Circulaire 2022/C/104 over de belastingvermindering voor kinderoppas

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 18/10/2022 de Circulaire 2022/C/104 over de belastingvermindering voor kinderoppas.

Deze circulaire bevat FAQ voor de instanties en personen die instaan voor kinderoppas, met het oog op het invullen van het attest dat het mogelijk maakt om de belastingvermindering voor uitgaven voor kinderoppas te bekomen. Art. 14535, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en art. 6318/8, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92.


BIJLAGEN: 2

Bijlage 1: bericht tot vaststelling van het modelattest nr. 281.86 dat toelaat de vereiste bewijzen te leveren inzake de belastingvermindering voor kinderoppas

Bijlage 2: fiscaal attest nr. 281.86

Deze FAQ actualiseren en vervangen de FAQ gepubliceerd op 08.02.2022 (circulaire 2022/C/15).


Inhoudstafel

1. [Wijzigingen!] Inleiding

2. Verplichting om het modelattest te gebruiken en de gegevens aan de administratie te bezorgen

2.1. [Wijzigingen!] Vanaf wanneer is dit verplicht?

2.2. Wat met de opvangactiviteiten die in 2021 en begin 2022 plaatsvonden vóór publicatie van het verplichte attest?

2.3. [Verduidelijkingen!] Wie moet het attest opstellen en de gegevens aan de administratie bezorgen?

2.4. Kunnen secundaire scholen nu worden beschouwd als opvanginstanties?

2.5. Moet een commerciële onderneming die kampen voor jongeren organiseert het modelattest gebruiken?

2.6. Binnen welke termijn moeten de gegevens vermeld op de attesten aan de administratie worden bezorgd?

2.7. [Nieuwe FAQ!] De elektronische verzending is niet verplicht zolang de opvanginstantie niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt. Hoe kan men die vrijstelling krijgen?

2.8. Betekent de verzending aan de administratie van de gegevens vermeld op de attesten dat er geen attest meer moet worden bezorgd aan de schuldenaars van de uitgaven voor kinderoppas?

2.9. [Nieuwe FAQ!] Hoe lang moeten de opvanginstanties de gegevens van de attesten bewaren?

3. Invullen van het attest

3.1. Moet er één attest per kind worden opgesteld?

3.2. Voor welk jaar moet het attest worden opgesteld wanneer de opvang en de betaling plaatsvinden in een ander jaar?

3.3. [Nieuwe FAQ!] Wat indien de opvang en de betaling plaatsvinden in een ander jaar en de opvang pas plaatsvindt na de termijn waarbinnen de gegevens aan de administratie moeten worden bezorgd?

3.4. [Nieuwe FAQ!] De uitgaven voor kinderoppas worden verspreid over 2 jaar betaald. Voor welk jaar en voor welk bedrag moet het attest worden opgesteld?

3.5. Moet er een attest worden opgesteld als een opvang werd betaald, maar het kind hieraan niet heeft deelgenomen?

3.6. [Nieuwe FAQ!] Een reeds betaalde opvang wordt geannuleerd en het betaalde bedrag wordt later gebruikt voor een opvangactiviteit die wel doorgaat. Hoe moet het attest worden opgesteld?

3.7. Vak I

3.7.1. Wat wordt verwacht van de certificeringsinstanties (Kind & Gezin/Opgroeien regie, ONE, lokale openbare besturen of openbare besturen van de gemeenschappen of de gewesten, …)?

3.7.2. [Nieuwe FAQ!] Enkel opvang georganiseerd door erkende, gesubsidieerde, … opvanginstanties geven recht op de belastingvermindering. Kan de FOD Financiën mijn opvanginstantie de nodige erkenning geven?

3.7.3. Moet vak I altijd worden ingevuld?

3.7.4. [Nieuwe FAQ!] Wanneer moet voor de opvang van een ziek kind vak I worden ingevuld of enkel vak II?

3.8. Vak II

3.8.1. [Nieuwe verduidelijkingen!] Wie is de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas?

3.8.2. Heeft de schuldenaar van de uitgaven altijd recht op de belastingvermindering?

3.8.3. Is het niet beter om op het attest de gegevens te vermelden van degene die het kind ten laste heeft (of die co-ouderschap heeft) i.p.v. de gegevens van de schuldenaar?

3.8.4. [Nieuwe FAQ!] Wat indien de opvanginstantie de schuldenaar van de uitgaven niet kent?

3.8.5. [Nieuwe FAQ!] Heeft de opvanginstantie een verantwoordelijkheid als zij er niet in slaagt om de gegevens van de schuldenaar van de uitgaven te bekomen?

3.8.6. [Nieuwe FAQ!] Mogen opvanginstanties ervoor kiezen om enkel een attest uit te reiken aan de schuldenaars van de uitgaven die ernaar vragen?

3.8.7. [Nieuwe FAQ!] Op het attest kan maar één schuldenaar van de uitgaven worden vermeld. Hoe moet het attest worden opgesteld in geval van fiscaal co-ouderschap waarbij elke ouder een deel van de uitgaven heeft betaald en een attest vraagt?

3.8.8. [Nieuwe FAQ!] Als de schuldenaar van de uitgaven verhuist nadat het attest werd opgesteld, moet er dan een tweede attest worden opgesteld?

3.8.9. Zullen de personen die de opvang reserveren niet weigeren om hun identificatienummer van het Rijksregister (of, in voorkomend geval, het identificatienummer van de KSZ) en dat van het kind mee te delen omwille van privacy redenen?

3.8.10. Het kind was jonger dan 14 jaar (of 21 jaar in het geval van een kind met een zware handicap) op het moment van de betaling van de opvang, maar ouder dan 14 jaar (of 21 jaar) op het moment van de opvang. Mag er een attest worden opgesteld?

3.8.11. [Nieuwe verduidelijkingen!] Wat als het attest meer dan 4 periodes omvat?

3.8.12. Hoe moet het aantal dagen worden ingevuld als de opvang onvolledige dagen bevat?

3.8.13. Moet het dagtarief altijd worden vermeld?

3.8.14. [Nieuwe verduidelijkingen!] Het maximumbedrag van de uitgaven wordt voortaan geïndexeerd. Waar kan het jaarlijks maximum worden geconsulteerd?

3.8.15. Welk maximumbedrag is van toepassing wanneer de opvang en de betaling in een ander jaar plaatsvinden? Het maximumbedrag van het jaar van de opvang of dat van het jaar van betaling?

3.9. Opstellen van het attest – Voorbeelden

3.9.1. Voorbeeld 1

3.9.2. Voorbeeld 2

3.9.3. Voorbeeld 3

3.9.4. Voorbeeld 4

3.9.5. Voorbeeld 5

3.9.6. [Nieuwe FAQ!] Voorbeeld 6

4. Verzending van de gegevens aan de administratie

4.1. [Wijzigingen!] Bestaan er hulpmiddelen voor een eenvoudiger gebruik van Belcotax-on-web?

4.2. Kunnen er meerdere attesten per kind worden verstuurd?

4.3. Kunnen de gegevens nog gewijzigd worden na de indiening ervan?

1. [WIJZIGINGEN!] INLEIDING

De uitgaven voor kinderoppas kunnen, indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, recht geven op een belastingvermindering van 45 % van de werkelijk betaalde uitgaven, desgevallend beperkt tot een maximumbedrag per oppasdag en per kind.

Deze belastingvermindering is voorzien in art. 14535, WIB 92. Alleenstaande ouders die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen een bijkomende belastingvermindering krijgen. Meer informatie hierover is terug te vinden in de FAQ die zijn gepubliceerd op de website https://financien.belgium.be/nl/particulieren.

Vanaf 01.01.2021 moeten voor de uitgaven die worden gedaan in het kader van kinderoppas, attesten worden uitgereikt volgens een model dat wordt vastgelegd door de Koning (dit geldt niet voor opvanginstanties gevestigd in het buitenland in de EER).

De gegevens vermeld op die attesten moeten vervolgens elk jaar op elektronische wijze aan de administratie worden bezorgd. Dit kon voor de eerste keer in februari 2022. De opvanginstanties zijn evenwel vrijgesteld van deze jaarlijkse verplichting tot zij beschikken over de nodige geïnformatiseerde middelen om aan deze verplichting te voldoen.

Zowel voor het verplicht gebruik van het attest als voor de elektronische verzending van de gegevens vermeld op de attesten is er evenwel een tolerantie voorzien voor de opvangactiviteiten die werden georganiseerd vóór de publicatie van het bericht tot vaststelling van het attest in het Belgisch Staatsblad, d.w.z. vóór 27.01.2022 (bijlage 1).

Er werd ook een specifieke administratieve tolerantie voorzien voor de scholen die kinderoppas organiseren. Toen het nieuwe model van attest werd gepubliceerd, was het schooljaar al begonnen, zodat de scholen niet noodzakelijk over alle informatie beschikten die zijn nodig hadden om de attesten in te vullen. Er werd hen dus wat extra tijd gegeven om zich aan de nieuwe maatregelen aan te passen. Concreet moeten de scholen vanaf het begin van het schooljaar in september 2022 in staat zijn alle nodige informatie te verzamelen om de gegevens elektronisch naar de FOD Financiën te kunnen sturen. Bijgevolg zullen de scholen voor kinderopvangactiviteiten die vóór 01.09.2022 plaatsvinden, hun eigen attest of het vroegere niet-verplichte attest van de administratie kunnen blijven gebruiken. Voor die activiteiten is de elektronische verzending nog geen verplichting.

Het bericht toegevoegd als bijlage 1 geeft uitleg over de gewijzigde wetgeving, het nieuwe attest en de elektronische verzending van de gegevens vermeld op de attesten.

De organisaties die actief zijn in de kinderopvangsector vinden hierna bijkomend verduidelijkingen onder de vorm van FAQ.

2. VERPLICHTING OM HET MODELATTEST TE GEBRUIKEN EN DE GEGEVENS AAN DE ADMINISTRATIE TE BEZORGEN

2.1. [Wijzigingen!] Vanaf wanneer is dit verplicht?

Voor de opvangactiviteiten die worden georganiseerd vanaf de publicatie van het nieuwe modelattest, d.w.z. vanaf 27.01.2022, moet dit nieuwe modelattest worden gebruikt. Voor die activiteiten geldt ook de verplichting om de gegevens op elektronische wijze aan de administratie te bezorgen, evenwel behoudens vrijstelling (*).

(*) De elektronische verzending is niet verplicht zolang de opvanginstantie niet beschikt over de nodige geïnformatiseerde middelen om aan deze verplichting te voldoen.

Om te bepalen of het gebruik van het modelattest en de elektronische verzending aan de administratie van de gegevens vermeld op de attesten verplicht zijn, is het de datum van de opvang die bepalend is en niet de datum van betaling van de uitgaven verbonden aan die opvang.

Dit betekent concreet dat uitgaven die werden betaald vóór publicatie van het modelattest, maar die betrekking hebben op een activiteit die plaatsvindt vanaf publicatie van het modelattest, moeten worden vermeld op het verplichte modelattest. De gegevens vermeld op die attesten moeten, behoudens vrijstelling, ook via elektronische weg worden bezorgd aan de administratie.

Tolerantie voor scholen

Voor kinderopvangactiviteiten die vóór 01.09.2022 plaatsvinden, mogen scholen hun eigen attest of het vroegere niet-verplichte attest van de administratie blijven gebruiken. Voor die activiteiten is er nog geen verplichting om ze via elektronische weg te versturen.

Vanaf het begin van het schooljaar 2022 moeten de scholen alle nodige informatie verzamelen, zodat zij de gegevens digitaal naar de FOD Financiën kunnen versturen. Concreet zullen scholen voor opvangactiviteiten die plaatsvinden vanaf 01.09.2022 de attesten 281.86 moeten opstellen en de gegevens vermeld op die attesten elektronisch aan de FOD Financiën moeten bezorgen.

2.2. Wat met de opvangactiviteiten die in 2021 en begin 2022 plaatsvonden vóór publicatie van het verplichte attest?

Voor de opvangactiviteiten die werden georganiseerd vóór de publicatie van het nieuwe modelattest, d.w.z. vóór 27.01.2022, wordt aanvaard dat het gebruikelijke attest (eigen model of het oude, niet verplichte attest) verder wordt gebruikt. Voor die activiteiten geldt er nog geen verplichting om de gegevens op elektronische wijze aan de administratie te bezorgen.

De opvanginstanties kunnen er wel vrijwillig voor kiezen om het nieuwe attest te gebruiken en de gegevens elektronisch aan de administratie te bezorgen. Het voordeel daarvan is dat de elektronisch doorgestuurde attesten worden opgenomen in MyMinfin, wat de betrokken belastingplichtigen het voordeel biedt dat zij eenvoudiger hun aangifte in de personenbelasting kunnen invullen.

2.3. [Verduidelijkingen!] Wie moet het attest opstellen en de gegevens aan de administratie bezorgen?

Het opstellen van het attest en de elektronische verzending van de gegevens moet wettelijk gezien gebeuren door de instantie die de opvang doet. Die instantie kan een volmacht of mandaat geven aan een andere instantie om de elektronische verzending van de gegevens te doen.

De opvanginstantie moet de gegevens van het volledige attest invullen en langs elektronische weg aan de administratie bezorgen, dus ook de gegevens van vak I.

Het nieuwe modelattest (bijlage 2) houdt hiermee rekening en in tegenstelling tot wat het geval was bij het oude modelattest, moeten vakken I en II worden ingevuld door dezelfde instantie, nl. de instantie die de opvang heeft gedaan.

[Verduidelijkingen!] Betaling aan een andere instantie dan de instantie die de opvang doet

Wanneer de opvang wordt betaald aan een andere instantie dan de instantie die de opvang doet, dan is het de instantie die de betaling ontvangt die het attest moet uitreiken.

Voorbeelden:

- Wanneer een kind wordt opgevangen door een onthaalgezin dat afhangt van een dienst, worden de uitgaven voor kinderoppas niet aan het onthaalgezin maar aan de dienst betaald. In dat geval is het de dienst die het attest moet opstellen en uitreiken.

- Wanneer een organisatie A de kinderoppas via onderaanneming laat uitvoeren door organisatie B, maar organisatie A stelt de facturen op en ontvangt de betalingen, dan is het organisatie A die het attest moet opstellen en uitreiken.

2.4. Kunnen secundaire scholen nu worden beschouwd als opvanginstanties?

Ja, aangezien de leeftijdsgrens van het kind is verhoogd tot 14 jaar vanaf aanslagjaar 2021 (uitgaven gedaan in 2020).

2.5. Moet een commerciële onderneming die kampen voor jongeren organiseert het modelattest gebruiken?

Neen. Een commerciële onderneming die kampen voor jongeren organiseert mag het modelattest niet gebruiken aangezien het niet gaat om kinderoppas die recht geeft op de belastingvermindering.

Activiteiten georganiseerd met een winstoogmerk worden immers niet beoogd door de belastingvermindering. Commerciële ondernemingen, zoals bijvoorbeeld binnen- en buitenspeeltuinen, fitnesscentra, reisbureaus, ontvangen in principe geen vergunning, erkenning, subsidiëring, kwaliteitslabel of staan niet onder toezicht of controle (overeenkomstig de wet- of regelgeving van de gemeenschappen) van de certificeringsinstanties voor de opvang van kinderen.

2.6. Binnen welke termijn moeten de gegevens vermeld op de attesten aan de administratie worden bezorgd?

De gegevens moeten worden verzonden vóór 1 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de attesten betrekking hebben.

Voorbeeld: de gegevens m.b.t. de in de loop van 2022 betaalde uitgaven voor kinderoppas moeten dus vóór 01.03.2023 worden verzonden.

De gegevens van de attesten moeten worden verzonden via de toepassing Belcotax-on-web (www.belcotaxonweb.be).

2.7. [Nieuwe FAQ!] De elektronische verzending is niet verplicht zolang de opvanginstantie niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt. Hoe kan men die vrijstelling krijgen?

Als de persoon of de instantie die instaat voor de kinderoppas niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om gegevens via elektronische weg over te maken (bijvoorbeeld: geen pc), dan moet hij of zij geen vrijstelling aanvragen.

De administratie is zich er wel degelijk van bewust dat deze nieuwe maatregel ontwikkelingen vereist voor de opvanginstanties.

Die vrijstelling is echter bedoeld om de overgang naar het nieuwe systeem te vergemakkelijken en zal waarschijnlijk niet permanent zijn.

2.8. Betekent de verzending aan de administratie van de gegevens vermeld op de attesten dat er geen attest meer moet worden bezorgd aan de schuldenaars van de uitgaven voor kinderoppas?

Neen, de opvanginstanties zijn ook verplicht het modelattest te bezorgen aan de schuldenaars van de uitgaven voor kinderoppas, zodat zij hun attest kunnen gebruiken om hun belastingaangifte na te kijken wanneer de gegevens al vooraf zijn ingevuld, of om hun aangifte in te vullen wanneer dat niet het geval is. De manier waarop de opvanginstanties dit bezorgen heeft geen belang (papieren attest, elektronisch attest verzonden via mail, …).

2.9. [Nieuwe FAQ!] Hoe lang moeten de opvanginstanties de gegevens van de attesten bewaren?

De gegevens van de attesten moeten worden bewaard tot het verstrijken van het zevende jaar of het zevende boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk.

3. INVULLEN VAN HET ATTEST

3.1. Moet er één attest per kind worden opgesteld?

Het is mogelijk om meerdere attesten per kind op te stellen, bijvoorbeeld omdat de opvanginstantie opteert om per type opvang een attest op te stellen.

Anderzijds voorziet het modelattest dat er tot vier opvangperiodes kunnen worden vermeld. Wanneer er meer dan vier periodes te vermelden zijn, is het dus noodzakelijk om meerdere attesten voor hetzelfde kind op te stellen.

3.2. Voor welk jaar moet het attest worden opgesteld wanneer de opvang en de betaling plaatsvinden in een ander jaar?

Voor het jaar van betaling. De uitgaven voor kinderoppas geven maar recht op de belastingvermindering voor het jaar waarin zij werkelijk werden betaald.

Voorbeelden

- een opvang vindt plaats in 2021 en wordt betaald in 2022: te vermelden op het attest van het jaar 2022

- een opvang wordt vooruitbetaald in december 2021 en vindt plaats in januari 2022: te vermelden op het attest van het jaar 2021. Opgelet, het attest mag enkel worden opgesteld als de opvang daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

3.3. [Nieuwe FAQ!] Wat indien de opvang en de betaling plaatsvinden in een ander jaar en de opvang pas plaatsvindt na de termijn waarbinnen de gegevens aan de administratie moeten worden bezorgd?

Uitgaven voor kinderoppas geven maar recht op de belastingvermindering voor het jaar waarin zij werkelijk zijn betaald.

Het moet daarnaast gaan om uitgaven voor oppas die effectief heeft plaatsgevonden.

Het attest kan dus maar worden opgesteld nadat de oppas heeft plaatsgevonden.

Voorbeeld

Een sportkamp wordt volledig betaald in december 2021. Het kamp vindt plaats van 3 tot 10.07.2022. Het attest kan maar worden opgesteld na het einde van het kamp.

Als de schuldenaar van de uitgaven zijn attest niet tijdig heeft ontvangen om de uitgaven voor kinderoppas in zijn belastingaangifte te vermelden, zal hij, zodra hij het attest ontvangt, een correctie kunnen vragen bij zijn taxatiedienst.

De opvanginstantie zal de gegevens nog elektronisch aan de administratie kunnen bezorgen via Belcotax-on-web.

3.4. [Nieuwe FAQ!] De uitgaven voor kinderoppas worden verspreid over 2 jaar betaald. Voor welk jaar en voor welk bedrag moet het attest worden opgesteld?

Wanneer een factuur gedeeltelijk wordt betaald, wordt de oppas als effectief betaald beschouwd wanneer de volledige factuur is betaald.

In geval van voorschotten of gesplitste betalingen, wordt de oppas als effectief betaald beschouwd wanneer de volledige oppas is betaald. Het attest kan dus worden opgesteld voor het volledige bedrag voor het jaar waarin de opvang volledig is betaald.

Voorbeeld 1

Eén oppasdag wordt gefactureerd aan 20 euro. De schuldenaar betaalt 12 euro in 2021 en 8 euro in 2022. Die oppasdag is volledig betaald in 2022. Hij moet dus worden vermeld op het attest met betrekking tot het jaar 2022 (1 dag, dagtarief 20 euro).

Voorbeeld 2

Voor het schooljaar 2022-2023 maakt een internaat 3 voorschotfacturen: in augustus 2022, december 2022 en maart 2023. De eindafrekening wordt opgesteld in de laatste week van juni 2023. De ouders betalen het saldo onmiddellijk en de oppas is dus volledig betaald in juni 2023. Het internaat moet het attest voor het jaar 2023 opstellen voor het totale bedrag.

3.5. Moet er een attest worden opgesteld als een opvang werd betaald, maar het kind hieraan niet heeft deelgenomen?

Neen, er mag geen attest worden opgesteld als er geen opvang is geweest. Het speelt hierbij geen rol of de opvang volledig, gedeeltelijk of niet werd terugbetaald.

Om dezelfde reden mag ook voor de annuleringskosten geen attest worden uitgereikt.

3.6. [Nieuwe FAQ!] Een reeds betaalde opvang wordt geannuleerd en het betaalde bedrag wordt later gebruikt voor een opvangactiviteit die wel doorgaat. Hoe moet het attest worden opgesteld?

Er mag geen attest worden uitgereikt wanneer de opvang niet heeft plaatsgevonden (er is dan immers geen sprake van uitgaven voor kinderoppas). De opvanginstantie kan het attest dus pas correct opstellen nadat de opvangactiviteit heeft plaatsgevonden.

Wanneer het betaalde bedrag ter beschikking wordt gesteld van de belastingplichtige via bijvoorbeeld een soort elektronische portefeuille en het tegoed nadien wordt aangewend voor effectieve oppasdagen, kan het bedrag dat als betaling wordt aangewend voor dat belastbaar tijdperk in aanmerking komen voor de belastingvermindering. De beoordeling van de voorwaarden (bijvoorbeeld de leeftijd van het kind) gebeurt in functie van de opvangactiviteit die effectief doorgaat. Als aan alle voorwaarden is voldaan, mag de uitgave op het fiscaal attest worden vermeld voor het jaar waarin het tegoed werd aangewend als betaling.

Voorbeeld

Een scoutskamp wordt volledig betaald in december 2021. Het kamp zou doorgaan in juli 2022, maar wordt geannuleerd wegens slechte weersomstandigheden. Het betaalde bedrag wordt ter beschikking gehouden via een elektronische portefeuille voor een later kamp. In april 2023 vindt het kamp plaats en op dat moment wordt het tegoed van de elektronische portefeuille aangewend voor de betaling ervan. Als aan alle voorwaarden is voldaan (leeftijd van het kind op het moment van het kamp, …), mag het attest worden opgesteld voor het jaar 2023.

3.7. Vak I

3.7.1. WAT WORDT VERWACHT VAN DE CERTIFICERINGSINSTANTIES (KIND & GEZIN/OPGROEIEN REGIE, ONE, LOKALE OPENBARE BESTUREN OF OPENBARE BESTUREN VAN DE GEMEENSCHAPPEN OF DE GEWESTEN, …)?

De certificeringsinstanties gaan, naar gelang het geval, de opvanginstanties vergunnen, erkennen, subsidiëren, controleren, er toezicht over houden of hen een kwaliteitslabel toekennen (overeenkomstig de communautaire wet- of regelgeving). In het geval van scholen of hun inrichtende machten, zijn de opvanginstanties met de certificeringsinstanties verbonden.

Hierdoor kunnen de opvanginstanties in vak I van het attest verklaren dat zij, naargelang het geval, die vergunning, erkenning, subsidie, … hebben ontvangen en van welke certificeringsinstantie ze dit hebben ontvangen.

De opvang moet, om in aanmerking te kunnen komen voor de belastingvermindering, immers zijn gedaan door personen of instanties die zijn vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door een 'certificeringsinstantie', die onder toezicht staan of een kwaliteitslabel hebben ontvangen van een certificeringsinstantie of die zijn verbonden met scholen of hun inrichtende machten.

3.7.2. [NIEUWE FAQ!] ENKEL OPVANG GEORGANISEERD DOOR ERKENDE, GESUBSIDIEERDE, … OPVANGINSTANTIES GEVEN RECHT OP DE BELASTINGVERMINDERING. KAN DE FOD FINANCIËN MIJN OPVANGINSTANTIE DE NODIGE ERKENNING GEVEN?

Neen.

De instantie of persoon die instaat voor de opvang moet zijn:

- vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door een 'certificeringsinstantie' of onder toezicht staan van of een kwaliteitslabel hebben ontvangen van een dergelijke instantie

- verbonden met een school gevestigd in de Europese Economische Ruimte of met de inrichtende macht van een school gevestigd in de Europese Economische Ruimte.

De erkenning, subsidiëring of controle door de lokale openbare besturen of de openbare besturen van de gemeenschappen of van de gewesten moet gebeuren binnen de hen toegekende bevoegdheden en betrekking hebben op de opvang van kinderen.

De procedure om de vergunning, erkenning, subsidiëring, … te krijgen, behoort dus tot de bevoegdheid van de certificeringsinstantie en niet van de FOD Financiën.

3.7.3. MOET VAK I ALTIJD WORDEN INGEVULD?

Neen. In volgende gevallen moet alleen vak II worden ingevuld:

- wanneer de opvang rechtstreeks wordt betaald aan een van de 'certificeringsinstanties'. Dit is doorgaans het geval wanneer de voormelde instanties zelf de opvang organiseren, bijvoorbeeld:

* een speelplein georganiseerd door de gemeente tijdens de vakantie
* de kinderoppas geregeld door de school tijdens de middag.

- wanneer het gaat om professionele thuisopvang van zieke kinderen, bijvoorbeeld thuisopvang die door bepaalde mutualiteiten wordt georganiseerd.

3.7.4. [NIEUWE FAQ!] WANNEER MOET VOOR DE OPVANG VAN EEN ZIEK KIND VAK I WORDEN INGEVULD OF ENKEL VAK II?

In het geval van opvang van zieke kinderen zijn er twee mogelijke situaties:

- De opvanginstantie is erkend, vergund, …: deze opvang kwam in het verleden ook al in aanmerking voor de belastingvermindering (vb. opvang van zieke kinderen door een instantie die is erkend door het 'Office de la Naissance et de l'Enfance'). In dit geval zullen beide vakken van het attest door de opvanginstantie worden ingevuld: in vak I geeft de opvanginstantie aan dat zij is erkend, vergund, … en in vak II vermeldt zij de gegevens i.v.m. de opvang.

- De opvanginstantie is niet erkend, vergund, …: deze opvang komt vanaf inkomstenjaar 2020, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking voor de belastingvermindering (vb. opvang van zieke kinderen door bepaalde mutualiteiten). In dit geval zal de opvanginstantie enkel vak II van het attest invullen.

3.8. Vak II

3.8.1. [NIEUWE VERDUIDELIJKINGEN!] WIE IS DE SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN VOOR KINDEROPPAS?

De schuldenaar van de uitgaven is de persoon die normaal gezien gehouden is tot de betaling van de uitgaven voor kinderoppas en die de uitgaven betaalt of draagt. In de praktijk zal dit doorgaans de persoon zijn die het kind inschrijft voor de opvang.

De opvanginstanties moeten niet nagaan of de schuldenaar de uitgaven ook daadwerkelijk zelf heeft betaald. De uitgaven kunnen, in eerder uitzonderlijke gevallen, immers ook worden betaald door een derde die handelt in naam en tot kwijting van de schuldenaar.

In een dergelijk geval is het wel degelijk de persoon die gehouden is tot betaling van de uitgaven die op het attest moet worden vermeld als schuldenaar van de uitgaven, ook al is de materiële betaling uitgevoerd door die derde.

Voorbeeld 1

Een alleenstaande moeder reserveert voor haar kind een kamp in de zomervakantie en geeft haar gegevens door aan de opvanginstantie. De grootmoeder van het kind doet de betaling in naam en tot kwijting van haar dochter.

De opvanginstantie stelt het attest op naam van de moeder op. Zij is schuldenaar van de uitgaven (diegene die in principe de opvang moet betalen).

Voorbeeld 2

Gescheiden ouders reserveren samen een kamp georganiseerd door Sport Vlaanderen en betalen elk de helft.

De opvanginstantie stelt een attest op voor elke ouder, met vermelding van de helft van de uitgaven. Elke ouder betaalt immers de helft van de totale uitgave voor zichzelf en niet in naam en tot kwijting van de andere ouder.

3.8.2. HEEFT DE SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN ALTIJD RECHT OP DE BELASTINGVERMINDERING?

Neen. De schuldenaar die op het attest wordt vermeld, zal enkel recht hebben op de belastingvermindering als hij het kind ten laste heeft of als hij de helft van het fiscaal voordeel voor kinderen ten laste krijgt (fiscaal co-ouderschap), en indien aan alle andere wettelijke voorwaarden is voldaan.

Voorbeeld

De ouders van Theo zijn gescheiden. Theo is ten laste van zijn moeder, er is geen fiscaal co-ouderschap.

De vader reserveert een vakantiekamp voor Theo. Hij geeft zijn gegevens door aan de opvanginstantie en doet ook de effectieve betaling.

De opvanginstantie stelt het attest op naam van de schuldenaar van de uitgaven op (de vader). Aangezien de vader Theo niet ten laste heeft en er evenmin fiscaal co-ouderschap is, heeft hij geen recht op de belastingvermindering.

3.8.3. IS HET NIET BETER OM OP HET ATTEST DE GEGEVENS TE VERMELDEN VAN DEGENE DIE HET KIND TEN LASTE HEEFT (OF DIE CO-OUDERSCHAP HEEFT) I.P.V. DE GEGEVENS VAN DE SCHULDENAAR?

In sommige gevallen wordt de opvang van het kind gereserveerd en betaald door een persoon die het kind niet fiscaal ten laste heeft (en die geen fiscaal co-ouderschap heeft). De gegevens van de persoon die het kind ten laste heeft moeten niet worden vermeld aangezien deze de kosten voor kinderoppas noch heeft betaald, noch heeft gedragen.

Voorbeeld

De ouders van Emma zijn gescheiden. Emma is ten laste van haar vader, er is geen fiscaal co-ouderschap.

De moeder van Emma reserveert een opvangactiviteit voor haar dochter. Zij geeft haar gegevens door aan de opvanginstantie en doet ook de betaling.

De opvanginstantie stelt het attest op naam van de schuldenaar van de uitgaven op (de moeder). Aangezien de moeder Emma niet ten laste heeft en er evenmin fiscaal co-ouderschap is, heeft zij geen recht op de belastingvermindering.

De vader, die Emma ten laste heeft, heeft evenmin recht op de belastingvermindering voor die uitgaven aangezien hij ze noch betaald noch gedragen heeft. Het attest mag niet op zijn naam worden opgesteld.

Anderzijds is het niet de taak van de persoon of de instantie die instaat voor de opvang om na te gaan wie het kind ten laste heeft. Zij moeten dus geen opzoekingen in die zin verrichten, wat in de praktijk bovendien moeilijk zou zijn.

3.8.4. [NIEUWE FAQ!] WAT INDIEN DE OPVANGINSTANTIE DE SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN NIET KENT?

De identificatiegegevens van de schuldenaar van de uitgaven (naam, voornaam, adres, nationaal nummer) zijn nodig om het attest te kunnen toewijzen aan het fiscaal dossier van de betrokkene. Op die manier kunnen de uitgaven, op termijn, vooraf worden ingevuld in de aangifte in de personenbelasting. Zo wordt de administratieve last voor de burger verminderd.

Indien de opvanginstantie niet kan bepalen wie de schuldenaar van de uitgaven is, zal zij aan de ouders moeten vragen op wiens naam het attest moet worden opgesteld. In die communicatie naar de ouders toe, kan worden gewezen op de impact van die keuze:

- Indien de ouders gezamenlijk worden belast: het maakt geen verschil op wiens naam het attest 281.86 is opgesteld.

- Indien de ouders afzonderlijk worden belast (vb. feitelijk samenwonende koppels, gescheiden koppels):

* enkel de ouder die het kind fiscaal ten laste heeft, kan recht hebben op de belastingvermindering (indien aan alle andere voorwaarden is voldaan)
* in geval van fiscaal co-ouderschap kunnen beide ouders recht hebben op de belastingvermindering (indien aan alle andere voorwaarden is voldaan). Zie FAQ 3.8.7.

- Wanneer de ouders deze gegevens niet bezorgen, zal er geen geldig attest 281.86 kunnen worden uitgereikt en kunnen de betrokkenen geen recht hebben op de belastingvermindering.

3.8.5. [NIEUWE FAQ!] HEEFT DE OPVANGINSTANTIE EEN VERANTWOORDELIJKHEID ALS ZIJ ER NIET IN SLAAGT OM DE GEGEVENS VAN DE SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN TE BEKOMEN?

Neen, als er geen geldig attest kan worden uitgereikt omdat de ouders de gegevens niet aanleveren ondanks de vragen van de opvanginstantie, dan behoort dit tot de verantwoordelijkheid van de ouders.

Zonder attest kunnen zij geen recht hebben op de belastingvermindering.

3.8.6. [NIEUWE FAQ!] MOGEN OPVANGINSTANTIES ERVOOR KIEZEN OM ENKEL EEN ATTEST UIT TE REIKEN AAN DE SCHULDENAARS VAN DE UITGAVEN DIE ERNAAR VRAGEN?

Neen, het gebruik van het modelattest is verplicht in het kader van de belastingvermindering, evenals de elektronische verzending van de gegevens vermeld op de attesten.

Er wordt opgemerkt dat sommige ouders misschien niet weten dat zij een belastingvermindering kunnen krijgen en dus ook niet zelf naar het attest zullen vragen.

Wanneer de schuldenaar van de uitgaven echter expliciet aangeeft dat hij geen attest wil, moet de opvanginstantie geen attest uiteiken. De opvanginstantie is niet verantwoordelijk in een dergelijke situatie. De schuldenaar moet er zich van bewust zijn dat hij zonder het attest geen recht kan hebben op de belastingvermindering.

3.8.7. [NIEUWE FAQ!] OP HET ATTEST KAN MAAR ÉÉN SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN WORDEN VERMELD. HOE MOET HET ATTEST WORDEN OPGESTELD IN GEVAL VAN FISCAAL CO-OUDERSCHAP WAARBIJ ELKE OUDER EEN DEEL VAN DE UITGAVEN HEEFT BETAALD EN EEN ATTEST VRAAGT?

In geval van fiscaal co-ouderschap is het mogelijk dat beide ouders voor dezelfde opvang een attest vragen omdat zij ieder een deel van de opvang hebben betaald (meestal ieder de helft) en zij beiden recht kunnen hebben op de belastingvermindering. In dat geval moeten twee afzonderlijke attesten worden opgesteld, waarbij op elk attest het aantal dagen en het dagtarief (indien hoger dan het maximumbedrag), maar enkel de door die persoon betaalde uitgaven worden vermeld. Men kan er dan van uitgaan dat elke ouder de helft heeft betaald, behoudens tegenbewijs. Er mogen dus in geen geval twee attesten voor het totaalbedrag van de uitgaven worden uitgereikt.

Het volgnummer van elk attest, dat wordt vermeld in vak II, zal verschillend moeten zijn. Zij hebben beide betrekking op dezelfde oppas, maar zijn bestemd voor verschillende personen.

Wanneer het dagtarief moet worden vermeld (omdat dit hoger ligt dan het maximumbedrag per oppasdag en per kind), zal het ontvangen bedrag in dergelijk geval niet overeenstemmen met het product van het aantal dagen en het dagtarief (zie voorbeeld 2 hierna). De vermelding van het dagtarief is in dat geval wel noodzakelijk zodat de ouders de begrenzing per oppasdag en per kind correct kunnen toepassen.

Voorbeeld 1:

Naschoolse opvang van 01.02.2022 t.e.m. 30.06.2022 (90 dagen), dagtarief: 3 euro, gefactureerd bedrag: 270 euro.

Beide ouders (in fiscaal co-ouderschap) wensen een fiscaal attest aangezien zij ieder een deel van de opvang hebben betaald.

Er moeten in dat geval twee afzonderlijke attesten worden opgesteld, één op naam van elke ouder. Op elk attest wordt bij de rubriek 'periode waarin het kind is opgevangen' het volgende vermeld:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.02.2022 tot 30.06.2022

90

135 euro

Voorbeeld 2:

Naschoolse opvang van 01.02.2022 t.e.m. 30.06.2022 (90 dagen), dagtarief: 15 euro, gefactureerd bedrag: 1.350 euro.

Beide ouders (in fiscaal co-ouderschap) wensen een fiscaal attest aangezien zij ieder een deel van de opvang hebben betaald.

Er moeten in dat geval twee afzonderlijke attesten worden opgesteld, één op naam van elke ouder. Op elk attest wordt bij de rubriek 'periode waarin het kind is opgevangen' het volgende vermeld:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.02.2022 tot 30.06.2022

90

15

675 euro

Aangezien het dagtarief het maximumbedrag van toepassing voor het inkomstenjaar 2022 overschrijdt (14,40 euro per oppasdag en per kind), zullen de ouders dit maximumbedrag moeten toepassen om hun belastingaangifte in de vullen: (90 x 14,40) : 2 = 648 euro.

3.8.8. [NIEUWE FAQ!] ALS DE SCHULDENAAR VAN DE UITGAVEN VERHUIST NADAT HET ATTEST WERD OPGESTELD, MOET ER DAN EEN TWEEDE ATTEST WORDEN OPGESTELD?

Neen.

Het belangrijkste voor de identificatie van de schuldenaar van de uitgaven is het identificatienummer van het Rijksregister.

Het volstaat om het laatst gekende adres te vermelden op het attest.

3.8.9. ZULLEN DE PERSONEN DIE DE OPVANG RESERVEREN NIET WEIGEREN OM HUN IDENTIFICATIENUMMER VAN HET RIJKSREGISTER (OF, IN VOORKOMEND GEVAL, HET IDENTIFICATIENUMMER VAN DE KSZ) EN DAT VAN HET KIND MEE TE DELEN OMWILLE VAN PRIVACY REDENEN?

Hier is geen reden voor. De opvanginstanties hebben de toelating om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, zowel van de schuldenaar van de uitgaven als van het betrokken kind, te verzamelen, te verwerken en mee te delen, met als enig doel de identificatie in het kader van de elektronische verzending aan de administratie.

Opmerking: voor de identificatie van natuurlijke personen die niet zijn ingeschreven in het voormelde register, zal het identificatienummer van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid worden gevraagd.

3.8.10. HET KIND WAS JONGER DAN 14 JAAR (OF 21 JAAR IN HET GEVAL VAN EEN KIND MET EEN ZWARE HANDICAP) OP HET MOMENT VAN DE BETALING VAN DE OPVANG, MAAR OUDER DAN 14 JAAR (OF 21 JAAR) OP HET MOMENT VAN DE OPVANG. MAG ER EEN ATTEST WORDEN OPGESTELD?

Neen. Het kind mag de leeftijd van 14 jaar (of 21 jaar in het geval van een kind met een zware handicap) niet bereikt hebben op het ogenblik van de opvang.

Voorbeeld

Lena, geboren op 05.07.2007, heeft deelgenomen aan een sportkamp dat door Sport Vlaanderen werd georganiseerd van 18.07.2021 tot 22.07.2021.

De ouders hebben de deelnameprijs op 04.04.2021 betaald.

In dit geval kan geen attest worden uitgereikt, aangezien Lena op het ogenblik van de opvang de leeftijd van 14 jaar reeds had bereikt.

3.8.11. [NIEUWE VERDUIDELIJKINGEN!] WAT ALS HET ATTEST MEER DAN 4 PERIODES OMVAT?

In dat geval moeten meerdere attesten voor hetzelfde kind worden opgesteld.

Het is niet mogelijk om een excel-bestand toe te voegen als bijlage.

3.8.12. HOE MOET HET AANTAL DAGEN WORDEN INGEVULD ALS DE OPVANG ONVOLLEDIGE DAGEN BEVAT?

Het aantal dagen wordt vermeld ongeacht de duur van de opvang per dag.

Voorbeeld

Lou wordt 50 halve dagen opgevangen door een opvanginstantie waaraan een kwaliteitslabel is toegekend. Zijn ouders betalen hiervoor 15 euro per halve dag.

Te vermelden op het attest:

Aantal dagen: 50
Dagtarief: 15 euro

3.8.13. MOET HET DAGTARIEF ALTIJD WORDEN VERMELD?

Neen, het dagtarief moet enkel worden vermeld indien het meer bedraagt dan het voor dat jaar van toepassing zijnde maximumbedrag per oppasdag en per kind.

Wanneer er verschillende tarieven van toepassing zijn en minstens één ervan overschrijdt het maximumbedrag, moeten alle toepasselijke dagtarieven worden vermeld, dus ook de tarieven lager dan of gelijk aan het maximum.

Voorbeelden

- Arthur blijft elke dag één uur in de opvang van zijn school. De prijs bedraagt 0,75 euro per begonnen half uur, het dagtarief is dus 1,50 euro. De school moet het dagtarief niet vermelden op het attest aangezien dit lager is dan het voor het jaar 2022 van toepassing zijnde maximumbedrag per oppasdag per kind (nl. 14,40 euro).

- Olivia wordt volledige dagen aan 15 euro en halve dagen aan 7,50 euro opgevangen door een crèche. De crèche moet beide tarieven vermelden op het attest aangezien één van de twee tarieven het maximumbedrag overschrijdt dat van toepassing is voor de uitgaven van het jaar 2022 (nl. 14,40 euro).

3.8.14. [NIEUWE VERDUIDELIJKINGEN!] HET MAXIMUMBEDRAG VAN DE UITGAVEN WORDT VOORTAAN GEÏNDEXEERD. WAAR KAN HET JAARLIJKS MAXIMUM WORDEN GECONSULTEERD?

Het maximumbedrag wordt vermeld op de website van de FOD Financiën, in de FAQ die bedoeld zijn om particulieren te helpen om hun uitgaven voor kinderoppas in te vullen in de belastingaangifte.

Dit bedrag is ook opgenomen in een bericht dat jaarlijks in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, nl. 'Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen'.

Voor de uitgaven van het jaar 2021 (aanslagjaar 2022), bedraagt het maximumbedrag 14 euro per oppasdag en per kind.

Voor de uitgaven van het jaar 2022 (aanslagjaar 2023), bedraagt het maximumbedrag 14,40 euro per oppasdag en per kind.

3.8.15. WELK MAXIMUMBEDRAG IS VAN TOEPASSING WANNEER DE OPVANG EN DE BETALING IN EEN ANDER JAAR PLAATSVINDEN? HET MAXIMUMBEDRAG VAN HET JAAR VAN DE OPVANG OF DAT VAN HET JAAR VAN BETALING?

Het maximumbedrag van het jaar van betaling. De uitgaven voor kinderoppas geven maar recht op de belastingvermindering voor het jaar waarin zij werkelijk werden betaald.

Het is dus het maximumbedrag per dag van het jaar van betaling van de uitgaven dat van toepassing is, en niet dat van het jaar van de opvang.

3.9. Opstellen van het attest – Voorbeelden

In de onderstaande voorbeelden gaan we ervan uit dat de opvanginstanties er vrijwillig voor kiezen om het nieuwe modelattest te gebruiken voor de opvangactiviteiten die plaatsvinden vóór 27.01.2022.

3.9.1. VOORBEELD 1

Jonas, geboren op 03.02.2019, wordt door zijn mama toevertrouwd aan een crèche die is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door of die onder toezicht staat van of waaraan een kwaliteitslabel werd toegekend door Kind & Gezin/Opgroeien regie sinds 01.03.2021. In 2021 is een bedrag van 1.275 euro betaald voor kinderoppas.

Dit bedrag komt overeen met de opvang van Jonas van 01.04.2021 tot 31.12.2021, nl. 70 dagen aan 15 euro per dag en 30 halve dagen aan 7,50 euro per dag.

De mama heeft haar kind ingeschreven in de crèche en heeft haar gegevens aan de opvanginstantie gegeven. De grootmoeder doet de betaling in naam en tot kwijting van haar dochter.

De opvanginstantie is dus de crèche en de certificeringsinstantie is Kind & Gezin/Opgroeien regie.

De crèche gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens.

Vervolgens vult zij vak I als volgt in:

- de crèche kruist het eerste vakje aan om te verklaren dat zij is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door of onder toezicht staat van of een kwaliteitslabel heeft ontvangen van Kind & Gezin/Opgroeien regie

- zij geeft vervolgens aan dat wat zij heeft verklaard, geldig is voor de periode van 01.03.2021 tot 31.12.2021 (*)

- onderaan vak I vermeldt zij de gegevens van de certificeringsinstantie, nl. Kind & Gezin/Opgroeien regie

(*) Wanneer de instantie of persoon die instaat voor de opvang slechts gedurende een deel van het jaar waarvoor het attest wordt opgesteld is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door een certificeringsinstantie of onder toezicht staat of een kwaliteitslabel heeft ontvangen van een certificeringsinstantie, moet dit hier worden aangegeven.

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- zij vermeldt de gegevens van de mama in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'. De opvanginstantie moet het attest opstellen op naam van de schuldenaar van de uitgaven (de persoon die de uitgaven in principe betaalt of draagt).

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.04.2021 tot 31.12.2021

70

15 euro

1.050 euro

Periode 2

van 01.04.2021 tot 31.12.2021

30

7,50 euro

225 euro

Periode 3

Periode 4

Totaal

1.275 euro

3.9.2. VOORBEELD 2

Kato, geboren op 05.06.2019, wordt door haar ouders toevertrouwd aan een crèche die is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door of onder toezicht staat van Kind en Gezin / Opgroeien regie. De ouders hebben volgende betalingen gedaan in 2021:

- op 12.01.2021: 130 euro (opvang van 01.12.2020 tot 31.12.2020: 8 dagen aan 13 euro/dag en 4 halve dagen aan 6,50 euro/dag)

- op 07.02.2021: 255 euro (opvang van 01.01.2021 tot 31.01.2021: 16 dagen aan 15 euro/dag en 2 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 07.03.2021: 247,50 euro (opvang van 01.02.2021 tot 28.02.2021: 15 dagen aan 15 euro/dag en 3 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 05.04.2021: 270 euro (opvang van 01.03.2021 tot 31.03.2021: 18 dagen aan 15 euro/dag)

- op 04.05.2021: 292,50 euro (opvang van 01.04.2021 tot 30.04.2021: 17 dagen aan 15 euro/dag en 5 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 07.06.2021: 292,50 euro (opvang van 01.05.2021 tot 31.05.2021: 16 dagen aan 15 euro/dag en 7 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 06.07.2021: 247,50 euro (opvang van 01.06.2021 tot 30.06.2021: 15 dagen aan 15 euro/dag en 3 halve dagen aan 7,50 euro/dag);

- op 05.08.2021: 150 euro (opvang van 01.07.2021 tot 31.07.2021: 10 dagen aan 15 euro/dag)

- op 07.09.2021: 165 euro (opvang van 01.08.2021 tot 31.08.2021: 10 dagen aan 15 euro/dag en 2 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 06.10.2021: 300 euro (opvang van 01.09.2021 tot 30.09.2021: 18 dagen aan 15 euro/dag en 4 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 08.11.2021: 315 euro (opvang van 01.10.2021 tot 31.10.2021: 19 dagen aan 15 euro/dag en 4 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

- op 08.12.2021: 277,50 euro (opvang van 01.11.2021 tot 30.11.2021: 17 dagen aan 15 euro/dag en 3 halve dagen aan 7,50 euro/dag)

Totaal bedrag betaald in 2021: 2.942,50 euro.

De opvanginstantie is de crèche en de certificeringsinstantie is Kind en Gezin/Opgroeien regie.

De crèche gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens.

Vervolgens vult zij vak I als volgt in:

- de crèche kruist het eerste vakje aan om te verklaren dat zij is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door of onder toezicht staat van Kind en Gezin/Opgroeien regie

- onderaan vak I vermeldt zij de gegevens van de certificeringsinstantie, nl. Kind en Gezin/Opgroeien regie.

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- zij vermeldt de gegevens van de ouder die het kind heeft ingeschreven in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.12.2020 tot 31.12.2020

8

13 euro

104 euro

Periode 2

van 01.12.2020 tot 31.12.2020

4

6,50 euro

26 euro

Periode 3

van 01.01.2021 tot 30.11.2021

171

15 euro

2.565 euro

Periode 4

van 01.01.2021 tot 30.11.2021

33

7,50 euro

247,50 euro

Totaal

2.942,50 euro

3.9.3. VOORBEELD 3

Cas, geboren op 18.01.2011, wordt door zijn ouders ingeschreven om van 05.07.2021 tot 09.07.2021 deel te nemen aan een sportkamp voor 10- tot 14-jarigen georganiseerd door een centrum van Sport Vlaanderen. De deelnameprijs bedraagt 175,50 euro. Het Sport Vlaanderen-centrum verleent een korting van 15 % aan gezinnen met drie kinderen ten laste. De ouders van Cas kunnen deze korting genieten en betalen in 2021 bijgevolg slechts 149,18 euro. De uitgaven worden betaald aan het Sport Vlaanderen-centrum.

Het Sport Vlaanderen-centrum is zowel opvanginstantie als certificeringsinstantie.

Het Sport Vlaanderen-centrum gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Het vermeldt eerst zijn gegevens. Vervolgens vult het centrum vak II van het attest in (vak I van het attest moet niet worden ingevuld).

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- het centrum vermeldt de gegevens van de ouder die het kind heeft ingeschreven in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- het vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 05.07.2021 tot 09.07.2021

5

29,84 euro (*)

149,18 euro

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Totaal

149,18 euro

(*) Het sportkamp duurt 5 dagen en de deelnameprijs dekt deze 5 dagen. Om het dagtarief te bepalen, moet de totale deelnameprijs, verminderd met de toegekende korting, worden gedeeld door het aantal dagen van het sportkamp (zie de toelichting bij de rubrieken 'Dagtarief' en 'Ontvangen bedrag' in het bericht tot vaststelling van het modelattest nr. 281.86, in bijlage 1).

3.9.4. VOORBEELD 4

Arne, geboren op 12.12.2012, gaat naar de lagere school. De lagere school biedt aan de ouders voor- en naschoolse opvang aan, namelijk:

- 's morgens vanaf 7 uur tot 8.15 u.

- 's avonds vanaf 15.15 u. tot 18 u.

- op woensdagnamiddag van 12.05 u. tot 14 u.

De prijs hiervoor bedraagt 0,74 euro per begonnen half uur en de kosten worden verrekend via de schoolrekening.

Het maximale dagtarief voor de voor- en naschoolse opvang is dus:

- voor alle weekdagen behalve woensdag: 9 x 0,74 = 6,66 euro/dag (*)

(*) 3 begonnen halve uren voor de ochtend en 6 begonnen halve uren voor de avond

- voor woensdag: 7 x 0,74 = 5,18 euro (*).

(*) 3 begonnen halve uren voor de ochtend en 4 begonnen halve uren voor de namiddag.

Anderzijds wordt het middagtoezicht (alle dagen behalve op woensdag) verzekerd door de oudervereniging in de gebouwen van de lagere school. De lagere school houdt de administratieve gegevens van de leerlingen bij.

De prijs voor het middagtoezicht bedraagt 0,12 euro per dag en de uitgaven worden aan de oudervereniging betaald.

Gedurende het jaar 2021, bezorgen de school en de oudervereniging elk vier keer een factuur aan de ouders die deze onmiddellijk betalen via bankoverschrijving. De schoolrekeningen die werden betaald in 2021 hebben betrekking op de gemaakte kosten (die de bovenvermelde opvang bevatten) voor de volgende periodes:

- van 01.11.2020 tot 31.12.2020:

aantal dagen voor- en naschoolse opvang uitgezonderd woensdag: 24

aantal woensdagen dat Arne voor en na school werd opgevangen: 5

betaald bedrag voor de voor- en naschoolse opvang (*): 185,74 euro .

(*) 24 x 6,66 euro/dag + 5 x 5,18 euro

aantal dagen middagtoezicht (alle dagen behalve woensdag): 24

betaald bedrag voor het middagtoezicht (*): 2,88 euro.

(*) 24 x 0,12 euro/dag

- van 01.01.2021 tot 31.03.2021:

aantal dagen voor- en naschoolse opvang uitgezonderd woensdag: 46

aantal woensdagen dat Arne voor en na school werd opgevangen: 13

betaald bedrag voor de voor- en naschoolse opvang (*): 373,70 euro.

(*) 46 x 6,66 euro/dag + 13 x 5,18 euro

aantal dagen middagtoezicht (alle dagen behalve woensdag): 46

betaald bedrag voor het middagtoezicht (*): 5,52 euro

(*) 46 x 0,12 euro/dag

- van 01.04.2021 tot 30.06.2021:

aantal dagen voor- en naschoolse opvang uitgezonderd woensdag: 40

aantal woensdagen dat Arne voor en na school werd opgevangen: 11

betaald bedrag voor de voor- en naschoolse opvang (*): 323,38 euro.

(*) 40 x 6,66 euro/dag + 11 x 5,18 euro.

aantal dagen middagtoezicht (alle dagen behalve woensdag): 40

betaald bedrag voor het middagtoezicht (*): 4,80 euro.

(*) 40 x 0,12 euro/dag.

- van 01.09.2021 tot 31.10.2021:

aantal dagen voor- en naschoolse opvang uitgezonderd woensdag: 33

aantal woensdagen dat Arne voor en na school werd opgevangen: 9

betaald bedrag voor de voor- en naschoolse opvang (*): 266,40 euro.

(*) 33 x 6,66 euro/dag + 9 x 5,18 euro.

aantal dagen middagtoezicht (alle dagen behalve woensdag): 33

betaald bedrag voor het middagtoezicht (*): 3,96 euro.

(*) 33 x 0,12 euro/dag

De opvang van Arne wordt gedaan door en betaald aan twee verschillende instanties. Elke instantie moet dus een attest opstellen.

Attest opgesteld door de lagere school

De lagere school is zowel de opvanginstantie als de certificeringsinstantie.

De lagere school gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens. Vervolgens vult zij vak II van het attest in (vak I van het attest moet niet worden ingevuld).

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- zij vermeldt de gegevens van de ouder die het kind heeft ingeschreven in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.11.2020 tot 31.10.2021

181

/ (*)

1.149,22 euro

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Totaal

1.149,22 euro

(*) Het dagtarief moet in dit geval niet vermeld worden aangezien de maximum uitgave per dag – 6,66 euro (= 9 halve uren x 0,74 euro/half uur) – het voor het jaar 2021 van toepassing zijnde maximum (nl. 14 euro) niet overschrijdt.

Attest opgesteld door de oudervereniging

De opvanginstantie is de oudervereniging en de certificeringsinstantie is de lagere school.

De oudervereniging gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens.

Vervolgens vult zij vak I als volgt in:

- de oudervereniging kruist het vierde vakje aan, om te verklaren dat zij is verbonden met een school gevestigd in de Europese Economische Ruimte

- onderaan vak I vermeldt zij de gegevens van de certificeringsinstantie, nl. de lagere school.

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- de oudervereniging vermeldt de gegevens van de ouder die het kind heeft ingeschreven in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.11.2020 tot 31.10.2021

143

/ (*)

17,16 euro

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Totaal

17,16 euro

(*) Het dagtarief moet in dit geval niet vermeld worden aangezien de maximum uitgave per dag – 0,12 euro per dag – het voor het jaar 2021 van toepassing zijnde maximum (nl. 14 euro) niet overschrijdt.

3.9.5. VOORBEELD 5

Lucie wordt opgevangen door een crèche die is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door Kind en Gezin/Opgroeien regie.

De ouders van Lucie betalen een vast maandbedrag van 280 euro ongeacht het aantal oppasdagen. Het dagtarief zal dus evolueren in functie van de aanwezigheidsdagen. Om het dagtarief te berekenen en het attest te kunnen invullen, moet het vast maandbedrag gedeeld worden door het effectief aantal oppasdagen in elke maand (*)

(*) Zie de verduidelijkingen in de rubriek 'Dagtarief' in het bericht tot vaststelling van het modelattest nr. 281.86, in bijlage 1.

Januari 2021

Aantal oppasdagen = (12 volledige dagen) + (4 halve dagen) = 14 dagen.

Vast maandbedrag/aantal oppasdagen = 280 / 14 = 20 euro = dagtarief (en dus 10 euro voor een halve dag)

Te vermelden op het attest:

- Aantal dagen (*): 12 volledige dagen en 4 halve dagen

- Dagtarief: 20 euro/dag (12 dagen) en 10 euro/dag (4 dagen).

(*) Hier mag enkel het aantal oppasdagen worden ingevuld, waarvoor de uitgaven tijdens het jaar zelf daadwerkelijk zijn betaald en waarvoor effectief opvang is verricht, ongeacht de duur van de opvang per dag. Zie de verduidelijkingen in de rubriek 'Aantal opvangdagen' in het bericht tot vaststelling van het modelattest nr. 281.86, in bijlage 1.

Februari 2021

Aantal oppasdagen = (14 volledige dagen) + (4 halve dagen) = 16 dagen.

Vast maandbedrag/aantal oppasdagen = 280 / 16 = 17,50 euro = dagtarief (en dus 8,75 euro voor een halve dag).

Te vermelden op het attest:

- Aantal dagen: 14 volledige dagen en 4 halve dagen

- Dagtarief: 17,50 euro/dag (14 dagen) en 8,75 euro/dag (4 dagen).

Maart t.e.m. juni 2021: zelfde aantal oppasdagen als in februari.

Juli 2021

Aantal oppasdagen = (9 volledige dagen) + (2 halve dagen) = 10 dagen.

Vast maandbedrag/aantal oppasdagen = 280 / 10 = 28 euro = dagtarief (en dus 14 euro voor een halve dag).

Te vermelden op het attest:

- Aantal dagen: 9 volledige dagen en 2 halve dagen

- Dagtarief: 28 euro/dag (9 dagen) en 14 euro/dag (2 dagen).

Augustus 2021: zelfde aantal oppasdagen als in juli.

September t.e.m. november 2021: zelfde aantal oppasdagen als in februari.

December 2021

Aantal oppasdagen = (18 volledige dagen) + (4 halve dagen) = 20 dagen.

Vast maandbedrag/aantal oppasdagen = 280 / 20 = 14 euro = dagtarief (en dus 7 euro voor een halve dag).

Te vermelden op het attest:

- Aantal dagen: 18 volledige dagen en 4 halve dagen

- Dagtarief: 14 euro/dag (18 dagen) en 7 euro/dag (4 dagen).

Totalen

De totale uitgaven voor kinderoppas betaald in 2021 bedragen 3.360 euro (280 euro x 12 maanden).

Er zijn in totaal 7 verschillende dagtarieven:

- januari: 20 euro/dag (12 dagen) en 10 euro/dag (4 dagen)

- februari t.e.m. juni + september t.e.m. november: 17,50 euro/dag (112 dagen) en 8,75 euro/dag (32 dagen)

- juli en augustus: 28 euro/dag (18 dagen) en 14 euro/dag (4 dagen)

- december: 14 euro/dag (18 dagen) en 7 euro/dag (4 dagen).

Attest opgesteld door de crèche

De opvanginstantie is de crèche en de certificeringsinstantie is Kind en Gezin/Opgroeien regie.

De crèche gaat het attest voor het jaar 2021 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens.

Vervolgens vult zij vak I als volgt in:

- de crèche kruist het eerste vakje aan, om te verklaren dat zij is vergund, erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door of onder toezicht staat van Kind en Gezin/Opgroeien regie

- onderaan vak I vermeldt zij de gegevens van de certificeringsinstantie, nl. Kind en Gezin/Opgroeien regie.

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld:

- zij vermeldt de gegevens van de ouder die het kind heeft ingeschreven in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

12

20 euro

240 euro

Periode 2

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

4

10 euro

40 euro

Periode 3

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

112

17,50 euro

1.960 euro

Periode 4

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

32

8,75 euro

280 euro

Totaal

2.520 euro (*)

(*) De 4 dagtarieven vermeld in deze tabel dekken 9 maanden, dus 9 x het vast maandbedrag van 280 euro = 2.520 euro werd betaald.

Er zijn meer dan 4 periodes te vermelden aangezien er in totaal 7 verschillende dagtarieven zijn. De crèche zal dus een tweede attest (*) moeten invullen, waarvan de tabel met opvangperiodes er als volgt uitziet:

(*) Zoals verduidelijkt in de rubriek 'Periode waarin het kind is opgevangen' in het bericht tot vaststelling van het modelattest nr. 281.86, in bijlage 1.

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

18

28 euro

504 euro

Periode 2

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

22

14 euro

308 euro

Periode 3

van 01.01.2021 tot 31.12.2021

4

7 euro

28 euro

Totaal

840 euro (*)

(*) De 3 dagtarieven vermeld in deze tabel dekken 3 maanden, dus 3 x het vast maandbedrag van 280 euro = 840 euro werd betaald. Door dit bedrag samen te tellen met het bedrag van de tabel in het andere attest, wordt het totaalbedrag betaald in 2021 bereikt: 3.360 euro.

3.9.6. [NIEUWE FAQ!] VOORBEELD 6

Naschoolse opvang van 01.02.2022 t.e.m. 30.06.2022 (100 dagen), dagtarief: 15 euro, gefactureerd bedrag: 1.500 euro.

In 2022 betaalt de moeder één derde van het bedrag (500 euro) en de vader het saldo (1.000 euro).

Beide ouders (in fiscaal co-ouderschap) wensen een fiscaal attest aangezien zij ieder een deel van de opvang hebben betaald. Zij laten de opvanginstantie weten dat de moeder één derde en de vader twee derde van de uitgave heeft betaald. Zie FAQ 3.8.4 en 3.8.7.

Er moeten in dit geval twee afzonderlijke attesten worden opgesteld, één op naam van elke ouder (als schuldenaar van de uitgaven).

Attesten opgesteld door de school

De school is zowel de opvanginstantie als de certificeringsinstantie.

De lagere school gaat de attesten voor het jaar 2022 invullen. Zij vermeldt eerst haar gegevens. Vervolgens vult zij vak II van het attest in (vak I van het attest moet niet worden ingevuld).

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld voor het attest van de moeder:

- de school vermeldt de gegevens van de moeder in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.02.2022 tot 30.06.2022

100

15 euro

500 euro

Periode 2


Periode 3


Periode 4

Totaal

500 euro

De rubrieken 2 en 4 van vak II worden als volgt ingevuld voor het attest van de vader:

- de school vermeldt de gegevens van de vader in de rubriek 'gegevens van de schuldenaar van de uitgaven voor kinderoppas'

- zij vermeldt in de tabel i.v.m. de periode waarin het kind is opgevangen:

Periode

Van d.d./mm/jjjj tot d.d./mm/jjjj

Aantal dagen

Dagtarief

Ontvangen bedrag

Periode 1

van 01.02.2022 tot 30.06.2022

100

15 euro

1.000 euro

Periode 2


Periode 3


Periode 4

Totaal

1.000 euro

4. VERZENDING VAN DE GEGEVENS AAN DE ADMINISTRATIE

4.1. [Wijzigingen!] Bestaan er hulpmiddelen voor een eenvoudiger gebruik van Belcotax-on-web?

Er is een autonome toepassing beschikbaar waarmee de gegevens van de attesten gemakkelijk kunnen worden gecodeerd. Er is ook een korte handleiding met enkele voorbeelden beschikbaar in de rubriek 'Technische documentatie' van de website van Belcotax-on-web (www.belcotaxonweb.be).

Dit bestand is een alternatief voor het manueel inbrengen via de schermen van Belcotax-on-web. Indien slechts een beperkt aantal attesten moet worden ingediend, is de verzending via de schermen sneller en eenvoudiger dan de verzending via een XML-bestand.

4.2. Kunnen er meerdere attesten per kind worden verstuurd?

Eenzelfde opvanginstantie kan de gegevens van meerdere attesten voor eenzelfde kind versturen, bijvoorbeeld omdat de opvanginstantie verkiest om per type opvang een attest op te stellen of omdat er meer dan vier opvangperiodes te vermelden zijn.

4.3. Kunnen de gegevens nog gewijzigd worden na de indiening ervan?

Ja, het is mogelijk om een gedane verzending te wijzigen, zelfs na de indieningstermijn (nl. tot 30 september van het derde jaar volgend op het jaar van de uitgaven).

Bron: Fisconetplus

Mots clés