Economische groei in het vierde kwartaal bedroeg 0,5 %
Het bruto binnenlands product (bbp) naar volume, gezuiverd voor seizoen- en kalenderinvloeden, nam in het vierde kwartaal van 2021 toe met 0,5 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In vergelijking met een jaar geleden, zijnde het vierde kwartaal van 2020, bedraagt de groei 5,6 %.
Ten opzichte van het voorgaande kwartaal steeg de toegevoegde waarde in de industrie met 3,0 % en in de diensten met 0,3 %, maar daalde in de bouwnijverheid met 0,2 %. Alle componenten van de binnenlandse vraag kenden een negatieve groei in het vierde kwartaal. De consumptieve bestedingen van de huishoudens namen af met 0,7 %, evenals hun investeringen (-0,3 %). Ook langs de kant van de overheid was een daling in de consumptieve uitgaven zichtbaar
(-1,3 %), alsook in de investeringen (-4,5 %). De investeringen van de ondernemingen daalden met 2,9 %.
De uitvoer van goederen en diensten steeg met 1,5 %, terwijl de invoer met 0,4 % toenam. De positieve bijdrage van de netto-uitvoer tot de economische groei bedroeg 0,9 procentpunt. Economische groei over heel 2021 bedroeg 6,1 % Het bbp naar volume, dat in 2020 met 5,7 % was gedaald, nam in 2021 toe met 6,1 %. Ten opzichte van 2019 is de evolutie licht positief (+0,1 %).
In de diensten steeg de toegevoegde waarde in 2021 met 5,2 %, terwijl in 2020 de activiteit in deze sector nog afnam met 5,9 %. Die toename werd onder andere veroorzaakt door de bedrijfstak ‘handel, vervoer, verschaffen van accommodatie en maaltijden’ die herleefde na de versoepeling van de overheidsmaatregelen als gevolg van COVID-19 en daardoor toenam met 8,2 % (1,3 procentpunt bijdrage tot de bbp-groei). Er was tevens een grote stijging op te merken binnen de bedrijfstak ‘vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten, administratieve en ondersteunende diensten’, waar de toegevoegde waarde steeg met 9,8 % (1,4 procentpunt bijdrage tot de bbp-groei).
In de industrie werd in 2021 een stijging met 9,9 % opgetekend, na een negatieve groei met 2,5 % in 2020. Ook de bouwnijverheid ging er over het hele jaar met 6,8 % op vooruit, tegenover een daling met 4,9 % in 2020.
Het niveau van economische activiteit van vóór de crisis wordt nog niet bereikt in de diensten, waar dit in de industrie en de bouwnijverheid wel het geval is. Dit is met name te danken aan de veranderingen in de gezondheidssituatie en de gezondheidsmaatregelen die in sterkere mate de diverse sectoren van de diensten beïnvloedden, zoals de horeca, gezondheidszorg, cultuur, recreatie en toerisme.
De verschillende vraagcomponenten herstelden zich eveneens duidelijk in 2021, na de ongeziene daling die in 2020 werd opgetekend. De consumptieve uitgaven van de huishoudens stegen fors met5,9 % en ook hun investeringsuitgaven stegen sterk (10,1 %) De overheidsconsumptie liet in 2021 een stijging optekenen van 4,0%, voornamelijk als gevolg van de hervatting van niet-dringende activiteiten in de gezondheidszorg. De overheidsinvesteringen namen toe met 12,6 %. De investeringen van de ondernemingen stegen met 8,4 %.
De verbeterde gezondheidssituatie was eveneens zichtbaar in de internationale handel en bijgevolg de Belgische in- en uitvoerstromen. Over het jaar 2021 steeg het uitvoervolume met 9,2 %, terwijl het invoervolume een toename van 8,5 % liet optekenen. Bijgevolg leverde de netto-uitvoer van goederen en diensten een positieve bijdrage (0,7 procentpunt) tot de economische groei.
Ten opzichte van de flash-raming van 28 januari 2022 zijn de gepubliceerde groeicijfers heel wat nauwkeuriger. De voornaamste administratieve gegevens (met name btw-gegevens, gegevens over de industriële productie, …) waren in eenzelfde mate beschikbaar, zoals gebruikelijk is met de 60-dagen-raming van een bepaald kwartaal van het bbp. De grootste onzekerheden in deze raming als gevolg van de pandemie situeren zich momenteel langs de kant van de niet-marktproductie en de componenten van de bestedingsoptiek, waar de beschikbare informatie nog vrij beperkt was en waar de traditionele ramingsmodellen niet altijd toepasbaar waren. Hier zijn grotere herzieningen mogelijk in de toekomst en bijgevolg ook in het bbp.
Voor de seizoenzuivering van de reeksen werden de recente richtlijnen van Eurostat gevolgd om de impact van COVID-19 zo nauwkeurig mogelijk te ramen.
De werkgelegenheid blijft groeien Tijdens het vierde kwartaal van 2021 groeide de binnenlandse werkgelegenheid met 0,4 % op kwartaalbasis, dat is een groei met 21 500 personen. Zowel voor de loontrekkenden als de zelfstandigen werd een toename waargenomen (met respectievelijk +0,4 % en +0,7 %). Ten opzichte van de
overeenstemmende periode van 2020 groeide het aantal werkenden met 2,2 % (een toename van 108 300 personen).
De binnenlandse werkgelegenheid steeg in 2021 met gemiddeld 84 600 personen (+1,7 %), na een stagnatie in 2020. Deze groei kan toegeschreven worden aan een stijging van zowel het aantal loontrekkenden (+64 800) als het aantal zelfstandigen (+19 800).
Ten opzichte van de flash-raming van 28 januari 2022 zijn de gepubliceerde groeicijfers heel wat nauwkeuriger. De voornaamste administratieve gegevens (met name btw-gegevens, gegevens over de industriële productie, …) waren in eenzelfde mate beschikbaar, zoals gebruikelijk is met de 60-dagen-raming van een bepaald kwartaal van het bbp. De grootste onzekerheden in deze raming als gevolg van de pandemie situeren zich momenteel langs de kant van de niet-marktproductie en de componenten van de bestedingsoptiek, waar de beschikbare informatie nog vrij beperkt was en waar de traditionele ramingsmodellen niet altijd toepasbaar waren. Hier zijn grotere herzieningen mogelijk in de toekomst en bijgevolg ook in het bbp. Voor de seizoenzuivering van de reeksen werden de recente richtlijnen van Eurostat gevolgd om de impact van COVID-19 zo nauwkeurig mogelijk te ramen.