EBA Quater : ontdek de FAQ 2023 van Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken

A. Indienen regularisatieaangifte

1. Waar moet de regularisatieaangifte worden ingediend?

De regularisatieaangifte kan zowel digitaal, per post als per drager worden ingediend.

De regularisatieaangifte wordt bij voorkeur per e-mail ingediend op het volgend adres: regul@minfin.fed.be.

Per post kan de regularisatieaangifte worden ingediend op het postadres van het Contactpunt Regularisaties (verder: CPR), Koning Albert II Laan 33 - bus 027, 1030 Brussel.

Op afspraakkan de regularisatieaangifte tot slot ook per drager worden ingediend aan het onthaal van het CPR, Wetstraat 24, 1000 Brussel.

2. Kan een spontane regularisatieaangifte nog gebeuren bij de lokale inspecteur van de Algemene administratie van de Fiscaliteit of bij de Algemene administratie van de Bijzonder Belastinginspectie?

Neen, om een gelijke behandeling tussen belastingplichtigen te bekomen, werd beslist om een nieuw permanent systeem van regularisatie in het leven te roepen, vertrekkende van de regularisatie ”ter”. Vanaf de inwerkingtreding van de Wet van 21 juli 2016 tot invoering van een permanent systeem inzake fiscale en sociale regularisatie, (hierna regularisatiewet) zal aan de betrokkenen die nog geen regularisatieaangifte hebben ingediend sinds de inwerkingtreding van deze wet op 1 augustus 2016, worden voorgesteld om zich voor federale fiscale regularisaties te wenden tot het CPR (Doc 54 1738/001-pagina 4).

3. Kan de regularisatieaangifte worden ingediend via e-mail?

De regularisatieaangifte wordt bij voorkeur per e-mail ingediend op het volgend adres: regul@minfin.fed.be.

4. Kan u bij het CPR een regularisatieaangifte bekomen?

Ja, u kan de in te vullen regularisatieaangifte downloaden op de website van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (www.ruling.be).

5. Kan in de regularisatieaangifte een elektronisch adres worden vermeld?

Ja, de regularisatieaangifte voorziet de vermelding van het elektronisch adres van de aangever en desgevallend van de gemachtigde.

6. In welke landstaal moet de regularisatieaangifte worden ingediend?

7. Kunnen gewestelijke belastingen worden geregulariseerd?

Neen, de regularisatie van gewestelijke belastingen is sinds 1 januari 2021 niet meer mogelijk bij het CPR.

8. Kan u nog een regularisatieaangifte indienen indien er sprake is van een lopend onderzoek?

U kan nog altijd een regularisatieaangifte indienen maar noch de regularisatieaangifte, noch de betaling van de heffing, noch het regularisatieattest bedoeld in de regularisatiewet, hebben uitwerking indien de aangever, vóór de indiening van de regularisatieaangifte, door een Belgische gerechtelijke instantie, een Belgische belastingadministratie, een Belgische sociale zekerheidsinstelling of een sociale inspectiedienst of de FOD Economie, schriftelijk in kennis is gesteld van lopende specifieke onderzoeksdaden.

9. Wie kan worden beschouwd als aangever?

Als aangever wordt beschouwd de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die overgaat tot het indienen van een regularisatieaangifte, hetzij in persoon, hetzij door bemiddeling van een gemachtigde.

10. Wie kan worden beschouwd als natuurlijke persoon?

Met "natuurlijke personen" worden bedoeld de op grond van artikel 3 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de personenbelasting onderworpen rijksinwoners en de op grond van artikel 227, 1°, van hetzelfde Wetboek aan de belasting van niet-inwoners onderworpen niet-rijksinwoners.

De regularisatieaangifte mag worden ingediend in een landstaal volgens de keuze van de aangever.

11. Wie kan worden beschouwd als rechtspersoon?

Met "rechtspersonen" worden bedoeld de op grond van artikel 179 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de vennootschapsbelasting onderworpen binnenlandse vennootschappen, de burgerlijke vennootschappen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid bedoeld in artikel 29 van hetzelfde Wetboek, de rechtspersonen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting op grond van artikel 220 van hetzelfde Wetboek, en de op grond van artikel 227, 2°, van hetzelfde Wetboek aan de belasting van niet-inwoners onderworpen buitenlandse belastingplichtigen.

12. Wie kan worden beschouwd als gemachtigde?

Met "gemachtigde" wordt bedoeld een in de artikelen 2 en 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, beoogde persoon of onderneming. Het betreft onder meer advocaten, erkende boekhouders en accountants, financiële instellingen, notarissen enz..

13. Moet door de gemachtigde een schriftelijke volmacht worden toegevoegd aan de regularisatieaangifte?

De advocaten moeten geen schriftelijke volmacht toevoegen aan de regularisatieaangifte, de overige gemachtigden wel.

14. Kan u in één regularisatieaangifte inkomsten als rijksinwoner en als niet-rijksinwoner regulariseren?

Ja, stel dat u tot 2017 Belgisch rijksinwoner was en vanaf 2018 niet-rijksinwoner bent, dan kan u in één regularisatieaangifte zowel de inkomsten als rijksinwoner, als de inkomsten als niet-rijksinwoner aangeven.

15. Kan u regulariseren indien u voorheen al fiscaal geregulariseerd heeft in het kader van EBA ( Wet van 31 december 2003 houdende invoering van een éénmalige bevrijdende aangifte), EBA bis (Programmawet van 27 december 2005), EBA ter (Wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het systeem van fiscale regularisatie en tot invoering van een sociale regularisatie) of EBA quater (Wet van 21 juli 2016 tot invoering van een permanent systeem inzake fiscale en sociale regularisatie)?

Ja, echter noch de regularisatieaangifte, noch de betaling van de heffing, noch het regularisatieattest bedoeld in de regularisatiewet, hebben uitwerking indien ten behoeve van dezelfde aangever reeds een regularisatieaangifte werd ingediend sinds de datum van de inwerkingtreding van de laatste regularisatiewet.

16. Kunnen beide partners van een gehuwd echtpaar of wettelijk samenwonenden elk afzonderlijk een regularisatieaangifte indienen?

Ja, elke echtgenoot of wettelijke samenwonende persoon kan voor zijn deel van de inkomsten, sommen, btw-handelingen en fiscaal verjaarde kapitalen een afzonderlijke regularisatieaangifte invullen op zijn of haar naam.

17. Welke zijn de verplichte vermeldingen op het aangifteformulier?

Het aangifteformulier vermeldt onder andere de volledige gegevens van de aangever en in voorkomend geval van de gemachtigde, waaronder de naam, de voornaam, het adres en het rijksregisternummer. Op het aangifteformulier dienen eveneens per jaar de geregulariseerde inkomsten, de geregulariseerde sommen, de geregulariseerde btw-handelingen, de fiscaal verjaarde kapitalen en de geregulariseerde beroepsinkomsten te worden opgenomen.

18. Wat zijn geregulariseerde inkomsten?

Dit zijn inkomsten die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte die wordt ingediend door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon bij het CPR, wanneer deze inkomsten de aard hebben van inkomsten die normaal aan de inkomstenbelasting worden onderworpen in het jaar waarin zij werden behaald of verkregen.

Als geregulariseerde inkomsten worden eveneens aangemerkt de inkomsten die, overeenkomstig artikel 5/1 van het WIB 1992, door een oprichter of een derde begunstigde van een juridische constructie moeten worden aangegeven, de inkomsten van een in artikel 307, §1, tweede lid, van hetzelfde wetboek bedoelde buitenlandse rekening en de inkomsten van een in artikel 307, §1, derde lid van hetzelfde wetboek bedoelde buitenlandse levensverzekeringsovereenkomsten.

19. Wat zijn geregulariseerde sommen?

Dit zijn de sommen en waarden die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte die door een rechtspersoon of door een natuurlijke persoon wordt ingediend bij het CPR, wanneer deze aantoont dat deze sommen en waarden niet de aard hebben van inkomsten die normaal aan de inkomstenbelasting worden onderworpen in het jaar waarin zij werden behaald of verkregen, maar onder de toepassing van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten vallen, voor zover ze betrekking hebben op niet in artikel 3, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, vermelde registratierechten, of onder de toepassing vallen van het Wetboek diverse rechten en taksen.

20. Wat zijn geregulariseerde btw-handelingen?

Onder "geregulariseerde btw-handelingen" wordt verstaan: de in artikel 51 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde bedoelde aan btw onderworpen handelingen die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte die wordt verricht bij het CPR door een rechtspersoon of door een natuurlijke persoon.

21. Wat zijn fiscaal verjaarde kapitalen?

Onder "fiscaal verjaarde kapitalen” wordt verstaan: de kapitalen ten aanzien waarvan de fiscale administratie ingevolge het verstrijken van de termijnen, naargelang het geval, bedoeld in de artikelen 354 of 358, §1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 of de artikelen 81, 81bis, of 83 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde of de artikelen 214, 216, 2171 en 2172 of 218 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten voor zover deze artikelen betrekking hebben op niet in artikel 3, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, vermelde registratierechten, of de artikelen 2028 of 2029 van het Wetboek diverse rechten en taksen, op het ogenblik van de indiening van de regularisatieaangifte geen heffingsbevoegdheid meer kan uitoefenen in hoofde van diegene op wiens naam de regularisatieaangifte is ingediend.

22. Welke zijn de verplichte bijlagen voor het fiscale luik van de regularisatie?

Er zijn twee aparte ondertekende bijlagen vereist: de eerste bijlage (fraudeschema) licht beknopt het fraudeschema toe en de tweede bijlage (bondige verklaring bij het fraudeschema) stelt de omvang en de oorsprong van de geregulariseerde inkomsten, sommen, btw-handelingen en kapitalen, de periode waarin deze zijn ontstaan en de voor de geregulariseerde bedragen gebruikte financiële rekeningen vast.

Daarnaast moeten desgevallend bij de regularisatie van buitenlandse structuren door de economische begunstigde nog andere stukken worden toegevoegd ( zie nr.33).

23. Wat zijn de juridische gevolgen indien stukken worden bijgevoegd bij de indiening van een regularisatieaangifte, maar deze stukken sommen bevatten of gegevens die niet zijn opgenomen in de vakken van de regularisatieaangifte?

Stukken die naar aanleiding van een regularisatieaangifte worden overgelegd en die geen betrekking hebben op de in de aangifte geregulariseerde bedragen, worden geacht geen deel uit te maken van de regularisatieaangifte en kunnen zodoende later niet worden tegengeworpen aan een binnenlandse of buitenlandse, administratieve of gerechtelijke instantie of financiële instelling.

24. Moeten de originele attesten en bankdocumenten worden toegevoegd of volstaat een kopie?

Het CPR aanvaardt enkel een kopie van de attesten en bankdocumenten indien de voorgelegde stukken het logo van de bank dragen. Indien dit niet het geval is, zal het CPR aanvullende informatie opvragen, bijvoorbeeld de brief van verzending door de bank van de documenten gericht aan de aangever of zijn gemachtigde.

25. Wie is verantwoordelijk voor de juistheid van de aangegeven bedragen?

De aangever is verantwoordelijk voor de juistheid van de bedragen vermeld in zijn regularisatieaangifte. Indien zou blijken dat de inkomsten, sommen, btw- handelingen of de aan te geven kapitalen geheel of gedeeltelijk niet werden vermeld in de regularisatieaangifte, dan kan het afgeleverde attest geen uitwerking hebben voor wat betreft de niet-aangegeven inkomsten, sommen btw- handelingen en kapitalen. Fiscale en strafrechtelijke vervolging is dan mogelijk, daarin begrepen eventueel voor het witwassen van geld.

26. Wat is de inhoud van het fraudeschema dat aan de aangifte moet worden toegevoegd, maar niet aan de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) wordt toegezonden?

Het CPR spreekt zich niet uit over de concrete inhoud van het fraudeschema, maar gaat enkel na of het toegevoegd werd. De inhoud ervan is de autonome verantwoordelijkheid van de aangever.

Het CPR vraagt dat het fraudeschema op een aparte bijlage wordt weergegeven, omdat dit document niet aan het CFI wordt toegezonden.

27. Door wie moeten het fraudeschema en de bondige verklaring worden ondertekend?

Het fraudeschema en de bondige verklaring moeten ondertekend worden door de aangever(s) of door de gemachtigde die op de regularisatieaangifte vermeld wordt.

28. Kan “zwarte” omzet die in het verleden werd gerealiseerd door een rechtspersoon en waarvan de opbrengsten nadien zijn uitgekeerd aan de zaakvoerder of de bedrijfsleider van deze vennootschap worden geregulariseerd op naam van de zaakvoerder of de bedrijfsleider?

Ja, de “zwarte” omzet mag worden geregulariseerd op naam van de zaakvoerder of de bedrijfsleider en desgevallend kan de vennootschap ook de btw regulariseren op de verdoken omzet.

29. Wanneer fiscaal niet verjaarde “zwarte” inkomsten werden behaald door een vennootschap en intussen werden uitgekeerd aan niet- bestuurders / zaakvoerders, maar wel aan bijvoorbeeld de aandeelhouders, kan de vennootschap dan de vennootschapsbelasting regulariseren, alsook de roerende voorheffing op het desgevallend uitgekeerde dividend aan de aandeelhouders ?

Ja.

30. Wanneer fiscaal verjaarde “zwarte” inkomsten werden behaald en geregulariseerd worden door een vennootschap tegen een tarief van 40%, moet diegene aan wie deze inkomsten nadien effectief werden uitbetaald desgevallend ook nog een regularisatieaangifte indienen?

Ja, indien de genieter aan wie deze inkomsten werden uitbetaald (toegekend) een regularisatieattest wil bekomen.

31. Wie moet de ontdoken inkomsten en btw aangeven van een fiscale fraude die vergezeld gaat van een misdrijf van misbruik van vennootschapsgoederen en hoe moet dit gebeuren?

In principe is het de bestuurder of de zaakvoerder die het misbruik van vennootschapsgoederen heeft begaan, die de ontvreemde sommen ten titel van beroepsinkomsten moet aangeven.

De vennootschap geeft de niet-betaalde btw aan onder rubriek C.I.3 van de regularisatieaangifte.

32. Is de sociale heffing aftrekbaar van de te regulariseren beroepsinkomsten?

Ja, de sociale heffing berekend op de inkomsten bedoeld in de rubriek C.III van de regularisatieaangifte is aftrekbaar van de fiscaal te regulariseren beroepsinkomsten rubriek C.I.1.A.

Het fiscale regularisatieattest zal slechts worden uitgereikt op ogenblik dat de sociale heffing effectief werd betaald.

33. Kunnen de inkomsten en kapitalen afkomstig van het bezit van een vermogen binnen een buitenlandse structuur worden geregulariseerd door de oprichters en de economisch begunstigden van de buitenlandse structuren?

Ja, in principe zullen in dergelijk geval als bijlage bij de regularisatieaangifte twee attesten van de bank worden toegevoegd, enerzijds een titularisschapsattest en anderzijds een document ( formulier A ) waaruit blijkt dat de aangever de effectieve/economische begunstigde is van de tegoeden (kapitaal en inkomsten) aangehouden binnen een buitenlandse structuur. Er wordt eveneens een fiscale transparantieverklaring opgesteld, gedateerd en ondertekend door de aangever als bijlage bij de regularisatieaangifte toegevoegd.

In de transparantieverklaring bevestigen de aangevers dat:

  • a. de belegde sommen op de rekening(en) van de structuur worden beheerd voor hun rekening;
  • b. ze de exclusieve genieters zijn van deze inkomsten;
  • c. ze op elk ogenblik, ad nutum (op het eerste verzoek), over de sommen (kapitaal en inkomsten) van de rekening(en) waarvan de structuur juridische eigenaar is, kunnen (konden) beschikken.

Een attest van de tussenpersoon of van de gemachtigde van de aangever volstaat niet.

34. Wat is het te regulariseren bedrag in het kader van levensverzekeringscontracten: de betaalde premie, de afkoopwaarde of het kapitaal op de vervaldag?

Het bedrag van de premie dient geregulariseerd te worden. Het betreft de bruto- premie voor vermindering van betaalde commissies aan de tussenpersoon en van eventuele belastingen die op het bedrag van de betaalde premies worden geheven.

35. Moeten fiscaal verjaarde kapitalen worden geregulariseerd?

De aangever moet in zijn aangifte aan de hand van schriftelijk bewijs, desgevallend aangevuld met andere bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed en het bewijs door getuigen, aantonen dat de inkomsten, de sommen, de btw-handelingen en de fiscaal verjaarde kapitalen hun normale belastingregime hebben ondergaan.

De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel heeft bevestigd dat er een verband dient te worden aangetoond tussen het aangeleverde bewijs enerzijds en de te regulariseren gelden (als onderdeel van de buitenlandse rekening) anderzijds (Rb. Brussel 20 oktober 2020 en Rb. Brussel 22 maart 2021).

In het vonnis van 19 maart 2021 heeft diezelfde rechtbank bevestigd dat een overzicht van de netto beroepsinkomsten niet bewijst dat een deel van het bronkapitaal op de buitenlandse rekening zou gefinancierd zijn met spaargelden, eveneens omdat er geen link is tussen beiden (Rb. Brussel, 19 maart 2021).

De inkomsten, de sommen, de btw-handelingen en de fiscaal verjaarde kapitalen, of het gedeelte ervan waarvan de aangever niet kan aantonen dat ze hun normale belastingregime hebben ondergaan op de hiervoor vermelde wijze, moeten worden geregulariseerd (onder voorbehoud van het derde en het vierde lid van artikel 11 van de regularisatiewet).

In de wet is niet bepaald dat fiscaal verjaarde kapitalen niet moeten geregulariseerd indien de strafvordering ten aanzien van handelingen die betrekking hebben op deze kapitalen verjaard is. Het Contactpunt heeft volgens de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel terecht geen rekening gehouden met de geconsumeerde sommen (Rb. Brussel 29 juni 2020 en 23 oktober 2020).

36. Hoe gaat het CPR handelen indien de aangever enkel informatie verstrekt over de geregulariseerde fiscaal niet verjaarde (roerende) inkomsten, maar niet over het (fiscaal verjaarde) kapitaal dat niet wordt geregulariseerd ?

Indien er twijfel is of de voorhanden zijnde stukken voldoende zijn om aan te tonen dat het fiscaal verjaard kapitaal het normaal fiscaal regime heeft ondergaan, kan er – al dan niet op anonieme wijze – een prefiling worden voorgelegd aan het CPR.

Het CPR zal in dergelijk geval vragen aan de aangever om aan de hand van schriftelijk bewijs, desgevallend aangevuld met andere bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed en het bewijs door getuigen, aan te tonen dat dit fiscaal verjaarde kapitaal in het verleden zijn normaal belastingregime heeft ondergaan.

Indien de aangever niet slaagt in voormelde bewijsvoering en ook niet bereid is desgevallend zijn regularisatieaangifte uit te breiden met het fiscaal verjaarde kapitaal op de rekening(en), zal de verschuldigde heffing worden berekend inclusief de heffing op het fiscaal verjaarde kapitaal. Dit zal geval per geval worden bekeken aan de hand van de voorgelegde bewijsstukken en worden voorgelegd aan het College van de Dienst Voorafgaande Beslissingen.

De aangever kan jurisdictioneel beroep indienen tegen de berekening van het CPR en de door haar voorgestelde heffing bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel (Rb. Brussel 11 december 2020). De aangever dient evenwel dit jurisdictioneel beroep uit te oefenen alvorens te betalen en alvorens er een attest wordt afgeleverd (Doc 54, 1738/003, p. 19).

37. Is het mogelijk dat een ingediende regularisatieaangifte nadien wordt ingetrokken en/of de aangegeven belastbare inkomsten (kapitalen) in de rubrieken van de aangifte worden verminderd?

Behoudens bewezen materiële vergissing, vastgesteld voordat de heffing werd berekend door het CPR en werd betaald, is het niet meer mogelijk nadien een spontaan ingediende regularisatieaangifte in te trekken of de aangegeven inkomsten ervan te verminderen. De verschuldigde heffing zal in dergelijk geval worden berekend op basis van de oorspronkelijk ingediende aangifte en tegen de normale tarieven plus het boetepercentage. De verschuldigde heffing zal als dusdanig aan de aangever worden meegedeeld.


B. Berekenen heffing

38. Volgens welk tarief wordt de verschuldigde heffing berekend?

De geregulariseerde inkomsten, die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte worden onderworpen aan een heffing tegen het normale tarief inzake inkomstenbelastingen dat van toepassing is met betrekking tot het belastbaar tijdperk waarin deze inkomsten werden behaald of verkregen, verhoogd met 25 percentpunten.

Ook voor geregulariseerde sommen en btw-handelingen wordt het normale belastingtarief verhoogd met 25 percentpunten. Enkel in de gevallen waarin de regularisatieaangifte reeds aanleiding geeft tot regularisatie van de btw- handelingen als beroepsinkomsten, is de verhoging met 25 percentpunten niet van toepassing.

In de regularisatiewet kunnen ook verzekeringstaksen worden geregulariseerd. Het normale tarief van een tak 23 verzekering bedraagt 1,1% (2% vanaf 01/01/2013). Als de boete van 25 % daar wordt bijgeteld komt men aan een totale heffing van 26,1%. Als de “zwarte” omzet werd gestort in een tak 23- levensverzekering is de totale heffing van meer dan 100% verschuldigd. Om een dubbele sanctie te vermijden is daarom de verhoging van 25% bij de verzekeringstaks in dergelijk geval niet van toepassing (Doc 54, 1738/003 blz 24).

Fiscaal verjaarde kapitalen die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte worden onderworpen aan een heffing tegen een tarief van 40 percentpunten op het kapitaal.

De niet verjaarde sociale bijdragen verschuldigd op de beroepsinkomsten worden onderworpen aan een aanvullende sociale heffing die overeenkomt met 20 pct. van deze beroepsinkomsten.

De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft beslist dat het Contactpunt regularisaties, wat de toegepaste verhoging betreft, over geen enkele beoordelingsbevoegdheid beschikt en op dit punt gebonden is door de wet. De toegepaste verhoging van 22 procentpunten kan niet worden aanzien als een straf in de zin van artikel 6 EVRM, daar deze tariefverhoging niet eenzijdig wordt opgelegd door de overheid, maar onlosmakend deel uitmaakt van de regularisatieheffing. De regularisatieprocedure is een facultatieve uitzonderingsprocedure en de vrije keuze van de belastingplichtige. De toegepaste tariefverhoging heeft om die reden geen repressief karakter en kan derhalve niet worden kwijtgescholden of verminderd (Rb. Brussel 14 mei 2019).

Aan de toegepaste verhogingen liggen bovendien een aantal billijkheidsredenen ten grondslag, onder meer het feit dat men via een spontane aangifte en betaling van de regularisatieheffing de in het WIB92 voorziene boetes, interest en belastingverhogingen kan vermijden (vgl. Parl. St. Kamer 2015-2016, nr. 54- 1738/001, p. 9), evenals dat men binnen de grenzen van artikel 10 van de wet van 21 juli 2016 strafrechtelijke immuniteit verkrijgt (Rb. Brussel, 22 maart 2021).

39. Wordt bij de berekening van de heffing rekening gehouden met voorheffingen, belastingvermindering of belastingkrediet, verrekening van voorafbetalingen of woonstaatheffing?

Neen, bij de vaststelling van de heffing wordt geen rekening gehouden met enige belastingvermindering of belastingkrediet, noch met een verrekening van voorheffingen, voorafbetalingen of van de woonstaatheffing.

40. Wordt er een boetepercentage berekend voor geregulariseerde btw- handelingen waarvoor diezelfde btw-handelingen als beroepsinkomsten eveneens worden geregulariseerd?

De geregulariseerde btw-handelingen die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte, worden onderworpen aan een heffing tegen het btw-tarief dat van toepassing is op de geregulariseerde handelingen op het ogenblik waarop ze plaatsvonden, verhoogd met 25 percentpunten behalve in de gevallen waarin de regularisatieaangifte reeds aanleiding geeft tot regularisatie van die handelingen als beroepsinkomsten.

41. Indien de beroepsinkomsten in hoofde van de bedrijfsleider worden geregulariseerd (als bedrijfsleidersbezoldiging) en de btw wordt geregulariseerd in hoofde van de vennootschap, volstaat het dan dat men enkel de boete van 25 percentpunten toepast op de beroepsinkomsten?

De boete moet in dergelijk geval niet worden toegepast op diezelfde btw- handelingen, indien voor diezelfde periode ook dezelfde beroepsinkomsten worden geregulariseerd waarop een boete werd toegepast.


C. Betaling heffing

42. Wat zijn de gevolgen van de definitieve betaling van de heffing?

In geval een regularisatieaangifte werd gedaan conform de bepalingen van de regularisatiewet, heeft de definitieve, zonder enig voorbehoud uitgevoerde betaling van de heffingen tot gevolg dat:

- de in artikel 3, §1 van de regularisatiewet, bedoelde inkomsten voor het overige niet meer onderworpen zijn of kunnen worden aan de inkomstenbelasting zoals bepaald in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met inbegrip van de daarin vermelde belastingverhogingen, boetes en nalatigheidsintresten;

- de in artikel 3, §2 van de regularisatiewet, bedoelde sommen voor het overige niet meer onderworpen zijn of kunnen worden aan enige rechten of taksen, zoals bepaald in het Wetboek der registratie, hypotheek en griffierechten voor zover ze betrekking hebben op niet in artikel 3, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, vermelde registratierechten of het Wetboek diverse rechten en taksen, met inbegrip van de daarin vermelde boetes en nalatigheidsinteresten;

- de in artikel 3, § 3 van de regularisatiewet, bedoelde handelingen voor het overige niet meer onderworpen zijn of kunnen worden aan enige btw, noch aan enige bijkomende sanctie of boete zoals bepaald in het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

43. Wanneer hebben de aangifte, de betaling van de heffing en het regularisatieattest geen uitwerking?

Noch de regularisatieaangifte, noch de betaling van de heffing, noch het regularisatieattest bedoeld in de regularisatiewet, hebben uitwerking indien:

  • 1° de geregulariseerde inkomsten, sommen, btw-handelingen of kapitalen het voorwerp hebben uitgemaakt van één van de misdrijven omschreven in artikel 505 van het Strafwetboek, behoudens wanneer deze uitsluitend zijn verkregen uit de misdrijven als bedoeld in de artikelen 449 en 450 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in de artikelen 73 en 73bis van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in de artikelen 206 en 206bis van het Wetboek der registratie, hypotheek- en griffierechten voor zover deze artikelen betrekking hebben op niet in artikel 3, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, vermelde registratierechten en in de artikelen 207 en 207bis van het Wetboek diverse rechten en taksen;
  • 2° de geregulariseerde inkomsten, sommen, btw-handelingen of kapitalen voortkomen uit een misdrijf bedoeld in artikel 5, §3, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme met uitzondering van het misdrijf bedoeld in artikel 5, §3, 1°, elfde streepje van dezelfde wet, het misdrijf "misbruik van vennootschapsgoederen" en het misdrijf "misbruik van vertrouwen", voor zover geregulariseerd wordt overeenkomstig de artikelen 3 en 5;
  • 3° de aangever, vóór de indiening van de regularisatieaangifte, door een Belgische gerechtelijke instantie, een Belgische belastingadministratie, een Belgische sociale zekerheidsinstelling of een sociale inspectiedienst of de FOD Economie, schriftelijk in kennis is gesteld van lopende specifieke onderzoeksdaden;
  • 4° ten behoeve van dezelfde aangever reeds een regularisatieaangifte werd ingediend sinds de datum van inwerkingtreding van deze wet.

44. Binnen welke termijn moet de heffing worden betaald?

Na ontvangst van de regularisatieaangifte brengt het CPR de aangever of zijn gemachtigde schriftelijk op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan. Het CPR stelt in dezelfde brief het bedrag vast van de verschuldigde heffing.

De betaling van de heffing moet definitief en zonder enig voorbehoud worden verricht binnen 15 kalenderdagen volgend op de verzendingsdatum van die brief en is definitief door de Schatkist verworven.

45. Op welk rekeningnummer dient de heffing te worden betaald?

U deed een regularisatieaangifte en u heeft een uitnodiging tot betaling ontvangen, dan dient de heffing betaald te worden op het rekeningnummer 679- 2002206-29 (IBAN code : BE 26679200220629 en BIC code : PCHQBEBB) van het Contactpunt regularisaties.

46. Welke mededeling moet ik gebruiken?

U gebruikt de gestructureerde mededeling die vermeld staat op de uitnodiging tot betaling.


D. Gebruik gegevens regularisatieaanvraag

47. Worden de gegevens doorgestuurd naar andere diensten binnen de Federale Overheidsdienst Financiën?

De ambtenaren en personeelsleden die actief zijn binnen het CPR zijn gehouden tot het beroepsgeheim bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek.

Zij mogen de naar aanleiding van de regularisatieaangifte verkregen inlichtingen bovendien niet bekend maken aan de andere diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën.

48. Kunnen de gegevens worden gebruikt in het kader van een fiscale controle?

In alle gevallen waar het gaat om een federale belasting of een gewestelijke belasting waarvoor de federale overheid de dienst verzekert en waarvoor het in artikel 18 van de regularisatiewet bedoelde samenwerkingsakkoord is afgesloten, kunnen de aangifte, de daaropvolgende betaling van de verschuldigde heffing en het attest bedoeld in artikel 7, zevende lid van de regularisatiewet, niet als indicie of aanwijzing worden aangewend om fiscale onderzoeks- of controleverrichtingen uit te voeren, om mogelijke inbreuken op de belastingwetgeving te melden of om inlichtingen uit te wisselen, behalve met betrekking tot de vaststelling van de ingevolge de aangifte verschuldigde heffing, het bedrag van de geregulariseerde inkomsten, sommen, btw-handelingen en kapitalen.


E. Einde EBAquater

49. Fiscale regularisatie: nog slechts half jaar om federale inkomsten te regulariseren

Op 31 december 2023 komt een einde aan de mogelijkheid om niet-aangegeven federale inkomsten te regulariseren.

Het Contactpunt Regularisaties heeft ervaren dat de opmaak van een regularisatieaangifte heel veel tijd en onderzoek kan vereisen waarbij veelal stukken dienen opgevraagd te worden, eventueel bij buitenlandse bank- en verzekeringsinstellingen. Gelet op de complexiteit van sommige dossiers kan het ook nodig zijn om een juridisch advies in te winnen.

Regularisatieaangiften die materieel onvolledig zijn en pro forma ingediend worden, zullen onontvankelijk zijn (zogenaamde 1 EUR aangiften). Om dit te vermijden informeert het Contactpunt dat de periode tot indiening van een regularisatieaangifte loopt tot en met 31 december 2023.

De dienst is continu bereikbaar via het mailadres regul@minfin.fed.be. Om de laatste regularisatieaangiften in ontvangst te kunnen nemen, zal het Contactpunt regularisaties open blijven in de periode tussen de feestdagen.

De regularisatieaangifte kan per post, per drager of bij voorkeur per mail worden ingediend:

  • Per post: Contactpunt Regularisaties Koning Albert II Laan 33 – bus 027 1030 Brussel
  • Per drager: Contactpunt Regularisaties Wetstraat 24 1000 Brussel
  • Per mail: regul@minfin.fed.be

De geregulariseerde inkomsten die het voorwerp uitmaken van een regularisatieaangifte zijn onderworpen aan een heffing tegen het normaal tarief dat van toepassing is op de periode waarin ze werden behaald of verkregen, vermeerderd met een boete van 25 percentpunten. Wat de fiscaal verjaarde kapitalen betreft, werd het tarief wettelijk vastgelegd op 40%.

Deze regularisatieronde is op weg naar de laatste rechte lijn. Veel aanvragers beseffen dat een tijdige en volledige aangifte noodzakelijk is om de doelstelling van het regularisatieattest te realiseren, met name zowel fiscale als strafrechtelijke immuniteit. Dit blijkt uit het aantal ingediende dossiers en de toenemende stock aangegeven kapitaal. In de eerste helft van 2023 werd inmiddels voor 185 MIO EUR aan te regulariseren bedragen ingediend.




Mots clés

Articles recommandés