De regering heeft een reeks tijdelijke maatregelen aangenomen ter ondersteuning van ondernemingen die wegens de coronacrisis met een grote werklast worden geconfronteerd. Een van deze maatregelen heeft betrekking op de verhoging van het maximumaantal vrijwillige overuren.
De regering heeft een koninklijk besluit aangenomen tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren en tot ondersteuning van de werknemers die door de coronacrisis getroffen zijn.
Dit koninklijk besluit voorziet in het bijzonder in een verhoging van het maximumaantal vrijwillige overuren in kritieke sectoren.
Het betreft een mogelijkheid die aan werknemers wordt geboden om op vrijwillige basis en op aanbod van hun werkgever overuren te presteren.
De werknemer die dit wenst, kan aan zijn werkgever laten weten dat hij bereid is om tot maximum 120 overuren per jaar te presteren. Een cao afgesloten op sectorniveau kan dit aantal op maximum 360 uren per jaar brengen (bijvoorbeeld in de horecasector).
Eens de werknemer zijn akkoord heeft gegeven, is het aan de werkgever om hem overuren aan te bieden.
Om het vrijwillige karakter van het systeem te vrijwaren, moet vóór de prestatie van de overuren met elke werknemer die zich daartoe bereid heeft verklaard, een schriftelijk akkoord worden gesloten. Deze overeenkomst is maximum 6 maanden geldig en moet dus om de 6 maanden worden hernieuwd.
Eens dit akkoord is gesloten, moet geen andere formaliteit meer worden vervuld. De werkgever moet de reden waarom hij deze overuren laat presteren dus niet rechtvaardigen.
Bij de prestatie van deze vrijwillige overuren moeten de maximumgrenzen van 11 uur per dag en 50 uur per week worden nageleefd.
Bovendien moeten deze overuren in aanmerking worden genomen voor de berekening van de interne grens, met uitzondering van de eerste 25 vrijwillige overuren in de referteperiode (die bij sector-cao tot 60 kunnen worden opgetrokken) die niet meetellen voor de interne grens.
Op het einde van de loonperiode moet de werkgever voor deze vrijwillige overuren een overloon betalen van 50 % of 100 % al naargelang deze uren tijdens de week, op een zondag of feestdag werden gepresteerd. Elk gepresteerd overuur wordt dus aan 150 % of 200 % betaald.
Deze vrijwillige overuren moeten daarentegen niet worden ingehaald via de toekenning van inhaalrust.
Voor vrijwillige overuren geldt het fiscaal gunstregime bepaald in de artikelen 154 bis en 272 WIB 92 binnen de grenzen en voorwaarden die door deze bepalingen zijn vastgesteld. Deze defiscalisatie bestaat uit een vermindering van de belasting en de bedrijfsvoorheffing voor de werknemer en een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever.
De regering kent voortaan een bijkomend quotum van 120 vrijwillige overuren per werknemer toe met een maximum van 220 vrijwillige overuren in totaal jaarlijks in ondernemingen die tot kritieke sectoren behoren. Met andere woorden: als een werknemer zijn normaal quotum van 120 vrijwillige overuren al heeft uitgeput, dan kan hij een bijkomend quotum van 100 vrijwillige overuren bekomen (220 – 120 = 100).
Deze maatregel is tijdelijk geldig en - voor het ogenblik - van toepassing zijn voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2020. Het bijkomende quotum van maximum 120 vrijwillige overuren moet dus tijdens deze periode worden gepresteerd.
Dit bijkomende quotum van maximum 120 vrijwillige overuren wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de interne grens.
De maximumgrenzen van 11 uur per dag en 50 uur per week moeten daarentegen altijd worden nageleefd.
Ten slotte is het nog altijd nodig een overeenkomst af te sluiten met elke werknemer die vrijwillig overuren presteert.
De uren die in het kader van dit bijkomende quotum van maximum 120 vrijwillige overuren worden gepresteerd, worden betaald aan 100 %, zonder overloon. Voor deze uren moet ook geen inhaalrust worden toegekend.
Het loon voor deze vrijwillige overuren zou vrijgesteld zijn van sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing. Het nettoloon van de werknemer stemt dus overeen met het brutoloon (dat eveneens overeenstemt met de loonkost voor de werkgever).
Het is dan ook aangeraden in de overeenkomst met de werknemer te bepalen dat het bijkomende quotum van vrijwillige overuren bij voorrang moet worden opgebruikt en dus vóór het gewone quotum van vrijwillige overuren waarvoor deze gunstige sociale en fiscale behandeling niet van toepassing is.
Deze maatregel is enkel van toepassing op ondernemingen en instellingen die tot de kritieke sectoren en essentiële diensten behoren zoals bepaald in het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Bron:
- Het bijzondere-machtenbesluit nr.14 van 27 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren, en tot ondersteuning van de werknemers voorziet een bijkomend quotum van 120 vrijwillige overuren per werknemer voor de periode van 1 april tot en met 30 juni 2020 in de bedrijven en instellingen die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Valentin BROQUET - Legal Advisor
Bron: Group S