In zijn speciaal verslag 13/2021 stelde de Europese Rekenkamer institutionele versnippering en gebrekkige coördinatie op EU-niveau vast waar het ging om acties om witwassen te voorkomen en op te treden wanneer risico’s werden vastgesteld. EU-organen beschikken over beperkte instrumenten om efficiënte toepassing van AML/CFT-kaders op nationaal niveau te waarborgen. Er is niet één enkele EU-toezichthouder; de bevoegdheden van de EU zijn verdeeld over verschillende instanties en de coördinatie met de lidstaten vindt afzonderlijk plaats. De Europese Rekenkamer doet ook aanbevelingen om deze kwesties aan te pakken (Speciaal verslag van de ERK, uitgebracht krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, VWEU)
In 1991 keurde de EU haar eerste antiwitwasrichtlijn goed — die voor het laatst in 2018 werd geactualiseerd — om bedreigingen van de interne markt door witwassen tegen te gaan en vervolgens om financiering van terrorisme te voorkomen. De Commissie is voornemens binnenkort een voorstel te presenteren voor één enkele EU-waakhond voor witwassen en terrorismefinanciering.
Speciaal verslag nr.13/2021: “De EU-inspanningen ter bestrijding van witwassen in de bankensector zijn gefragmenteerd en de uitvoering ervan is ontoereikend” is beschikbaar op de website van de ERK (eca.europa.eu).
Hoewel de waarde van verdachte transacties binnen Europa op honderden miljarden euro’s wordt geschat, hanteert de EU een versnipperde aanpak om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen en te bestrijden. Hoewel de betrokken EU-organen een beleidsbepalende en coördinerende rol en beperkte directe bevoegdheden hebben, worden de inspanningen grotendeels op nationaal niveau beheerd. In een speciaal verslag van de Europese Rekenkamer (ERK) wordt geconcludeerd dat de maatregelen op EU-niveau ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering tekortkomingen vertonen. Een andere conclusie luidt dat het toezichtkader van de EU versnipperd en slecht gecoördineerd is en dus geen coherente aanpak en een gelijk speelveld waarborgt.
Witwassen van geld is de praktijk van het legitimeren van de opbrengsten van misdrijven door deze in de formele economie te laten sijpelen om de illegale herkomst ervan te verhullen. Europol schat de waarde van verdachte transacties binnen Europa op ongeveer 1,3 % van het bbp van de EU. Wereldwijd bedraagt dit cijfer naar schatting bijna 3 % van het mondiale bbp. Uit recente gegevens blijkt dat meer dan 75 % van de verdachte transacties die in de EU werden gemeld, afkomstig was van kredietinstellingen in meer dan de helft van de lidstaten.
“De tekortkomingen op EU-niveau met betrekking tot witwassen en terrorismefinanciering moeten worden aangepakt en de toezichthoudende rol van de EU moet aanzienlijk worden versterkt”, aldus Mihails Kozlovs, het lid van de Europese Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor het verslag. “Er moet veel meer worden ondernomen om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving snel en coherent wordt toegepast. Om te beginnen moet de EU waar mogelijk gebruikmaken van verordeningen in plaats van richtlijnen, aangezien de wetgeving coherent moet worden toegepast op het niveau van de lidstaten.”
Momenteel zijn de bevoegdheden op EU-niveau om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan, verdeeld over verschillende instanties. De Europese Commissie zet het beleid uit, ziet toe op de opneming ervan in de wetgeving van de lidstaten en houdt zich bezig met risicoanalyse. De auditors ontdekten tekortkomingen bij de uitvoering van deze taken. De antiwitwaswetgeving is complex en wordt in de hele EU te traag en ongelijkmatig uitgevoerd. Wat de risicobeoordelingsprocedure betreft, stelden zij vast dat deze veranderingen in de loop der tijd niet aangeeft en dat het ontbreekt aan een geografische focus en doeltreffende prioritering. Tot dusver heeft de EU geen autonome lijst vastgesteld van derde landen met een hoog risico die een witwasdreiging vormen voor de interne markt van de EU. De Commissie is er evenmin in geslaagd om geactualiseerde statistieken over deze kwestie op te stellen, waardoor het moeilijk is om de omvang van het witwassen van geld en terrorismefinanciering in de EU te beoordelen.
De Europese Bankautoriteit (EBA) is bevoegd om mogelijke inbreuken op het EU-recht op dit gebied te onderzoeken en zij heeft gebruikgemaakt van die bevoegdheid. Sinds 2010 heeft de EBA echter slechts één positieve bevinding van een inbreuk op het EU-recht met betrekking tot witwassen en terrorismefinanciering gedaan, en zij heeft geen daarmee verband houdend onderzoek op eigen initiatief uitgevoerd. De auditors vonden ook bewijs van pogingen tot lobbyen bij leden van de raad van toezichthouders in de periode waarin zij zich bogen over een mogelijke aanbeveling betreffende een inbreuk op het EU-recht. Hieruit blijkt dat de besluitvorming op hoog niveau van de EBA mogelijk werd beïnvloed door nationale belangen (vergelijkbaar met de conclusies van het ERK-verslag van 2019 over de stresstests van de EBA). De auditors hebben ook geconstateerd dat de Commissie geen interne richtsnoeren heeft om een verzoek aan de EBA voor een onderzoek voor te leggen. Wanneer dit voorkwam, gebeurde het op ad-hocbasis en in de meeste gevallen naar aanleiding van berichtgeving in de media.
Een laatste punt dat door de auditors werd geanalyseerd, is de integratie van het risico op witwassen in het prudentieel toezicht op banken in de eurozone. Zij constateerden dat de Europese Centrale Bank (ECB) — die sinds 2014 rechtstreeks toezicht houdt op belangrijke banken — een goede start heeft gemaakt met het delen van relevante informatie met nationale toezichthouders, maar dat de ECB de verantwoordelijkheid noch de bevoegdheid heeft om te onderzoeken hoe dergelijke informatie wordt gebruikt door nationale toezichthouders. De kwaliteit van het door de nationale toezichthouders gedeelde materiaal verschilde ook aanzienlijk vanwege nationale praktijken. De EBA werkt aan specifieke geactualiseerde richtsnoeren; deze zullen zo spoedig mogelijk moeten worden afgerond en toegepast door de ECB en de nationale toezichthouders, zoals de auditors aanbevelen.
Bron : eca.europa.eu. - 28/06/2021 Speciaal verslag 13/2021: De EU-inspanningen ter bestrijding van witwassen in de bankensector zijn gefragmenteerd en de uitvoering ervan is ontoereikend