Circulaire 2020/C/56 over de fiscale behandeling van de mobiliteitsvergoeding

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 20/04/2020 de circulaire 2020/C/56. Deze circulaire handelt over de mobiliteitsvergoeding die wordt toegekend in bepaalde bedrijfssectoren waar de werkplaats niet vast is bepaald.


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Bespreking
III. Inwerkingtreding


I. Inleiding

1. Vanaf 01.05.2020 verhoogt op sociaal vlak het maximumbedrag van de mobiliteitsvergoeding, die wordt toegekend in bepaalde bedrijfssectoren waar de werkplaats niet vast is bepaald, van 0,1316 naar 0,1579 euro per kilometer (1).

(1) Art. 1 van het koninklijk besluit van 26.03.2020 tot wijziging van artikel 19, § 2, 4°, tweede lid, c), van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 06.04.2020).

2. Dit verhoogde maximumbedrag wordt ook gevolgd wat betreft de fiscale behandeling van de mobiliteitsvergoeding.


II. Bespreking

3. In bepaalde bedrijfssectoren, waar de werkplaats niet vast is bepaald, kan een forfaitaire regeling van terugbetaling van verplaatsingskosten, meestal 'mobiliteitsvergoeding' genoemd, worden toegepast.

Een dergelijke regeling moet beantwoorden aan de volgende voorwaarden:

  • de forfaitaire regeling van terugbetaling en de vergoedingen die zij bepaalt, moeten worden omschreven in een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten binnen een paritair orgaan en algemeen bindend worden verklaard bij koninklijk besluit.
  • het bedrag van de vergoeding mag de som van 0,1579 euro (2) per kilometer afstand (heen en terug) tussen de woonplaats en de werkplaats niet overschrijden.


(2) Bedrag van toepassing vanaf 01.05.2020.


4. Wanneer die mobiliteitsvergoeding wordt toegekend aan werknemers van wie de plaats van tewerkstelling zich ten minste 5 kilometer van de woonplaats bevindt, moet, in de mate dat zij niet hoger is dan het bedrag dat verschuldigd is in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst, die vergoeding in principe slechts voor 50 % als een belastbare bezoldiging worden beschouwd.


5. Het gedeelte van 50 % dat bij de werknemers niet belastbaar is, wordt geacht overeen te stemmen met eigen kosten van de werkgever (3).

(3) In de zin van artikel 31, tweede lid, 1°, in fine, WIB 92.


6. Het niet-belastbare gedeelte dat wordt geacht overeen te stemmen met eigen kosten van de werkgever mag evenwel niet lager zijn dan 12,39 euro per effectief gepresteerde maand. Elke fractie van een maand wordt als een volle maand geteld.


III. Inwerkingtreding

7. Het verhoogde maximumbedrag van de mobiliteitsvergoeding is op sociaal vlak van toepassing vanaf 01.05.2020 (4). Op fiscaal vlak wordt dit gevolgd.


(4) Art. 2, KB 26.03.2020 (BS 06.04.2020).


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés