Circulaire 2021/C/83 over het belastingvoordeel voor de kwijtschelding van huur (tweede periode)

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – PersonenbelastingVennootschapsbelasting publiceerde op 13/09/2021 de Circulaire 2021/C/83 over het belastingvoordeel voor de kwijtschelding van huur (tweede periode).

Addendum bij de circulaire 2021/C/54 van 09.06.2021.

Eerste commentaar op de artikelen 7 en 8 van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie.


BIJLAGE: Modelovereenkomst kwijtschelding huur


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Bepalingen inzake PB en BNI/nat. pers.

A. Algemeen
B. Welke onroerende goederen?
C. Welke verhuur?
D. Welke voorwaarden zijn er met betrekking tot de huurder?

1. Hoedanigheid van de huurder
2. Actief als onderneming
3. Verplichte sluiting in het kader van de COVID-19-pandemie
4. Geen huurachterstallen
5. Geen onderneming in moeilijkheden

E. Welke voorwaarden zijn er inzake de verhouding tussen de huurder en de verhuurder?

1. Bij een verhuur aan een natuurlijke persoon
2. Bij een verhuur aan een vennootschap

F. Welke voorwaarden zijn er met betrekking tot de kwijtschelding?

1. Overeenkomst tot kwijtschelding van huur
2. Uiterlijk op 15.11.2021 aan de Algemene Administratie van de Fiscaliteit te bezorgen
3. Minimum in geval van gedeeltelijke kwijtschelding van de huur

G. Welk bedrag kan voor de belastingvermindering in aanmerking worden genomen?

1. Kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen voor de maanden juni, juli, augustus en/of september 2021
2. Huurprijs en huurvoordelen van het voor de onderneming aangewende gedeelte
3. Begrenzing van de in aanmerking komende huurprijs en huurvoordelen

H. Voor welk belastbaar tijdperk wordt de belastingvermindering verleend?
I. Hoeveel bedraagt de belastingvermindering?
J. Hoe wordt de belastingvermindering aangerekend?

III. Bepalingen inzake VenB en BNI/ven.

A. Algemeen
B. Specifieke voorwaarden inzake de verhouding tussen de huurder en de verhuurder

1. Bij een verhuur aan een vennootschap
2. Bij een verhuur aan een natuurlijke persoon

C. Het belastingkrediet
D. Overeenkomst tot kwijtschelding van huur uiterlijk op 15.11.2021 aan de Algemene Administratie van de Fiscaliteit te bezorgen

IV. Inwerkingtreding
V. Wetgeving

I. INLEIDING

1. De wet van 02.04.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (hierna de wet van 02.04.2021) heeft een belastingvoordeel ingevoerd voor verhuurders die vrijwillig huur voor de maanden maart, april of mei 2021 kwijtschelden aan ondernemingen die een tijdlang verplicht hebben moeten sluiten door de maatregelen die de federale overheid vanaf 12.03.2020 heeft genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan (1).

(1) Zie ook circulaire 2021/C/54 van 09.06.2021 over het belastingvoordeel voor de kwijtschelding van huur.

2. Om de bedrijven in de sectoren die langer verplicht moeten sluiten verder te ondersteunen is er nu ook een tijdelijke maatregel waarbij een fiscaal voordeel wordt verleend voor de huur die vrijwillig wordt kwijtgescholden voor de maanden juni, juli, augustus of september 2021.

3. Deze maatregel houdt in feite een verlenging van een reeds geldende maatregel in. De verlenging is beperkt tot de kwijtgescholden huur voor de maanden juni, juli, augustus of september 2021.

Anders dan voor het fiscale voordeel dat bij toepassing van de wet van 02.04.2021 kan worden verleend, is voor deze maatregel wel vereist dat de onderneming in de maand waarvoor de huur vrijwillig wordt kwijtgescholden, minstens één dag verplicht heeft moeten sluiten.

4. Het belastingvoordeel wordt voorzien in:

- de personenbelasting en belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) en

- de vennootschapsbelasting en belasting van niet-inwoners (vennootschappen).

5. Deze circulaire bespreekt enerzijds de belastingvermindering voor de kwijtschelding van huur die in de personenbelasting (PB) en in de belasting niet-inwoners (natuurlijke personen) (BNI/nat. pers.) wordt verleend en anderzijds het belastingkrediet voor de kwijtschelding van huur die in de vennootschapsbelasting (VenB) en in de belasting van niet inwoners (vennootschappen) (BNI/ven.) wordt verleend (2).

(2) Artikelen 7 en 8 van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021) (hierna W 18.07.2021).

II. BEPALINGEN INZAKE PB EN BNI/NAT. PERS.

A. Algemeen

6. Komen in aanmerking voor de belastingvermindering:

- de natuurlijke personen (3)

- die als eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter een in België gelegen gebouwd onroerend goed verhuren

- aan een onderneming die in de maanden juni, juli, augustus of september 2021 minstens één dag tijdens iedere maand waarvoor op de vermindering aanspraak wordt gemaakt, verplicht heeft moeten sluiten in het kader van de COVID-19-pandemie

- en de huurprijs en de huurvoordelen voor het voor ondernemingsactiviteit aangewende gedeelte van dat onroerend goed voor één of voor meerdere van de voormelde maanden waarin de onderneming telkens minstens één dag verplicht heeft moeten sluiten, geheel of gedeeltelijk kwijtschelden (4).

(3) Rijksinwoners en niet-rijksinwoners als bedoeld in artikel 227, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92). Wat de niet-rijksinwoners betreft, komen alle categorieën van niet-inwoners in aanmerking voor wie de belasting wordt gevestigd via een aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen).
(4) Artikel 7, § 1, eerste lid, W 18.07.2021.

7. De belastingvermindering is in beginsel gelijk aan 30 % van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen (5).

(5) Artikel 7, § 5, eerste lid, W 18.07.2021.

8. De anti-misbruikbepaling zoals bedoeld in artikel 344, § 1, WIB 92, is van toepassing op deze bepalingen (6).

(6) Artikel 9, W 18.07.2021.

B. Welke onroerende goederen?

9. Het gaat om (7)

- in België gelegen

- gebouwde onroerende goederen

- waarvan de verhuurder eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter is.

(7) Artikel 7, § 1, eerste lid, W 18.07.2021.

10. Het is niet vereist dat het onroerend goed behoort tot het private patrimonium van de verhuurder.

C. Welke verhuur?

11. Voor deze maatregel moet het niet gaan om een handelshuur, zelfs niet om een verhuur in de strikte zin.

Ook het ter beschikking stellen van een onroerend goed via bijvoorbeeld een erfpachtovereenkomst of een brouwerijcontract komt in aanmerking.

12. Het tegen vergoeding ter beschikking stellen van een gebouwd onroerend goed wordt voor de toepassing van deze maatregel met verhuur gelijkgesteld. De vergoeding wordt desgevallend gelijkgesteld met de huurprijs (8).

(8) Artikel 7, § 1, 2de lid, W 18.07.2021.

D. Welke voorwaarden zijn er met betrekking tot de huurder?

1. HOEDANIGHEID VAN DE HUURDER

13. De huurder is voor de periode waarvoor de huurprijs en de huurvoordelen worden kwijtgescholden:

- een zelfstandige die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofdberoep

- een vennootschap die wordt aangemerkt als kleine vennootschap op grond van artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen

- of een vereniging die wordt aangemerkt als kleine vereniging op grond van artikel 1:28, §§ 1 tot 5, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (9).

(9) Artikel 7, § 2, 1°, a, W 18.07.2021.

2. ACTIEF ALS ONDERNEMING

14. De huurder is voor de periode waarvoor de huurprijs en de huurvoordelen worden kwijtgescholden volgens de Kruispuntbank voor ondernemingen actief als onderneming op het adres van het gehuurde onroerend goed (10).

(10) Artikel 7, § 2, 1°, b, W 18.07.2021.

3. VERPLICHTE SLUITING IN HET KADER VAN DE COVID-19-PANDEMIE

15. De huurder heeft de vestigingseenheid van zijn onderneming op het adres van het gehuurde onroerend goed in de maand of maanden waarvoor de huurprijs en huurvoordelen geheel of gedeeltelijk worden kwijtgescholden telkens minstens één dag geheel of gedeeltelijk verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen die vanaf 12.03.2020 zijn genomen door de federale overheid in het kader van de COVID-19-pandemie (11).

(11) Artikel 7, § 2, 1°, c, W 18.07.2021.

16. Wanneer de huurder in het pand bijvoorbeeld een restaurant uitbaat en begin juni 2021 zijn onderneming heeft verdergezet via het leveren van afhaalmaaltijden die in het pand worden bereid of door het bedienen van klanten op het terras, belet dit niet dat een fiscaal voordeel kan worden verleend voor de kwijtgescholden huur voor de maand juni 2021.

17. Voor de kwijtschelding van huur voor de maanden:

- maart, april en/of mei 2021
is niet vereist dat de sluitingsperiode gelijk loopt met de periode waarvoor de huur wordt kwijtgescholden (12)

- juni, juli, augustus of september 2021
moet de gehele of gedeeltelijke sluiting van telkens minstens één dag wel vallen binnen de maand of maanden waarvoor de huur wordt kwijtgescholden.

(12) Zie nrs. 14 en 15 van de circulaire 2021/C/54 van 09.06.2021 over het belastingvoordeel voor de kwijtschelding van huur.

18. Worden niet in aanmerking genomen (13):

- verplichte sluitingen die als sanctie zijn opgelegd
bv. de sluiting van een onderneming omwille van een inbreuk op de corona-maatregelen

- verplichte sluitingen die beperkt zijn tot bepaalde uren van de dag
bv. een verplichte sluiting van cafés of restaurants vanaf een bepaald uur.

(13) Artikel 7, § 2, 1°, c, W 18.07.2021.

19. Een onderneming die niet kan openen omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die worden opgelegd door bepaalde protocollen (bijvoorbeeld ventilatieprotocollen), wordt niet beschouwd als een onderneming die verplicht moet sluiten.

20. Het is niet vereist dat de volledige vestigingseenheid verplicht gesloten is. Zo kan een vestigingseenheid van een schoonheidsinstituut met een publieke welnessafdeling met stoombad als verplicht gesloten worden beschouwd voor de periode waarin enkel de welnessafdeling met stoombad verplicht gesloten is.

4. GEEN HUURACHTERSTALLEN

21. De huurder had voor de betrokken huurovereenkomst geen huurachterstallen op 12.03.2020 (14).

(14) Artikel 7, § 2, 1°, d, W 18.07.2021.

5. GEEN ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN

22. De huurder kan op het moment van de kwijtschelding van de huurprijs en de huurvoordelen niet worden aangemerkt als een onderneming in moeilijkheden als omschreven in artikel 2, § 1, 4°/2, WIB 92 (15).

(15) Artikel 7, § 2, 1°, e, W 18.07.2021.

E. Welke voorwaarden zijn er inzake de verhouding tussen de huurder en de verhuurder?

1. BIJ EEN VERHUUR AAN EEN NATUURLIJKE PERSOON

23. De huurder is niet (16):

- de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de belastingplichtige-verhuurder

- een andere persoon die deel uitmaakt van het gezin van de belastingplichtige-verhuurder

- of een kind, ascendent of zijverwant van de tweede graad van:

* de verhuurder
* de echtgenoot of wettelijke samenwonende partner van de belastingplichtige-verhuurder
* een andere persoon die deel uitmaakt van het gezin van de belastingplichtige-verhuurder.

(16) Artikel 7, § 2, 2°, a, W 18.07.2021.

2. BIJ EEN VERHUUR AAN EEN VENNOOTSCHAP

24. De huurder is geen vennootschap (17):

- waarin de belastingplichtige-verhuurder of een persoon zoals opgesomd in randnr. 23 hiervoor rechtstreeks of onrechtstreeks een in artikel 32, eerste lid, WIB 92, bedoelde bedrijfsleider is

- waarin de belastingplichtige-verhuurder of een persoon zoals opgesomd in randnr. 23 hiervoor als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefent

- die een aannemings-of lastgevingsovereenkomst heeft gesloten met een andere vennootschap waarvan de belastingplichtige-verhuurder of een persoon zoals opgesomd in randnr. 23 hiervoor aandeelhouder is en waarbij die andere vennootschap er zich toe heeft verbonden om tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich te nemen in de eerste vennootschap

- waarvan de belastingplichtige-verhuurder of een persoon zoals opgesomd in randnr. 23 hiervoor, desgevallend samen, aandelen bezitten die 30 % of meer van het in artikel 2, § 1, 6°, a, WIB 92, bedoelde kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen.

(17) Artikel 7, § 2, 2°, b, W 18.07.2021.

F. Welke voorwaarden zijn er met betrekking tot de kwijtschelding?

1. OVEREENKOMST TOT KWIJTSCHELDING VAN HUUR

25. De kwijtschelding van de huurprijs en de huurvoordelen is (18):

- gebaseerd op het opschorten van de verplichting voor de huurder tot het betalen van het geheel of een gedeelte van de huurprijs en de huurvoordelen voor de maanden juni, juli, augustus of september 2021, of voor meerdere van die maanden

- vrijwillig en definitief toegestaan door de belastingplichtige-verhuurder

- vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst afgesloten tussen de belastingplichtige-verhuurder en de huurder. Zij kunnen gebruik maken van de modelovereenkomst die als bijlage bij deze circulaire wordt gevoegd.

(18) Artikel 7, § 2, 3°, W 18.07.2021.

26. Worden bijvoorbeeld niet bedoeld:

- de huurprijs en de huurvoordelen die niet moeten worden betaald op grond van een beslissing van een rechter die heeft geoordeeld dat de prijs en huurvoordelen omwille van overmacht niet verschuldigd zijn

- spontane niet-betalingen van de huurprijs en de huurvoordelen

- kwijtgescholden achterstallen.

2. UITERLIJK OP 15.11.2021 AAN DE ALGEMENE ADMINISTRATIE VAN DE FISCALITEIT TE BEZORGEN

27. De in randnr. 25 vermelde overeenkomst moet door de belastingplichtige-verhuurder uiterlijk op 15.11.2021 worden bezorgd aan de dienst die wordt aangeduid door de administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (19).

(19) Artikel 7, § 2, 3°, c, W 18.07.2021.

28. De verzending gebeurt:

met de post:

Nederlandstalige documenten

Franstalige en Duitstalige documenten

FOD Financiën

AAFisc P Beheer

Gaston Crommenlaan 6 - bus 533

9050 Ledeberg

SPF Finances

AGFisc P Gestion

Avenue du Prince de Liège 133 - boîte 533

5100 Jambes

of online:

Via MyMinfin.be > Mijn interacties > Antwoorden op een brief.

De overeenkomst wordt als 1 pdf-document opgeladen, met vermelding van de dienstcode 533 en als referentie, het rijksregisternummer van de belastingplichtige-verhuurder, gevolgd door '/kwijtschelding huur'.

3. MINIMUM IN GEVAL VAN GEDEELTELIJKE KWIJTSCHELDING VAN DE HUUR

29. In geval de huurprijs en de huurvoordelen voor het beroepsmatig aangewende gedeelte van het onroerend goed slechts gedeeltelijk wordt kwijtgescholden, moet een bedrag van minstens 40 % van de huurprijs en huurvoordelen met betrekking tot de betrokken maand of maanden kwijtgescholden worden (20).

(20) Artikel 7, § 2, 4°, W 18.07.2021.

30. Voorbeeld

Een belastingplichtige is eigenaar van een pand dat hij verhuurt aan een horecazaak.

De verschuldigde huurprijs bedraagt 3.000 euro per maand.

De belastingplichtige scheldt de huurprijs voor de maand juni 2021 gedeeltelijk kwijt.

Om te voldoen aan de in randnr. 29 vermelde voorwaarde moet hij van de huurprijs minstens 1.200 euro (3.000 euro x 40 %) kwijtschelden.

Indien de kwijtgescholden huurprijs bijvoorbeeld slechts 1.000 euro bedraagt, dan is niet voldaan aan de in randnr. 29 vermelde voorwaarde en kan de kwijtgescholden huurprijs (1.000 euro) niet in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor kwijtschelding van huur.

G. Welk bedrag kan voor de belastingvermindering in aanmerking worden genomen?

1. KWIJTGESCHOLDEN HUURPRIJS EN HUURVOORDELEN VOOR DE MAANDEN JUNI, JULI, AUGUSTUS EN/OF SEPTEMBER 2021

De huurprijs en/of huurvoordelen zijn niet per maand betaald

31. Wanneer de huurprijs en de huurvoordelen niet per maand worden betaald, worden de huurprijs en de huurvoordelen die betrekking hebben op de maand juni, juli, augustus of september 2021 pro rata temporis bepaald (21).

(21) Artikel 7, § 1, 4de lid, W 18.07.2021.

De huurvoordelen

32. Onder huurvoordelen wordt voor de toepassing van deze maatregel verstaan, de regelmatig weerkerende geldelijke lasten waarvan in de huurovereenkomst is bepaald dat ze door de huurder ten voordele van de verhuurder moeten worden gedragen (22).

(22) Artikel 7, § 1, 3de lid, W 18.07.2021.

33. Anders dan voor de bepaling van het belastbaar onroerend inkomen, worden enkel de regelmatig weerkerende geldelijke lasten waarvoor de huurder overeenkomstig de huurovereenkomst ten voordele van de verhuurder moet instaan, beoogd.

34. Worden bijvoorbeeld niet beoogd:

- lasten onder de vorm van de verplichting om bepaalde prestaties te leveren en die dus niet geldelijk zijn

- eenmalige lasten, zoals het uitvoeren van bepaalde verbeteringswerken.

35. Voorbeeld

De contractueel verschuldigde huur bedraagt 7.500 euro per kwartaal.

De huurovereenkomst bepaalt daarnaast dat de huurder aan de verhuurder een jaarlijkse bijdrage van 500 euro in de onroerende voorheffing in augustus moet betalen.

De eigenaar scheldt zowel de huur van de maand augustus 2021 kwijt als de bijdrage in de onroerende voorheffing (500 euro) kwijt.

Volgende huur en huurvoordelen komen, mits aan alle voorwaarden is voldaan, voor de belastingvermindering in aanmerking:

- kwijtgescholden huur voor de maand augustus: 2.500 euro (7.500 euro/3)

- kwijtgescholden onroerende voorheffing: 166,67 euro (500 euro x 4/12), enkel de maanden juni, juli, augustus en september 2021 komen voor de belastingvermindering in aanmerking.

2. HUURPRIJS EN HUURVOORDELEN VAN HET VOOR DE ONDERNEMING AANGEWENDE GEDEELTE

Gemengde aanwending

36. Wanneer de huurder het gebouwd onroerend goed niet uitsluitend voor zijn eigen ondernemingsactiviteit aanwendt en de huurprijs niet in de overeenkomst is opgesplitst, worden de huurprijs en de huurvoordelen die betrekking hebben op het voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewend gedeelte bepaald door volgende verhouding toe te passen:

oppervlakte van het voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewend gedeelte van het onroerend goed

in

de totale oppervlakte van het onroerend goed (23).

(23) Artikel 7, § 1, 5de lid, W 18.07.2021.

37. Voorbeeld

Een natuurlijk persoon verhuurt een gebouw aan een ondernemer, die de volledige benedenverdieping gebruikt voor zijn zelfstandige activiteit. De huurder gebruikt het overige deel van het gebouw als woning.

De huurovereenkomst bepaalt één globale huurprijs van 1.250 euro per maand. De verhuurder scheldt de huur van de maanden juni tot en met september 2021 kwijt.

De oppervlakte van de benedenverdieping bedraagt 60 % van de totale oppervlakte van het gebouw.

Volgende huur en huurvoordelen komen, mits aan alle voorwaarden is voldaan, voor de belastingvermindering in aanmerking:

1.250 euro x 60 % x 4 = 3.000 euro.

Ter beschikkingstelling van een derde (bv. onderverhuur)

38. Voor de toepassing van deze maatregel wordt het gedeelte van het onroerend goed dat ter beschikking wordt gesteld van een derde niet beschouwd als een voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewend gedeelte van het onroerend goed (24).

(24) Artikel 7, § 1, 6de lid, W 18.07.2021.

Dit geldt voor het gedeelte van het onroerend goed dat ter beschikking gesteld wordt van een derde, zoals de bedrijfsleider of een werknemer van de vennootschap-huurder, of een onderhuurder.

39. Voorbeeld

Een natuurlijk persoon verhuurt een gebouw aan een vennootschap, die de bovenverdieping ter beschikking stelt van de bedrijfsleider.

De huurovereenkomst bepaalt één globale huurprijs van 1.250 euro per maand. De verhuurder scheldt de huur van de maanden juni tot en met september 2021 kwijt.

Het voor de eigen ondernemingsactiviteit aangewende gedeelte van het onroerend goed bedraagt 60 % (het aan de bedrijfsleider ter beschikking gestelde deel bedraagt 40 % van het onroerend goed).

Volgende huur en huurvoordelen komen, mits aan alle voorwaarden is voldaan, voor de belastingvermindering in aanmerking:

1.250 euro x 60 % x 4 = 3.000 euro.

3. BEGRENZING VAN DE IN AANMERKING KOMENDE HUURPRIJS EN HUURVOORDELEN

40. Het bedrag van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend, kan niet meer bedragen dan (25):

- per huurovereenkomst: 5.000 euro per maand
Indien er meerdere verhuurders (meerdere eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, …) zijn, wordt het maximumbedrag van 5.000 euro omgedeeld over die verhuurders in functie van hun aandeel in de huur.

- per belastingplichtige-verhuurder: 45.000 euro.

(25) Artikel 7, § 3, eerste lid, W 18.07.2021.

41. Deze maximumbedragen worden niet geïndexeerd (26).

(26) Artikel 7, § 3, 2de lid, W 18.07.2021.

42. Van dit maximumbedrag van 45.000 euro per belastingplichtige moet het bedrag waarvoor bij toepassing van de wet van 02.04.2021 een voordeel wordt gevraagd, niet in mindering worden gebracht (27).

(27) Parl. St., Kamer, DOC 55 2070/001, blz. 12.

43. Voorbeeld

De broers A en B zijn elk voor de helft eigenaar van een handelspand (restaurant met feestzaal) dat voor een bedrag van 6.000 euro per maand wordt verhuurd aan een kleine vennootschap. Ze komen overeen om de huurprijs voor de maand juni 2021 kwijt te schelden en leggen dat vast in een schriftelijke overeenkomst.

Bedrag dat in aanmerking kan komen bij A:

6.000 euro, beperkt tot 5.000 euro/maand x 50 % x 1 maand = 2.500 euro.

Bedrag dat in aanmerking kan komen bij B:

Idem als A.

H. Voor welk belastbaar tijdperk wordt de belastingvermindering verleend?

44. De belastingvermindering wordt verleend voor het belastbare tijdperk waartoe de periode behoort waarvoor de huurprijs en huurvoordelen worden kwijtgescholden (28).

(28) Artikel 7, § 4, eerste lid, W 18.07.2021.

45. Voor belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de personenbelasting of de belasting niet-inwoners (natuurlijke personen) zal dat in beginsel het inkomstenjaar 2021 zijn verbonden aan het aanslagjaar 2022.

46. Wanneer de periode waarvoor de huurprijs en de huurvoordelen wordt kwijtgescholden, tot meer dan één belastbaar tijdperk behoort, gelden de voormelde maximumbedragen van 5.000 euro per maand en 45.000 euro per belastingplichtige voor die belastbare tijdperken samen (29).

(29) Artikel 7, § 4, 2de lid, W 18.07.2021.

47. Het is evenwel niet uitgesloten dat een rijksinwoner in de periode waarvoor de huurprijs en huurvoordelen worden kwijtgescholden niet-rijksinwoner wordt of omgekeerd dat er dus twee verschillende belastbare tijdperken in het spel zijn. In dat geval gelden de maximumbedragen van 5.000 euro per maand en 45.000 euro per belastingplichtige zoals besproken in randnrs. 40-43 voor die beide belastbare tijdperken samen.

I. Hoeveel bedraagt de belastingvermindering?

48. De belastingvermindering is gelijk aan 30 % van het in aanmerking te nemen bedrag van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen (30).

(30) Artikel 7, § 5, eerste lid, W 18.07.2021.

49. In het voorbeeld onder randnr. 43 kunnen beide broers elk aanspraak maken op een belastingvermindering van 2.500 euro x 30 % = 750 euro.

50. In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering evenredig omgedeeld in functie van het volgens artikel 130, WIB 92, belaste inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de overeenkomstig datzelfde artikel 130 belaste inkomens van de beide echtgenoten (31).

(31) Artikel 7, § 5, 2de lid, W 18.07.2021.

J. Hoe wordt de belastingvermindering aangerekend?

51. De belastingvermindering wordt aangerekend volgens artikel 178/1, WIB 92, vóór de belastingverminderingen die niet in een belastingkrediet kunnen worden omgezet maar wel aanleiding kunnen geven tot een latere belastingheffing (32).

(32) Artikel 7, § 6, eerste lid, W 18.07.2021.

52. De belastingvermindering wordt in rekening gebracht om de in artikel 171, 5° en 6°, WIB 92, bedoelde aanslagvoeten te bepalen (33).

(33) Artikel 7, § 6, 2de lid, W 18.07.2021.

53. De belastingvermindering vermindert de totale belasting en dus ook de grondslag voor de aanvullende gemeentebelasting.

III. BEPALINGEN INZAKE VENB EN BNI/VEN.

A. Algemeen

54. In de VenB en de BNI/ven. (34) wordt hetzelfde fiscaal voordeel toegekend zoals dat hiervoor is uiteengezet voor de toepassing ervan in de personenbelasting en de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen).

(34) Voor de in artikel 227, 2°, WIB 92, vermelde niet-inwoners.

De modaliteiten van de maatregel in de personenbelasting en de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) zijn grotendeels eveneens van toepassing in de VenB en de BNI/ven. zodat er naar kan worden verwezen.

55. Op de volgende punten wijkt de maatregel in de VenB en de BNI/ven. echter af van de maatregel in de personenbelasting en de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen):

- het fiscaal voordeel wordt toegekend in de vorm van een niet-terugbetaalbaar belastingkrediet

- de voorwaarden inzake de verhouding tussen de huurder en de verhuurder zijn aangepast om rekening te houden met het vennootschapskarakter van de verhuurder.

56. Vennootschappen die een afwijkend belastingregime genieten zoals bijvoorbeeld gereglementeerde vastgoedvennootschappen, kunnen ook nu eveneens van de maatregel gebruik maken (35).

(35) Zie Parl. St., Kamer, zitting 2020-2021, DOC 55 2070/001, blz. 13.

B. Specifieke voorwaarden inzake de verhouding tussen de huurder en de verhuurder

1. BIJ EEN VERHUUR AAN EEN VENNOOTSCHAP

57. Wanneer de huurder een vennootschap is, mag de huurder geen verbonden vennootschap zijn zoals bedoeld in artikel 1:20, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (36).

(36) Artikel 8, § 2, 2°, eerste lid, W 18.07.2021.

2. BIJ EEN VERHUUR AAN EEN NATUURLIJKE PERSOON

58. Wanneer de huurder een natuurlijke persoon is, mag deze zelf, noch zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of een andere persoon die deel uitmaakt van zijn gezin, noch één van zijn kinderen, ascendenten of zijverwanten tot de tweede graad, of die van zijn echtgenoot of van een andere persoon die deel uitmaakt van zijn gezin:

- bij de belastingplichtige-verhuurder rechtstreeks of onrechtstreeks een in artikel 32, eerste lid, WIB 92, bedoelde functie van bedrijfsleider uitoefenen

- bij de belastingplichtige-verhuurder als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functie uitoefenen

- alleen of desgevallend samen aandelen bezitten die 30 % of meer van het in artikel 2, § 1, 6°, a), WIB 92, bedoelde kapitaal van de belastingplichtige-verhuurder vertegenwoordigen

- aandeelhouder zijn van een vennootschap waarmee de belastingplichtige-verhuurder een aannemings- of lastgevingsovereenkomst heeft gesloten om tegen vergoeding een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard op zich te nemen bij de belastingplichtige-verhuurder (37).

(37) Artikel 8, § 2, 2°, tweede lid, W 18.07.2021.

C. Het belastingkrediet

59. Het belastingkrediet wordt verleend voor het belastbare tijdperk waartoe de periode behoort waarvoor de huurprijs en de huurvoordelen worden kwijtgescholden.

Wanneer de periode waarvoor de huurprijs en de huurvoordelen worden kwijtgescholden, tot meer dan één belastbaar tijdperk behoort, gelden de voormelde maximumbedragen van 5.000 euro per maand en 45.000 euro per belastingplichtige-verhuurder voor die belastbare tijdperken samen (38).

(38) Artikel 8, § 4, W 18.07.2021.

60. Het belastingkrediet is gelijk aan 30 % van het in aanmerking te nemen bedrag van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen. Het belastingkrediet wordt volledig met de VenB of de BNI/ven. voor de in artikel 227, 2°, WIB 92, vermelde niet-inwoners, verrekend (39).

(39) Artikel 8, § 5, W 18.07.2021.

61. Het belastingkrediet wordt in de aangifte in de VenB (of de BNI/ven.) opgenomen in de code 1835 'Andere verrekenbare bestanddelen' in het vak 'Verrekenbare voorheffingen' en is niet terugbetaalbaar.

D. Overeenkomst tot kwijtschelding van huur uiterlijk op 15.11.2021 aan de Algemene Administratie van de Fiscaliteit te bezorgen

62. De in randnr. 25 vermelde overeenkomst moet door de belastingplichtige-verhuurder uiterlijk op 15.11.2021 worden bezorgd aan de dienst die wordt aangeduid door de administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (40).

(40) Artikel 8, § 2, 3°, c, W 18.07.2021.

63. De verzending gebeurt:

met de post:

Nederlandstalige documenten

Franstalige en Duitstalige documenten

FOD Financiën

AAFisc KMO Beheer

Gaston Crommenlaan 6 - bus 575

9050 Ledeberg

SPF Finances

AGFisc PME Gestion

Avenue du Prince de Liège 133 - boîte 575

5100 Jambes

of online:

Via MyMinfin.be > Mijn interacties > Antwoorden op een brief.

De overeenkomst wordt als 1 pdf-document opgeladen, met vermelding van de dienstcode 575 en als referentie, het ondernemingsnummer van de verhuurder, gevolgd door '/kwijtschelding huur'.

IV. INWERKINGTREDING

64. Deze bepalingen hebben uitwerking met ingang van 01.06.2021 (41).

(41) Artikel 15, derde lid, W 18.07.2021.

V. WETGEVING

Wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021).

Interne ref.: 730.166

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2024/C/82 over de gewijzigde CFC-regeling

Herstel van fiscale verliezen bij filialisatie: nieuwe bevestiging van de DVB

Circulaire 2024/C/83 betreffende de wijzigingen aangebracht op het vlak van procedure inkomstenbelastingen door de programmawet van 22.12.2023