrekken of ter beschikking te stellen en van de maatregelen die zijn genomen om te voorkomen dat die goederen voor andere doeleinden worden gebruikt dan voor het bestrijden van de gevolgen van deze uitbraak.


(5)Rekening houdend met de extreme uitdagingen waarvoor de lidstaten zich gesteld zien, moet de vrijstelling van invoerrechten en van btw worden verleend voor goederen die vanaf 30 januari 2020 worden ingevoerd. De vrijstelling moet tot en met 31 juli 2020 van kracht blijven. De situatie zal vóór het einde van deze termijn opnieuw worden bekeken, waarna de termijn in overleg met de lidstaten indien nodig kan worden verlengd.


(6)Op 26 maart 2020 werden de lidstaten overeenkomstig artikel 76 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en artikel 53 van Richtlijn 2009/132/EG geraadpleegd,


HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:


Artikel 1

1.Er wordt vrijstelling van rechten bij invoer in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1186/2009 verleend en van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) voor de invoer in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2009/132/EG, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)de goederen zijn bestemd om op een van de volgende wijzen te worden gebruikt:

i)ze worden gratis verstrekt door de onder c) bedoelde organen en organisaties aan de personen die getroffen zijn door of risico lopen als gevolg van Covid-19 of betrokken zijn bij de bestrijding van de Covid-19-uitbraak;

ii)ze worden gratis ter beschikking gesteld aan de personen die getroffen zijn door of risico lopen als gevolg van Covid-19 of betrokken zijn bij de bestrijding van de Covid-19-uitbraak, waarbij de goederen eigendom blijven van de onder c) bedoelde organen en organisaties;

b)de goederen voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de artikelen 75, 78, 79 en 80 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en de artikelen 52, 55, 56 en 57 van Richtlijn 2009/132/EG,

c)de goederen worden ingevoerd voor het vrije verkeer door of namens overheidsorganisaties, zoals overheidsorganen, overheidsinstanties en andere publiekrechtelijke organen, of door of namens organisaties die door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten zijn erkend.


2.Er wordt ook vrijstelling van rechten bij invoer in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en van btw voor de invoer in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), van Richtlijn 2009/132/EG van de Raad verleend wanneer de goederen worden ingevoerd voor het vrije verkeer door of namens hulporganisaties om in hun eigen behoeften te voorzien tijdens het verstrekken van noodhulp aan de personen die getroffen zijn door of risico lopen als gevolg van Covid-19 of betrokken zijn bij de bestrijding van de Covid-19-uitbraak.


Artikel 2

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 30 november 2020 de volgende informatie mee:


a)een lijst van door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten erkende organisaties, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c);

b)het soort en de hoeveelheid goederen die krachtens artikel 1 met vrijstelling van invoerrechten en btw zijn ingevoerd;

c)de maatregelen die zijn genomen om de naleving van de artikelen 78, 79 en 80 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 en van de artikelen 55, 56 en 57 van Richtlijn 2009/132/EG te garanderen met betrekking tot de onder het toepassingsgebied van dit besluit vallende goederen.


Artikel 3

Artikel 1 is van toepassing op goederen die van 30 januari 2020 tot en met 31 juli 2020 worden ingevoerd.


Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.


Gedaan te Brussel, 3 april 2020.

Voor de Commissie

Paolo GENTILONI

Lid van de Commissie


(1) PB L 292 van 10.11.2009, blz. 5.

(2) PB L 324 van 10.12.2009, blz. 23.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Gepensioneerden in de zorg : laatste kwartaal in 2024!

Masp - nieuwe planning voor IDMS

De Belgische fietssector: bijna een miljard euro waard