Circulaire 2023/C/47 over de vergoedingen van vrijwillige ambulanciers

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 21/04/2023 de Circulaire 2023/C/47 over de vergoedingen van vrijwillige ambulanciers.

Commentaar op artikel 40, 1°, van de wet van 20.11.2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen (BS 30.11.2022, Numac 2022034191).


Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Bespreking

1. Vrijwillige ambulanciers

2. Vrijstelling van vergoedingen van vrijwillige ambulanciers

III. Inwerkingtreding

IV. Wetgeving

I. INLEIDING

1. De vrijstelling (1) van de vergoedingen van de vrijwilligers van de openbare brandweerkorpsen en van de Civiele Bescherming werd, voor de vergoedingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2019, verhoogd tot 3.750 euro (2). De maatregel werd daarnaast ook uitgebreid tot de vrijwillige ambulanciers voor prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van artikel 1 van de wet van 08.07.1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening (3).

(1) Art. 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB 92.
(2) Niet-geïndexeerd basisbedrag; 6.410 euro voor aanslagjaar 2023 en 7.020 euro voor aanslagjaar 2024.
(3) Zie de circulaires 2019/C/45 van 29.05.2019 en 2020/C/64 van 07.05.2020 over de vrijgestelde vergoedingen van vrijwillige brandweerlieden, vrijwillige ambulanciers en vrijwilligers van de Civiele Bescherming.

2. De vrijstelling van de vergoedingen van vrijwillige ambulanciers werd dus beperkt tot de vergoedingen voor prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening.

Voor de vergoedingen die vanaf 01.01.2023 worden betaald of toegekend, wordt die beperking tot dringende geneeskundige hulpverlening echter geschrapt. Op die manier komen alle vergoedingen van vrijwillige ambulanciers in aanmerking voor de fiscale vrijstelling (5).

(5) Art. 40, 1°, van de wet van 20.11.2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen (BS 30.11.2022) (hierna ‘W 20.11.2022’).

II. BESPREKING

1. Vrijwillige ambulanciers

3. Voor de toepassing van art. 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB 92 wordt verstaan onder vrijwillige ambulanciers:

- de vrijwillige ambulanciers zoals bedoeld bij artikel 103, eerste lid, 4° en tweede lid, van de wet van 15.05.2007 betreffende de civiele veiligheid.
Dit zijn meer bepaald de vrijwillige ambulanciers, die geen brandweerman zijn, die behoren tot het operationeel personeel van een hulpverleningszone. Deze vrijwillige ambulanciers zijn de personeelsleden van de zone voor wie hun functie in de zone niet hun hoofdactiviteit uitmaakt.

- De vrijwillige hulpverleners-ambulanciers die in het bezit zijn van het brevet bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 13.02.1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers.
Onder deze categorie kunnen de vrijwillige hulpverleners-ambulanciers van private ziekenwagendiensten vallen.

2. Vrijstelling van vergoedingen van vrijwillige ambulanciers

4. Ingevolge de wet van 01.03.2019 (6), werden ook de vergoedingen van de vrijwillige ambulanciers die geen brandweerman zijn ten belope van 3.750 euro (7) vrijgesteld.

(6) Wet van 01.03.2019 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde ten behoeve van de vrijwilligers bij de korpsen van de openbare brandweer en bij de civiele bescherming het fiscaal vrijgesteld bedrag te verhogen (BS 18.03.2019).
(7) Niet-geïndexeerd basisbedrag; 6.410 euro voor aanslagjaar 2023 en 7.020 euro voor aanslagjaar 2024.

5. Die vrijstelling werd evenwel beperkt tot prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening in de zin van artikel 1 van de wet van 08.07.1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. De wetgever oordeelde destijds immers dat de vrijwillige ambulanciers slechts voor zover ze onder de voornoemde bepaling vallen, geen dienst vervullen die fundamenteel verschilt van die van de vrijwillige ambulanciers-brandweermannen.

6. Voor de vergoedingen die vanaf 01.01.2023 worden betaald of toegekend, wordt de beperking tot dringende geneeskundige hulpverlening evenwel geschrapt (8).

(8) Art. 40, 1°, W 20.11.2022.

Deze schrapping is gemotiveerd door de wens van de regering om ook vrijwillige ambulanciers die geen prestaties van dringende geneeskundige hulpverlening stellen, te ondersteunen. De afgelopen jaren is hun essentiële rol in de medische hulpverlening immers aangetoond.

Daarnaast is het de bedoeling om het fiscale materiële toepassingsgebied zoveel mogelijk af te stemmen op het materiële toepassingsgebied in Sociale Zaken. Op sociaal vlak worden alle prestaties geleverd door een vrijwillige ambulancier beoogd, niettegenstaande het feit dat er wel een onderscheid wordt gemaakt tussen 'uitzonderlijke' en 'niet uitzonderlijke' prestaties voor wat betreft het al dan niet toepassen van een drempelbedrag. In de eerste categorie worden alle prestaties vrijgesteld van sociale bijdragen. In de tweede categorie wordt er gewerkt met een drempelbedrag waarbinnen de geleverde prestaties geen aanleiding geven tot sociale bijdragen, tenzij men over het drempelbedrag gaat.

Dezelfde filosofie wenst de regering door te trekken op fiscaal vlak, zij het wel zonder onderscheid te maken tussen beide soorten van prestaties. Elke prestatie geleverd door een vrijwillige ambulancier komt voortaan in aanmerking voor de fiscale vrijstelling ten belope van 3.750 euro (9).

(9) Niet-geïndexeerd basisbedrag; 6.410 euro voor aanslagjaar 2023 en 7.020 euro voor aanslagjaar 2024.

III. INWERKINGTREDING

7. De hiervoor besproken wijziging treedt in werking op 01.01.2023 (10).

(10) Art. 53, tweede lid, W 20.11.2022.

IV. WETGEVING

- Artikelen 40, 1° en 53, tweede lid, van de wet van 20.11.2022 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen (BS 30.11.2022).

- Artikel 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB 92.

Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés