Dubbele belasting op buitenlandse intresten: de Europese Commissie daagt België opnieuw voor het Hof van Justitie!

Mogelijkheid om uw betaalde belastingen op buitenlandse interesten terug te vorderen?


BIEDT EEN NAKENDE VEROORDELING VAN DE BELGISCHE STAAT OPPORTUNITEITEN OM REEDS BETAALDE BELASTING TERUG TE VORDEREN?

De Belgische wetgeving voorziet in een belastingvrijstelling van inkomsten op gereglementeerde spaarrekeningen van Belgische belastingplichtigen die zijn gestort bij kredietinstellingen gevestigd in België. De belastingvrijstelling op de gereglementeerde spaarrekening geldt voor ontvangen interesten tot 1.020 euro (voor inkomstenjaar 2024) per persoon. Staat de rekening op naam van twee personen (gehuwde personen of wettelijk samenwonenden), dan wordt de vrijstelling dus verdubbeld. Het bedrag aan interesten dat dit vrijgesteld deel overtreft, wordt bovendien belast aan een gunsttarief van 15% roerende voorheffing (in plaats van het standaard tarief van 30%).

Dit fiscaal gunstregime geldt in principe ook voor ontvangen interesten op gereglementeerde spaarrekeningen die worden aangehouden bij banken in andere landen binnen de EER. Buitenlandse spaarrekeningen komen echter alleen in aanmerking voor deze vrijstelling als ze voldoen aan ‘analoge vereisten’ zoals vastgesteld in de Belgische wetgeving. Volgens deze wetgeving moet de vergoeding van spaardeposito's bestaan uit twee componenten: een basisrente en een getrouwheidspremie. Bovendien vereist de Belgische wetgeving dat deze ‘analoge vereisten’ van overheidswege moeten zijn vastgesteld in de andere lidstaat. De fiscale administratie interpreteert voornoemde voorwaarden zeer strikt, waardoor de vrijstelling (alsook de toepassing van het gunsttarief van 15% voor de interest die dit vrijgesteld deel overtreft) in de praktijk quasi altijd wordt geweigerd voor ontvangen interesten op buitenlandse spaarrekeningen. De vereiste voorwaarden zijn immers zodanig eigen aan de Belgische bankenmarkt dat de facto geen enkele buitenlandse spaarrekening in aanmerking komt.

HOF VAN JUSTITIE EN NATIONALE RECHTBANKEN TIKKEN BELGIË TEVERGEEFS OP DE VINGERS

Alhoewel deze voorwaarden zowel gelden voor Belgische als buitenlandse kredietinstellingen, ontmoedigt dit buitenlandse banken om hun diensten aan Belgische spaarders aan te bieden aangezien zij de facto niet aan deze voorwaarden (kunnen) voldoen.

Op verzoek van Belgische individuele belastingplichtigen werden in het verleden reeds twee prejudiciële vragen voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie. De vraag betrof de verenigbaarheid van de Belgische regelgeving met Europese vrijheden, gezien de praktische obstakels die buitenlandse banken ondervinden.

Het Hof van Justitie bevestigde reeds in 2017 dat de Belgische regelgeving (met name het opleggen van een dubbele vergoedingsstructuur) de facto de vrijstellingsregeling ontzegt aan buitenlandse banken, aangezien geen enkele andere lidstaat binnen de EER in dergelijke dubbele vergoedingsstructuur voorziet. Het Hof van Justitie besloot dat dergelijk verschil in behandeling wel degelijk een schending van het vrij verkeer van diensten kan impliceren. De beoordeling in concreto van een schending van het vrij verkeer van diensten, werd door het Hof van Justitie echter overgelaten aan de nationale rechter. In haar beschikking van 27 maart 2023 herhaalde het Hof van Justitie deze overwegingen.

Het discriminerend karakter van de gestelde voorwaarden werd in het verleden tevens bevestigd door de nationale rechtbanken, waaronder ook het Hof van Cassatie.

Ondanks de uitspraken van het Hof van Justitie en de nationale rechtbanken werd tot op heden de wetgeving echter niet aangepast. Ook de Belgische administratie legt zich niet neer bij deze rechtspraak en blijft het standpunt innemen dat buitenlandse spaarrekeningen alleen in aanmerking komen indien ze voldoen aan de specifiek gestelde voorwaarden waardoor, de facto, buitenlandse bankrekeningen uit de boot vallen.

Als reactie hierop startte de Commissie een inbreukprocedure op tegen de Belgische Staat. In juli 2023 stuurde de Commissie een met redenen omkleed advies naar de Belgische Staat met haar motivering waarom België volgens haar nog altijd niet zijn verplichtingen nakomt. Aangezien de Belgische Staat tot op heden geen actie heeft ondernomen teneinde de discriminerende voorwaarden in te korten, daagt de Commissie de Belgische Staat nu voor het Hof van Justitie.

WAT KAN IK ALS BELASTINGPLICHTIGE ONDERNEMEN?

Voorlopig is het uitkijken naar de uitspraak van het Hof van Justitie. Deze uitspraak zal duidelijkheid verschaffen over de juridische houdbaarheid van de huidige vrijstellingsregeling voor gereglementeerde spaarrekeningen. Aangezien het Hof echter in het verleden reeds heeft geoordeeld dat de Belgische wetgeving in strijd kan zijn met het vrij verkeer van diensten en aangezien deze wetgeving sindsdien niet is aangepast, is de kans reëel dat het Hof de Belgische Staat zal veroordelen.

Een mogelijke veroordeling biedt kansen voor belastingplichtigen om de belastingdruk op hun interestinkomen te verlichten en aanslagen uit het verleden aan te vechten. Hierna overlopen wij enkele procedurele mogelijkheden die u als belastingplichtige (met interestinkomen op buitenlandse spaarrekeningen) eventueel kunt overwegen. Het is echter belangrijk te benadrukken dat iedere zaak apart dient te worden beoordeeld.


In afwachting uitspraak Hof van Justitie - bestaande wetgeving

Zolang het Hof van Justitie nog geen uitspraak heeft gedaan en de huidige administratieve positie onveranderd blijft, is het meest voorzichtige standpunt voor belastingplichtigen om hun interestinkomsten op buitenlandse spaarrekeningen volledig (zonder vrijstelling) aan te blijven geven in hun aangifte personenbelasting overeenkomstig de vigerende wetgeving. Deze inkomsten worden bijgevolg integraal belast tegen een tarief van 30%.

België heeft zich samen met andere staten verbonden tot de Common Reporting Standard (CRS), een internationale regeling voor de automatische uitwisseling van financiële gegevens. Dit betekent dat de Belgische belastingdienst jaarlijks automatisch informatie krijgt over buitenlandse spaarrekeningen van haar inwoners. In geval van een fiscale controle op basis van deze uitwisseling van gegevens, zou de niet-aangifte van deze interestinkomsten kunnen leiden tot boetes of belastingverhogingen.

Belastingplichtigen die hun interestinkomsten op buitenlandse spaarrekeningen integraal hebben aangegeven, kunnen overwegen om een bezwaarschrift in te dienen tegen hun aanslag in de personenbelasting. Deze mogelijkheid bestaat ook indien zij zelf hun interestinkomen hebben aangegeven. Het indienen van een bezwaarschrift moet uiterlijk binnen één jaar na verzending van het aanslagbiljet gebeuren.

Belastingplichtigen kunnen eventueel met de administratie overeenkomen om de beslissing omtrent hun bezwaar te laten afhangen van de uitspraak van het Hof van Justitie. In beginsel is de fiscus niet gebonden aan een specifieke termijn om een directoriale beslissing te nemen over het bezwaarschrift. De belastingplichtige heeft echter wel het recht om ten vroegste zes maanden vanaf de ontvangst door de fiscus van het bezwaarschrift een rechtsvordering in te stellen voor de rechtbank. Indien de fiscus echter bereid zou zijn om geen beslissing te nemen in afwachting van het oordeel van het Hof van Justitie, kan het proceseconomisch opportuun zijn om de beslissing van de fiscus af te wachten.


Hypothese: Hof van Justitie veroordeelt Belgische Staat

Indien het Hof van Justitie zou oordelen dat de huidige Belgische wetgeving in strijd is met het vrij verkeer van diensten en de Belgische Staat veroordeelt, kunt u als belastingplichtige geconfronteerd worden met de volgende situaties:

  • U heeft enerzijds mogelijk jarenlang onterecht uw interestinkomsten op buitenlandse spaarrekening(en) integraal aangegeven, waardoor u de vrijstelling op de eerste schijf (1.020 euro voor inkomstenjaar 2024) van uw interestinkomsten in het verleden niet heeft kunnen genieten.
  • Indien uw interestinkomen op uw buitenlandse spaarrekening(en) deze vrijstelling schijf oversteeg, heeft u anderzijds mogelijk onterecht 30% belastingen betaald in plaats van 15%.

Indien u voor een bepaalde aanslag nog binnen uw bezwaartermijn van één jaar bent, opteert u er best voor om een bezwaarschrift indienen. In dit verband benadrukken wij nogmaals dat voor het indienen van een bezwaarschrift het bovendien niet noodzakelijk is om het arrest van het Hof van Justitie af te wachten.

Indien de bezwaartermijn echter is verstreken, kunt u overwegen om een verzoek tot ambtshalve ontheffing in te dienen. Een veroordeling door het Hof van Justitie zou immers kunnen kwalificeren als een nieuw feit. Dit verzoek moet worden ingediend binnen de termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de aanslag is gevestigd. Stel dat het Hof van Justitie in 2025 de Belgische Staat veroordeelt, zou desgevallend voor aanslagen die zijn gevestigd in 2021 of later een verzoek tot ambtshalve ontheffing kunnen worden ingediend.

VOORUITBLIK

Dat een mogelijke hervorming van de fiscale vrijstelling op spaarboekjes één van de vele maatregelen is die op de formatietafel ligt, komt niet als een verrassing. Federaal formateur Bart De Wever (N-VA) had de hervorming opgenomen in zijn zogenoemde 'supernota'. Het doel van deze hervorming is om een breder fiscaal kader te creëren voor alle roerende inkomsten, ongeacht hun oorsprong.

Het voorstel beoogt een voetvrijstelling (tot 6.000 EUR) voor de kleine belegger in te voeren, waarin niet alleen inkomsten uit spaarboekjes, maar ook dividenden en andere roerende inkomsten zouden vallen. Daarnaast zouden ook alle inkomsten uit spaarboekjes voortaan aan de bron worden belast, vergelijkbaar met andere beleggingsinkomsten.

Hoewel een hervorming de Europese discussie omtrent de huidige fiscale vrijstelling naar de toekomst toe zou kunnen beëindigen, verandert dit niets aan de situatie met betrekking tot belastingaanslagen uit het verleden. Indien u heeft geïnvesteerd in buitenlandse spaarrekeningen en mogelijk onterecht hogere belastingen heeft betaald, is het cruciaal om uw procedurele mogelijkheden zorgvuldig te onderzoeken om eventuele kansen op terugvordering van reeds betaalde belastingen te maximaliseren.​


Mots clés