De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 02/04/2025 de Circulaire 2025/C/15 over de in balans geboekte bedragen voor de uitbetaling van het vakantiegeld van het personeel.
Grenzen waarbinnen de op balans geboekte bedragen voor de uitbetaling van het vakantiegeld aftrekbaar zijn als beroepskosten.
Balans afgesloten op 31.12.2024
Deze circulaire stelt de grenzen vast waarbinnen de bedragen die in balansen afgesloten op 31.12.2024 zijn geboekt voor de uitbetaling van het vakantiegeld van het personeel in 2025, aftrekbaar zijn als beroepskosten.
De bedragen die ondernemingen in hun op 31.12.2024 afgesloten balansen hebben geboekt voor de uitbetaling van het vakantiegeld van hun personeelsleden in 2025, mogen als beroepskosten (1) worden beschouwd in de mate dat ze niet meer bedragen dan:
- 18,20 % van de vaste en veranderlijke bezoldigingen die in 2024 zijn toegekend aan bedienden die het voordeel van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers genieten, verminderd met het in 2024 toegekende aanvullende vakantiegeld (2) (dat aanvullende vakantiegeld mag ook niet worden opgenomen in de berekeningsgrondslag waarop bovenvermeld percentage moet worden toegepast)
- 10,27 % van 108/100 van de lonen die in 2024 zijn toegekend aan werklieden en leerlingen die het voordeel van diezelfde wetgeving genieten.
(1) In de zin van artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
(2) In de zin van artikel 62bis van het koninklijk besluit van 30.03.1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Er wordt opgemerkt dat het in 2024 aan flexi-jobwerknemers toegekende flexiloon en flexivakantiegeld niet in de berekeningsgrondslag van het in 2025 te betalen vakantiegeld mogen worden opgenomen daar de werkgever het flexivakantiegeld samen met het flexiloon moet uitbetalen.
Toekomstige boekjaren
Behoudens tegenbericht blijven voormelde bepalingen mutatis mutandis van toepassing op de balansen van toekomstige boekjaren.
Interne ref.: 727.220/6