De FSMA publiceert jaarlijks een aantal kerngegevens over het aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen. De jongste editie van ‘De tweede pensioenpijler in beeld’ (hieronder) bevat de pensioengegevens op datum van 1 januari 2022.
De tweede pensioenpijler omvat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit aanvullend pensioen komt bovenop het wettelijk pensioen.
De pensioenwebsite Mypension.be verzamelt op grond van de databank DB2P gegevens over het aanvullend pensioen.
In totaal zijn er dit jaar 4.170.000 mensen die een aanvullend pensioen opbouwen. Dit is een stijging van drie procent ten opzichte van 2021. Dit aantal stemt overeen met circa 83 procent van de beroepsbevolking, terwijl dat in 2021 80 procent was.
De opgebouwde pensioenrechten vertegenwoordigen een totaalbedrag van 101 miljard euro. Dat is vijf procent meer dan in 2021.
De opgebouwde pensioenrechten bij de werknemers bedragen 69,6 miljard euro en bij de zelfstandigen 31,5 miljard euro.
De organisatie van het aanvullend pensioen hangt nauw samen met het professioneel sociale zekerheidsstatuut. 85 procent van de mensen met een aanvullend pensioen bouwt pensioenrechten op als werknemer, negen procent als zelfstandige en zes procent als werknemer én zelfstandige.
Het initiatief voor de invoering van een pensioenplan voor werknemers gaat uit van een onderneming of van een bedrijfssector. In totaal bedragen de pensioenreserves opgebouwd in ondernemingsplannen 59,3 miljard euro tegenover 5,4 miljard euro in sectorplannen. Deze bedragen houden geen rekening met de pensioenreserves die werknemers opbouwen in bijvoorbeeld een onthaalstructuur.
De totale pensioenreserves in sectorplannen zijn ten opzichte van 2021 met ongeveer vier procent gedaald. Dit komt omdat een bepaalde bedrijfssector ervoor koos om een aantal sectorplannen om te vormen naar ondernemingsplannen. Dit resulteert dan ook logischerwijs in een stijging van de pensioenreserves binnen de ondernemingsplannen.
Werknemers die geen of slechts een heel klein aanvullend pensioen opbouwen bij hun werkgever of sector, kunnen op eigen initiatief een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) onderschrijven.
Een zelfstandige kan op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige het statuut heeft van zelfstandige bedrijfsleider kan de betrokken onderneming voor hem een aanvullend pensioen opbouwen. Zelfstandigen die hun professionele activiteit niet in een vennootschap uitoefenen hebben de mogelijkheid om een pensioen bijeen te sparen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor de Zelfstandigen actief als Natuurlijk Persoon (VAPZNP).
Zelfstandigen bouwden in totaal in het kader van een VAPZ-contract 9,9 miljard euro aan pensioenreserves op, tegenover 21,4 miljard euro aan pensioenreserves voor de zelfstandige bedrijfsleiders en 152,2 miljoen euro binnen het aanvullende pensioenproduct VAPZNP.
De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen - bedraagt 58.635 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve voor de 55-64-jarigen slechts 10.012 euro.
Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 73.716 euro. Dat is het dubbele van het gemiddelde bij vrouwen (36.429 euro).
Ook tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 86.935 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectorplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.386 euro.
Het beheer van een aanvullend pensioenplan moet worden toevertrouwd aan een pensioeninstelling. Dit kan een verzekeringsonderneming zijn of een pensioenfonds, ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of IBP genoemd. Verzekeringsondernemingen beheren ongeveer viervijfde van de pensioenreserves. 98 procent van de pensioenreserves onder beheer van verzekeringsondernemingen maken deel uit van een tak 21-verzekeringsproduct.
Het jaarlijks sectoroverzicht 2022 is beschikbaar op de FSMA-website.