• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/24 betreffende het getuigschrift van doorhaling, artikel 1653 Ger.W. – Zuiverende verkopen, artikel 1326 Ger.W. – Algemeen principe en toepassingen – Addendum: wijzigingen ingevolge de wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen

De Patrimoniumdocumentatie – Administratie Rechtszekerheid publiceerde op 05/05/2025 de Circulaire 2025/C/24 betreffende het getuigschrift van doorhaling, artikel 1653 Ger.W. – Zuiverende verkopen, artikel 1326 Ger.W. – Algemeen principe en toepassingen – Addendum: wijzigingen ingevolge de wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen.

Circulaire 2025/C/24 betreffende het getuigschrift van doorhaling, artikel 1653 Ger.W. – Zuiverende verkopen, artikel 1326 Ger.W. – Algemeen principe en toepassingen – Addendum: wijzigingen ingevolge de wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken (BS 27 december 2023)



1. Problematiek

Sedert de wet van 11 augustus 2017 (inwerkingtreding op 1 mei 2018) houdende invoeging van het Boek XX "Insolventie van ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het Wetboek van economisch recht, werden tal van vragen gesteld aan onze kantoren Rechtszekerheid betreffende de toepassing van artikel 1653 Ger.W. Deze wet van 11 augustus 2017 heeft namelijk wel artikel 1326 Ger.W. met betrekking tot de zuiverende verkopen gewijzigd, maar niet het artikel 1653 van hetzelfde wetboek.

Teneinde een aantal lacunes weg te werken en duidelijkheid te scheppen voor alle partijen i.v.m. de zuivering van onroerende goederen, heeft de wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken meerdere artikelen van het Gerechtelijk Wetboek gewijzigd.

De artikelen 55 en 64 van deze wet hebben de artikelen 1326 en 1653, derde lid Ger.W. gewijzigd.

De wet van 19 december 2023 is in werking getreden op 6 januari 2024.

Krachtens de overgangsbepalingen van deze wet zijn de gewijzigde artikelen 1326 en 1653 Ger.W. enkel van toepassing op de verkoopprocedures:

waarbij het verzoek tot machtiging die aanleiding geeft tot de zuiverende verkoop, wordt neergelegd vanaf de inwerkingtreding van de wet op 6 januari 2024 (verkopen uit de hand)

waarbij de oproeping van de schuldeisers om de verkoopsverrichtingen te volgen, die aanleiding geeft tot de zuiverende verkoop, plaatsvindt vanaf de inwerkingtreding van de wet op 6 januari 2024 (openbare verkopen)

Om te bepalen of de gewijzigde artikelen 1326 en 1653, derde lid Ger.W. van toepassing zijn, moet men nagaan of, hetzij het verzoek tot machtiging om onderhands te verkopen, hetzij de oproeping van de schuldeisers om de openbare verkoopsverrichtingen te volgen, heeft plaatsgevonden vanaf de inwerkingtreding van deze wet.

Enkel wanneer de neerleging van het verzoek of de oproeping van de schuldeisers heeft plaatsgevonden vanaf de inwerkingtreding van deze wet, gelden de nieuwe bepalingen.

In fine van deze circulaire (onder punt 7) vindt u de geconsolideerde versie van de artikelen 1326 en 1653 Ger.W. (historische en nieuwe versie).

Opmerking: de circulaire C/2022/82 van 05.09.2022 blijft van toepassing voor alle zuiverende verkopen waarvan, hetzij het verzoek tot machtiging om onderhands te verkopen, hetzij de oproeping van de schuldeisers om de openbare verkoopsverrichtingen te volgen, heeft plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van voormelde wet van 19 december 2023 (meer bepaald vóór 6 januari 2024).

2. Algemeen principe

Vooraleer een doorhaling kan worden uitgevoerd krachtens artikel 1653 Ger.W., moet(en) het (de) desbetreffende onroerend(e) goed(eren) het voorwerp hebben uitgemaakt van een zuiverende verkoop zoals bedoeld in artikel 1326 Ger.W.

Sinds de inwerkingtreding van voornoemde wet van 11 augustus 2017 bepaalt artikel 1326 Ger.W. namelijk de voorwaarden waaraan een verkoop moet voldoen om beschouwd te kunnen worden als een zuiverende verkoop.

Hiertoe werd in deze bepaling:

a) gepreciseerd welke de gerechtelijke verkopen van onroerende goederen zijn die wettelijke zuivering tot gevolg hebben, ongeacht of ze openbaar of uit de hand zijn gedaan en ongeacht of ze betrekking hebben op een onverdeeld goed of niet;

b) gespecificeerd welke schuldeisers betrokken zijn bij de zuivering;

c) de oproeping van de schuldeisers veralgemeend als essentiële voorwaarde voor de zuivering bij alle bedoelde openbare verkopen of verkopen uit de hand.

De wet van 19 december 2023 heeft artikel 1326 Ger.W. grondig gewijzigd om verschillende praktische problemen in verband met de zuivering op te lossen.

3.1. Verkopen betrokken bij de zuivering

Uitdrukkelijke opsomming van de zuiverende verkopen

Alle verkopingen die zuiverende werking hebben worden thans in artikel 1326 Ger.W. opgesomd zonder verwijzing naar de artikelen. De verwijzing naar de artikelen zou immers tot onduidelijkheid kunnen leiden indien de verkoop bijvoorbeeld nog plaatsvindt onder een oude wetgeving (bv. de oude faillissementswetgeving).

Zuiverende verkoop van een onroerend goed toebehorend aan een rechtspersoon in vereffening

Onder de oude wetgeving werd er geen zuiverende werking toegekend aan de verkoop van een onroerend goed toebehorend aan een rechtspersoon in vereffening.. De wet van 19 december 2023 voorziet een nieuwe machtigingsprocedure opdat ook deze verkoop zuivering met zich kan meebrengen.

De vereffenaar kan aan de ondernemingsrechtbank machtiging vragen om een onroerend goed toebehorend aan een rechtspersoon in vereffening openbaar of onderhands zuiverend te verkopen (nieuw artikel 1193quater Ger.W.). Dit is louter facultatief.

I. In paragraaf 1 van artikel 1326 Ger.W. zijn bedoeld:

De gemachtigde verkopen van onroerende goederen die geheel toebehoren aan:

- de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling;

- de gefailleerde;

- de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag;

- de rechtspersoon in vereffening;

- minderjarigen;

- vermoedelijk afwezigen;

- beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden;

- een onbeheerde nalatenschap;

- een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.

De goederen die verkocht worden in het kader van een beslagprocedure die geheel of gedeeltelijk toebehoren aan de beslagene, vallen onder het toepassingsgebied van paragraaf 1. Indien het dus gaat om een openbare verkoop van een onverdeeld onroerend goed dat toebehoort aan twee schuldenaars, die beiden rechtstreeks betrokken zijn in de beslagprocedure, moet een oproeping om de verkoopverrichtingen te volgen volstaan.

Indien de beslagleggende schuldeiser op grond van art. 1561 Ger.W. een verzoek tot vereffening-verdeling heeft ingediend, zullen de specifieke regels voorzien in paragraaf 3 gelden.

II. In paragraaf 2 van artikel 1326 Ger.W. zijn bedoeld:

De gemachtigde verkopen van onverdeelde onroerende goederen die deels toebehoren aan:

- de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling;

- de gefailleerde;

- de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag;

- de rechtspersoon in vereffening die het voordeel van de zuivering heeft bekomen;

- minderjarigen;

- vermoedelijk afwezigen;

- beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden;

- een onbeheerde nalatenschap;

- een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Er wordt aan herinnerd dat er geen onverdeeldheid bestaat tussen een vruchtgebruiker en een blote eigenaar van een zelfde onroerend goed vermits ze geen zakelijk recht van dezelfde aard hebben op dat onroerend goed (Info-Hyp nr. 128/ 8.1 – Rechtspraak – Hof van Cassatie van 7 maart 2014, Revue du Notariat Belge, 2015, bl. 471 t.e.m. 475). Bijgevolg kan de verkoop van een onroerend goed dat aan een persoon toebehoort voor het vruchtgebruik en aan een andere persoon voor de blote eigendom, niet onder het toepassingsgebied vallen van paragraaf 2 van artikel 1326 Ger.W. vermits het geen onverdeeld onroerend goed betreft.

De verkoop van dit onroerend goed zal dus niet zuiverend zijn in uitvoering van artikel 1326, § 2 Ger.W.

Uitzondering: de openbare verkoop gedaan op initiatief van de curator van een onroerend goed dat deel uitmaakt van de failliete boedel, enkel voor het vruchtgebruik of voor de blote eigendom of ten belope van een onverdeeld aandeel (Répertoire Notarial, Tome VIII, Livre 5, ventes judiciaires, nr. 223).

Deze verkoop zal zuiverend zijn omdat bij toepassing van artikel 1190 Ger.W. gecombineerd met artikel XX.193 van het Wetboek van economisch recht, het verkochte goed, ook al betreft het geen onverdeeld onroerend goed, wordt beschouwd als een onroerend goed dat behoort tot de failliete boedel.

III. In paragraaf 3 van artikel 1326 Ger.W. zijn bedoeld:

de verkopingen die plaatsvinden in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling

3.2. Schuldeisers betrokken bij de zuivering

Voormelde wet van 19 december 2023 voegt 2 extra schuldeisers toe aan artikel 1326 Ger.W.:

de in het Pandregister geregistreerde schuldeiser in de mate dat zijn recht betrekking heeft op het te verkopen onroerend goed;

de schuldeiser die een Pauliaanse vordering heeft ingesteld en deze heeft doen kantmelden.

Thans brengen de verkopingen opgenomen in de paragrafen 1, 2 en 3 van artikel 1326 Ger.W. overwijzing van de prijs met zich mee ten behoeve van:

de ingeschreven hypothecaire schuldeisers;

de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers;

de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers;

de schuldeisers die een bevel hebben doen overschrijven;

de schuldeisers die een beslagexploot hebben doen overschrijven;

de schuldeisers die een Pauliaanse vordering hebben ingesteld en deze hebben doen kantmelden (artikel 5.243 Burgerlijk wetboek).

3.3. Veralgemening van de oproeping van de schuldeisers tot alle openbare verkopen of verkopen uit de hand als essentiële voorwaarde van de zuivering

Het oude artikel 1326 Ger.W. maakte van de oproeping van de schuldeisers bij de toewijzing of tot de machtigingsprocedure, een essentiële voorwaarde voor het zuiverend karakter van de verkoop en bijgevolg voor de doorhaling gevraagd krachtens artikel 1653 Ger.W.

De wet van 19 december 2023 voert volgende wijzigingen in m.b.t. de oproeping van de schuldeisers.

Aanmaningen om de verkoopverrichtingen te volgen

De oproeping van de schuldeisers tot de toewijzing in het kader van openbare verkopingen, die voorzien was onder de oude wetgeving, wordt thans vervangen door de aanmaning om de verkoopsverrichtingen te volgen. Er wordt in de wet gepreciseerd dat deze oproeping gebeurt per deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs.

Specifieke regeling voor de verkoop in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling

Er wordt een specifieke regeling uitgewerkt voor de verkopingen die plaatsvinden in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling (artikel 1326, § 3 Ger.W.). De zuivering van deze verkopingen werd voordien verbonden aan de voorwaarde van de oproeping van de schuldeisers bij de machtigingsprocedure. De wet voorziet echter geen machtigingsprocedure in het kader van de gerechtelijke vereffening-verdeling. Om de verkoop op te starten volstaat het dat de notaris vaststelt dat het goed niet genoeglijk verdeelbaar is in natura of dat alle partijen akkoord gaan om te verkopen.

Er wordt thans in de wet bevestigd dat de verkoop in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling zuiverend is mits oproeping van de opgesomde schuldeisers om de verkoopsverrichtingen te volgen in geval van openbare verkoop of tot de machtigingsprocedure in geval van een verkoop uit de hand.

Het betreft dus een rechtzetting van een vergetelheid.

Deze nieuwe regels i.v.m. de vereffening-verdeling zijn eveneens van toepassing in het kader van een procedure van gerechtelijke vereffening-verdeling die plaatsvindt op grond van artikel 1561 Ger.W. (zie tevens hierna onder punt 6).

In- of overschrijving genomen na de oproeping van de schuldeisers

Indien de oproeping van de schuldeisers reeds heeft plaatsgevonden en er nadien een nieuwe schuldeiser overgaat tot een inschrijving of overschrijving, wordt er thans voorzien dat de verkoop eveneens zuiverend is ten aanzien van deze schuldeiser, zonder dat deze moet worden opgeroepen (art. 1326, § 5 Ger.W.).

Wijze van oproeping van de schuldeisers

De oproeping van de schuldeisers wordt thans als volgt geregeld in artikel 1326 Ger.W.:

1) Indien het onroerend goed geheel toebehoort aan de in artikel 1326, § 1 Ger.W. opgesomde personen brengt de verkoop overwijzing van de prijs met zich mee ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers op voorwaarde:

1° dat deze schuldeisers in het kader van een gemachtigde of bevolen openbare verkoop werden opgeroepen door de notaris om de verkoopverrichtingen te volgen. Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of, bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de aanvang van de biedingsperiode; of

2° dat zij in het kader van een verkoop uit de hand door de griffie tot de machtigingsprocedure werden opgeroepen. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven.

2) Indien het onroerend goed slechts gedeeltelijk toebehoort aan de in artikel 1326, § 2 Ger.W. opgesomde personen en aan andere personen, is de verkoop zuiverend indien de in artikel 1326, § 1 Ger.W. opgesomde schuldeisers door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure van de verkoop. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven.

3) Voor de verkopingen die plaatsvinden in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling is volgende bijzondere regeling van toepassing:

1° de openbare verkoop brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in artikel 1326, § 1 Ger.W. opgesomde schuldeisers die door de notaris werden opgeroepen om de verkoopverrichtingen te volgen. Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of, bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de dag van de aanvang van de biedingsperiode;

2° de verkoop uit de hand brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in artikel 1326, § 1 Ger.W. opgesomde schuldeisers die door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure voor zover de verkopende partijen zich vrijwillig onderworpen hebben aan de procedure van machtiging bedoeld in artikel 1193bis Ger.W.. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven.

4. Het getuigschrift van doorhaling artikel 1653 Ger.W.

Artikel 64 van de wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken heeft het derde lid van artikel 1653 Ger.W. gewijzigd om het toepassingsgebied uit te breiden..

Verklaring van de notaris

Op overlegging van het notarieel getuigschrift worden alle inschrijvingen en overschrijvingen op het verkochte goed ambtshalve doorgehaald voor zover de notaris hierin verklaart dat de bepalingen van artikel 1326 Ger.W. werden nageleefd.

Ambtshalve doorhaling van de in – en overschrijvingen ten laste van de eigenaar

Voordien bepaalde de wet dat ‘de inschrijvingen en overschrijvingen lastens de ‘beslagene werden doorgehaald met het notarieel getuigschrift.

Thans bevestigt artikel 1653, derde lid Ger.W. de reeds bestaande praktijk dat ‘alle bestaande inschrijvingen en overschrijvingen die ten laste van de eigenaar op het verkochte goed bestaan, ambtshalve worden doorgehaald'.

De ambtshalve doorhaling geldt dus t.a.v. alle categorieën van verkopers, en niet enkel t.a.v. de beslagene.

Ambtshalve doorhaling van de in- en overschrijvingen ten laste van de mede-eigenaars

Er is nu ook voorzien in de wet dat het notarieel getuigschrift toelaat om alle inschrijvingen en overschrijvingen door te halen ten laste van alle onverdeelde mede-eigenaars wiens onroerend goed verkocht werd. De verkoop van een onverdeeld onroerend goed is immers in zijn geheel zuiverend.

Ambtshalve doorhaling van de in- en overschrijvingen die pas worden genomen na de oproeping van de schuldeisers

In het gewijzigd artikel 1326 Ger.W. wordt thans verduidelijkt dat de zuivering ook geldt t.a.v. de in- en overschrijvingen die worden genomen na de oproeping van de schuldeisers tot de machtigingsprocedure of na de oproeping van de schuldeisers om de verkoopsverrichtingen te volgen.

Bijgevolg kunnen ook deze in- en overschrijvingen doorgehaald worden op basis van het notarieel getuigschrift

Ambtshalve doorhaling van de in- en overschrijvingen lastens de rechtsvoorgangers

Artikel 1653, derde lid Ger.W. bepaalt thans uitdrukkelijk dat een bestaande inschrijving of overschrijving lastens de rechtsvoorgangers kan doorgehaald worden met het notarieel getuigschrift.

Dit geldt voor alle in- en overschrijvingen die men in uitzonderlijke gevallen vergeten is door te halen bij een eerdere verrichting (verkoop, schenking, afstand van rechten,…).

Als er bijvoorbeeld op het onroerend goed een wettelijke hypotheek rust die werd genomen door een curator van een faillissement, terwijl dit faillissement intussen werd afgesloten en deze hypotheek niet eerder werd doorgehaald, kan deze inschrijving worden doorgehaald met het notarieel getuigschrift.

Zuivering van een Pauliaanse vordering die werd gekantmeld

Artikel 1326 Ger.W. voorziet thans de zuivering van een Pauliaanse vordering die werd gekantmeld.

Op basis van het notarieel getuigschrift wordt er een nieuwe kantmelding verricht die melding maakt van de zuiverende verkoop en dit getuigschrift.

Zuivering van een pandrecht of eigendomsvoorbehoud in het Pandregister

Er wordt opgemerkt dat de registratie van een pandrecht of eigendomsvoorbehoud in het Pandregister niet kan worden doorgehaald met een notarieel getuigschrift. De verwijdering van de registratie gebeurt immers door de in het pand geregistreerde schuldeiser zelf (art. 36 Pandwet). Aangezien de wet thans wel zuivering voorziet van deze registratie, kan men van de pandhouder of de verkoper eisen dat hij overgaat tot de verwijdering van zijn registratie in het Pandregister.

Er wordt ook opgemerkt dat de afwezigheid van één of meer categorieën van schuldeisers bedoeld in artikel 1326, § 1 Ger.W. geen weigeringsgrond vormt voor het door de notaris opgemaakte getuigschrift 1653 Ger.W. (bijv. het getuigschrift 1653 Ger.W. moet worden aanvaard om de doorhaling uit te voeren van de ambtshalve inschrijving die werd genomen bij de overschrijving van de gemachtigde verkoop van een goed dat in onverdeeldheid toebehoort aan een persoon in collectieve schuldenregeling, ongeacht het feit dat er geen ingeschreven hypothecaire schuldeisers noch andere schuldeisers bedoeld in artikel 1326, § 1 Ger.W. zijn, voor zover aan alle andere voorwaarden is voldaan).

5. Controle uit te voeren door het kantoor Rechtszekerheid

5.1. Verkoopprocedures waarop de oude wetgeving van toepassing is

Bij de neerlegging van het getuigschrift van doorhaling van het oude artikel 1653 Ger.W. moeten de kantoren Rechtszekerheid zoals voorheen de controles doen die beschreven worden onder punt 4 van de Circulaire 2022/C/82 van 05.09.2022.

5.2. Verkoopprocedures waarop de nieuwe wetgeving van toepassing is

Bij de neerlegging van het getuigschrift van doorhaling van artikel 1653 Ger.W. worden door het kantoor Rechtszekerheid volgende controles gedaan:

1) Controleren of het een verkoop betreft opgenomen in artikel 1326 Ger.W. – Pas op voor artikel 1561 Ger.W. zie hieronder punt 6

Indien dit niet zo is wordt het getuigschrift van artikel 1653 Ger.W. geweigerd.

Indien dit wel zo is, gaat men over naar de volgende controles

2) Controleren of de koper wel degelijk de doorhaling heeft gevraagd van alle bezwarende inschrijvingen en overschrijvingen op het onroerend goed.

Krachtens artikel 1653 Ger.W. wordt de doorhaling gedaan op verzoek van de koper en niet op verzoek van de schuldeisers en dit voor zover het getuigschrift de betaling of de bevrijdende betaling vaststelt van de sommen waartoe deze koper gehouden is.

Om dit verzoek te doen heeft de koper twee mogelijkheden;

  • Ofwel verschijnt hij zelf in het getuigschrift van doorhaling
  • Ofwel machtigt hij de notaris of één van diens medewerkers om het verzoek in zijn plaats te doen. In dat geval neemt de notaris in het proces-verbaal van toewijzing een clausule op die deze volmacht vaststelt. Het betreft een stijlformule maar ze kan verschillen van de ene notaris tot de andere. De controle moet vooral toegespitst zijn op de inhoud van deze stijlformule waaruit moet blijken dat de notaris effectief handelt op verzoek van de koper (J-P Balfroid, Le certificat de l’article 1653 du Code judiciaire, a) principe”, Répertoire Notarial, Tome X, Les Suretés, intercalaire, nr. 2925-4).

Men controleert dus of de koper of – in voorkomend geval – de notaris (of één van zijn medewerkers) in naam van de koper, wel degelijk vraagt om de doorhaling van alle inschrijvingen of overschrijvingen opgenomen in de hypothecaire documentatie in verband met het verkochte onroerend goed en met betrekking tot de schuldeisers betrokken bij de zuivering.

Hiertoe wordt ten stelligste aanbevolen dat de notaris bij zijn getuigschrift van doorhaling van artikel 1653 Ger.W. het dertigjarig hypothecair getuigschrift voegt dat hij heeft moeten vragen vanaf de dag van de verkoop.

De notaris wordt verwittigd indien zou worden vastgesteld dat in het getuigschrift van doorhaling een schuldeiser ontbreekt die wel is opgenomen in de hypothecaire documentatie.

3) Controleren of de notaris in het getuigschrift uitdrukkelijk verklaart dat de bepalingen van artikel 1326 Ger.W. werden nageleefd

Indien dit niet zo is, wordt het getuigschrift van artikel 1653 Ger.W. geweigerd.

6. Bijzonder geval – Artikel 1561 Ger.W.

Artikel 1561 Ger.W.

« Niettemin kan het beslag op het onverdeelde aandeel van de schuldenaar door zijn persoonlijke schuldeisers niet worden ten uitvoer gebracht vóór de verdeling of de veiling, die zij kunnen vorderen of waarin zij gerechtigd zijn tussen te komen, met dien verstande dat de overeenkomst van onverdeeldheid gesloten vóór de vordering tot verdeling of voor de akte tot vestiging van de hypotheek, moet worden in acht genomen. In voormelde gevallen zijn de artikelen 1207 en volgende van toepassing.

In geval van veiling gaat het recht van de hypothecaire schuldeiser over op het aandeel van de schuldenaar in de prijs, onverschillig wie de verkrijger is, doch met uitzondering van de medeveiler wiens onverdeeld aandeel met hypotheek bezwaard was.

In geval van verdeling met opleg worden de sommen die de deelgenoot gehouden is uit te keren, aangewend tot voldoening van de bevoorrechte of hypothecaire schuldvorderingen die deze eigenschap zouden verliezen, en wel volgens de rang van die schuldvorderingen op het ogenblik van de verdeling. »

De verkoop van een onverdeeld deel ingevolge deze bepaling wordt thans krachtens artikel 1326, § 1, tweede lid juncto § 3 Ger.W. beschouwd als een zuiverende verkoop:

“Deze paragraaf is eveneens van toepassing op de gemachtigde of bevolen verkoop van een onroerend goed op beslag dat geheel of deels toebehoort aan de beslagene, tenzij in geval van toepassing van artikel 1561, in welk geval deze verkoop plaatsvindt in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling overeenkomstig paragraaf 3.”

Artikel 58 van de wet van 19 december 2023 vult artikel 1561, eerste lid Ger.W. aan met de volgende zin:

“In voormelde gevallen zijn de artikelen 1207 en volgende van toepassing.”

7. Geconsolideerde versie van de artikelen 1326 en 1653 Ger.W. (historische en nieuwe versie)

Historische versie

Nieuwe versie

Art. 1326 Ger.W.

Art. 1326 Ger.W.

§ 1. De openbare verkopingen van onroerende goederen gemachtigd overeenkomstig artikelen 1186, 1189, 1190, 1580 en 1675/14bis evenals de openbare verkopingen gemachtigd overeenkomstig artikel XX.88 van het Wetboek economisch recht brengen overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers alsook ten behoeve van de schuldeisers die een bevel of beslagexploot hebben doen overschrijven, dewelke bij de toewijzing werden opgeroepen ten minste acht dagen voor het eerste bod werd uitgebracht.

§ 1. De verkopingen van onroerende goederen die geheel toebehoren aan de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, de gefailleerde, de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, de rechtspersoon in vereffening, minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden, een onbeheerde nalatenschap, een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, brengen overwijzing van de prijs met zich mee ten behoeve van de ingeschreven hypothecaire schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, ten behoeve van de schuldeisers die een bevel of beslagexploot hebben doen overschrijven alsook ten behoeve van de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden, op voorwaarde:

De verkopingen uit de hand van onroerende goederen gemachtigd overeenkomstig artikelen 1193bis, 1193ter, 1580bis, 1580ter en 1675/14bis evenals de verkopingen uit de hand gemachtigd overeenkomstig artikel XX.88 van het Wetboek economisch recht brengen overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers alsook ten behoeve van de schuldeisers die een bevel of beslagexploot hebben doen overschrijven, dewelke tot de machtingsprocedure werden opgeroepen bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting betekend werd.

1° dat deze schuldeisers in het kader van de gemachtigde of bevolen openbare verkoop werden opgeroepen door de notaris om de verkoopsverrichtingen te volgen. Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de dag van de aanvang van de biedingsperiode; of

§ 2. De openbare verkopingen en verkopingen uit de hand van onverdeelde onroerende goederen, gemachtigd of bevolen overeenkomstig de artikelen 1187, 1189bis, 1193bis, 1209, 1214, 1224 en 1675/14bis, alsook overeenkomstig artikelen XX.88 en XX.193 van het Wetboek economisch recht, brengen overwijzing mee van de prijs ten behoeve van alle ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers alsook ten behoeve van de schuldeisers die een bevel of beslagexploot hebben doen overschrijven, dewelke tot de machtingsprocedure werden opgeroepen bij gerechtsbrief die ten minste die ten minste acht dagen op voorhand de zitting betekend wordt.

2° dat zij in het kader van de verkoop uit de hand door de griffie tot de machtingsprocedure werden opgeroepen. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen vóór de zitting ter kennis wordt gegeven.

§ 3. De titel van de koper bestaat uit de akte zonder dat de beschikking of het vonnis tot machtiging hieraan toegevoegd dient te worden of overgeschreven moet worden.

Deze paragraaf is eveneens van toepassing op de gemachtigde of bevolen verkoop van een onroerend goed op beslag dat geheel of deels toebehoort aan de beslagene, tenzij in geval van toepassing van artikel 1561, in welk geval deze verkoop plaatsvindt in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling overeenkomstig paragraaf 3.

§ 2. De verkopingen van onverdeelde onroerende goederen deels toebehorend aan de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, de gefailleerde, de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, de rechtspersoon in vereffening die het voordeel van de zuivering heeft bekomen, minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden, een onbeheerde nalatenschap of een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, en aan andere personen, brengen overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure van de verkoop. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die tenminste acht dagen vóór de zitting ter kennis wordt gegeven.

§ 3. Voor de verkopingen die plaatsvinden in het kader van een gerechtelijke vereffening verdeling, is volgende bijzondere regeling van toepassing:

1° de openbare verkoop brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de notaris werden opgeroepen om de verkoopsverrichtingen te volgen. Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de dag van de aanvang van de biedingsperiode;

2° de verkoop uit de hand brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure, voor zover de verkopende partij zich vrijwillig onderworpen heeft aan de procedure van machtiging bedoeld in artikel 1193bis. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen vóór de zitting ter kennis wordt gegeven.

§ 4. Indien uit de toepassing van paragrafen 2 en 3 blijkt dat de overwijzing van de prijs kan worden bekomen in het kader van verschillende procedures, volstaat het dat de schuldeisers opgesomd in paragraaf 1 werden opgeroepen bij één van deze procedures om de zuivering te bewerkstelligen.

§ 5. Tegenover de schuldeisers opgesomd in paragraaf 1, van wie de inschrijving, overschrijving, registratie in het Pandregister of kantmelding dateert van na de oproeping voorzien in paragrafen 1 tot en met 3, brengen de verkopingen van onroerende goederen eveneens van rechtswege overwijzing mee van de prijs, zonder dat deze schuldeisers moeten worden opgeroepen.

§ 6. De titel van de koper bestaat uit de akte zonder dat de beschikking of het vonnis tot machtiging hieraan toegevoegd dient te worden of overgeschreven moet worden.

Art. 1653 Ger.W.

Art. 1653 Ger.W.

In elke stand van de procedure wordt de inschrijving die de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie krachtens artikel 35 van de hypotheekwet van 16 december 1851 ambtshalve heeft gedaan, geheel doorgehaald op verzoek van de koper die bewijst, hetzij dat de prijs betaald is aan de schuldeisers, hetzij, bij gebreke van een dergelijke betaling, dat een betaling is verricht die hem bevrijdt voor het geheel van de sommen waartoe hij gehouden is.

De notaris geeft te dien einde een getuigschrift af, dat de betaling of de bevrijdende betaling vaststelt.

Op overlegging van dit getuigschrift worden alle bestaande inschrijvingen en overschrijvingen die ten laste van de beslagene op het toegewezen goed bestaan, ambtshalve doorgehaald.

In elke stand van de procedure wordt de inschrijving die de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie krachtens artikel 35 van de hypotheekwet van 16 december 1851 ambtshalve heeft gedaan, geheel doorgehaald op verzoek van de koper die bewijst, hetzij dat de prijs betaald is aan de schuldeisers, hetzij, bij gebreke van een dergelijke betaling, dat een betaling is verricht die hem bevrijdt voor het geheel van de sommen waartoe hij gehouden is.

De notaris geeft te dien einde een getuigschrift af, dat de betaling of de bevrijdende betaling vaststelt.

Op overlegging van dit getuigschrift worden alle bestaande inschrijvingen en overschrijvingen ten laste van de eigenaar of van alle mede eigenaars op het verkochte goed ambtshalve doorgehaald voor zover de notaris verklaart dat de bepalingen van artikel 1326 werden nageleefd. Dit getuigschrift laat eveneens de doorhaling toe van een nog bestaande inschrijving of overschrijving lastens de rechtsvoorgangers. Indien een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek werd gekantmeld, wordt er een nieuwe kantmelding verricht die melding maakt van de zuiverende verkoop en dit getuigschrift.


Mots clés