De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 26/07/2021 de Circulaire 2021/C/71, Commentaar over de fiscale kwalificatie van de vergoedingen die het medisch personeel ontvangt in de vaccinatiecentra.
1. Naar aanleiding van de COVID-19-pandemie werden verschillende vaccinatiecentra opgericht. Deze vaccinatiecentra dienen de gehele bevolking te vaccineren.
In deze centra zijn voornamelijk zowel vrijwilligers in de zin van de wet van 03.07.2005 (1) aan de slag, als medisch geschoold personeel dat niet voldoen aan de definitie van vrijwilliger in de zin van voormelde wet.
(1) Wet van 03.07.2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS 29.08.2005 (hierna: de vrijwilligerswet).
2. Deze circulaire behandelt deze laatsten, namelijk het medisch geschoold personeel dat niet voldoet aan de definitie van vrijwilliger in de zin van de vrijwilligerswet. Doorgaans gaat het daarbij om (huis)artsen, verpleegkundigen, apothekers en gelijkaardige profielen.
3. Voor de vergoedingen aan de vrijwilligers in de zin van de vrijwilligerswet wordt verwezen naar de specifieke circulaires hierover (2).
(2) Circulaire 2021/C/13 van 22.02.2021 over het belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Tijdelijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie en circulaire 2021/C/46 van 20.05.2021 over het belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Tijdelijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie.
4. De vergoedingen die voormelde medisch geschoolde medewerkers ontvangen zullen in de regel als baten (3) worden beschouwd.
(3) In de zin van artikel 27 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92).
5. Het is eveneens mogelijk dat deze medewerkers werden aangesteld via een interimkantoor of hun activiteiten uitoefenen in een band van ondergeschiktheid, in het kader van een arbeidsovereenkomst. In deze gevallen, maken de ontvangen vergoedingen belastbare bezoldigingen (4) uit.
(4) In de zin van artikel 31, WIB 92.
6. De inkomsten van deze medewerkers kunnen in principe niet worden beschouwd als diverse inkomsten (5), inzonderheid gelet op de medische scholing, het bedrag van de vergoedingen, en de aard en de frequentie van de prestaties.
(5) In de zin van artikel 90, eerste lid, 1°, WIB 92.
Interne ref.: 728.684
Bron: Fisconetplus