Circulaire 2021/C/31 over de looptijdverlenging van hypothecaire leningen in het kader van de COVID-19-pandemie – Vlaams Gewest

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 02/04/2021 de circulaire 2021/C/31.

Deze circulaire bespreekt de looptijdverlenging van hypothecaire leningen naar aanleiding van de COVID-19-pandemie en de Vlaamse belastingvoordelen voor uitgaven die verband houden met de eigen woning.

Inhoudstafel

I. Wat wijzigt er?
II. Voor wie?
III. Vanaf wanneer?
IV. Wettelijke basis
V. Aangepaste bepalingen van het WIB 92

I. WAT WIJZIGT ER?

1. De kredietnemer die een inkomensverlies lijdt door de economische gevolgen van het coronavirus kan onder bepaalde voorwaarden aan de kredietgever een betalingsuitstel voor zijn lopende hypothecaire lening vragen (1).

(1) Koninklijk besluit nr. 11 van 22.04.2020 houdende maatregelen op het vlak van de modaliteiten inzake hypothecair krediet in het kader van de Coronacrisis (BS 24.04.2020, eerste editie), koninklijk besluit nr. 38 van 24.06.2020 tot wijziging van koninklijk besluit nr. 11 houdende maatregelen op het vlak van de modaliteiten inzake hypothecair krediet in het kader van de Coronacrisis (BS 02.07.2020) en de wet van 20.12.2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 30.12.2020, eerste editie).

Deze circulaire beoogt de situatie waarbij een dergelijk betalingsuitstel wordt verleend en ten gevolge daarvan de looptijd van het krediet wordt verlengd, wat betreft de Vlaamse belastingvoordelen voor de eigen woning.

2. Een dergelijke door de belastingplichtige gevraagde looptijdverlenging valt onder de toepassing van de zogenaamde anti-misbruikbepaling, zoals bedoeld in artikel 14546/1, WIB 92 (2).

(2) Zie randnrs. 7 en 8 van de circulaire 2020/C/36 over de bijstelling van de Vlaamse belastingvermindering voor dienstencheques en wijk-werkcheques en over de wijziging van de Vlaamse belastingverminderingen voor de eigen woning d.d. 28.02.2020.

3. Om hieraan te remediëren voert het Vlaams programmadecreet van 18.12.2020 een uitzondering in (3). Het moet hierbij gaan om betalingsuitstel dat aan de belastingplichtige op zijn verzoek is toegestaan omwille van een door de Vlaamse regering vastgestelde civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid (inzonderheid de COVID-19-pandemie) (4).

(3) Artikel 53 en 76 van het Vlaams programmadecreet van 18.12.2020 bij de begroting 2021 (BS 30.12.2020, tweede editie).
(4) Artikel 4, § 1, eerste lid, 1° van het decreet van 20.03.2020 houdende maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid (BS 24.03.2020).

4. Wat de Vlaamse belastingvoordelen voor de eigen woning betreft, geldt de verlenging van de looptijd die het gevolg is van een in nr. 3 bedoeld betalingsuitstel bij wijze van uitzondering op de algemene anti-misbruikbepaling dus wel.

5. Deze uitzonderingsmaatregel viseert enkel de gevallen waarbij een dergelijk uitstel van betaling werd verleend én de looptijd werd verlengd.

Andere gevallen worden niet geviseerd:

- verlenging van de duurtijd zonder uitstel van betaling

- uitstel van betaling zonder verlenging van de duurtijd.

6. Voorbeeld

Felien woont in het Vlaamse Gewest.

In 2016 gaat zij voor haar eigen woning een hypothecaire lening aan die in aanmerking komt voor de geïntegreerde woonbonus. De einddatum van de lening was 15.11.2036.

In 2020 vroeg en kreeg zij omwille van de coronacrisis voor die hypothecaire lening zes maanden betalingsuitstel (het gaat om een in randnr. 1 bedoeld betalingsuitstel) waarbij de duurtijd van de hypothecaire lening ook met zes maanden (tot 15.05.2037) verlengt.

Normaal zou zij de uitgaven tijdens die zes maanden (vanaf 16.11.2036 tot en met 15.05.2037) niet in rekening mogen brengen voor de geïntegreerde woonbonus aangezien de uitgaven gedaan worden buiten de duurtijd zoals die gold op 31.12.2019 (15.11.2036).

Maar gezien zij betalingsuitstel heeft verkregen ten gevolge van de coronacrisis, kan zij die uitgaven alsnog in rekening brengen voor de geïntegreerde woonbonus.

II. VOOR WIE?

7. De beoogde belastingplichtigen zijn:

- de rijksinwoners die op 1 januari van het aanslagjaar hun fiscale woonplaats in het Vlaamse Gewest gevestigd hebben

- de niet-inwoners/natuurlijke personen die:

* inwoners zijn van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en
* in België belastbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen die ten minste 75 % bedragen van het geheel van hun in het belastbare tijdperk betaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten, en
* in het Vlaamse Gewest zijn gelokaliseerd volgens de bepalingen van de art. 248/2 en 248/3, WIB 92.

III. VANAF WANNEER?

8. De wijziging heeft uitwerking met ingang van 01.01.2020 en is van toepassing op de belastbare tijdperken die aanvangen na 31.12.2019.

IV. WETTELIJKE BASIS

- Artikel 14546/1, WIB 92.

- Artikel 53 en 76 van het programmadecreet bij de begroting 2021 van 18.12.2020 (BS 30.12.2020).

V. AANGEPASTE BEPALINGEN VAN HET WIB 92

Artikel 14546/1, WIB 92:

Handelingen die de belastingplichtige stelt vanaf 1 januari 2020 worden voor de toepassing van de artikelen 14537 tot en met 14546 als niet bestaande beschouwd wat betreft de verlenging van de duurtijd waarin die belastingverminderingen voor de eigen woning verkregen kunnen worden als die handelingen tot doel of gevolg hebben dat die belastingenverminderingen voor de eigen woning voor een langere looptijd kunnen worden toegekend dan het geval was op 31 december 2019.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder belastingverminderingen voor de eigen woning: de belastingverminderingen, vermeld in artikel 14537 tot en met 14546.

In afwijking van het eerste lid wordt de verlenging van de duurtijd wel in aanmerking genomen in zoverre die het gevolg is van een betalingsuitstel dat aan de belastingplichtige op zijn verzoek is toegestaan omwille van de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 20.03.2020 houdende maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.

Bron: Fisconetplus