Nu de nieuwe federale regering ecocheques wil afschaffen, moet meer dan de helft van de ondernemingen in ons land op zoek naar een alternatief. Uit onderzoek van hr-expert Acerta blijkt dat maar liefst 55,8% van de bedrijven ecocheques toekent, en dat bijna één derde van de werknemers (32,2%) ecocheques ontvangt. De afschaffing van de ecocheques vormt een uitdaging voor bedrijven, zeker als ze ervoor willen zorgen dat de koopkracht van hun werknemers niet aangetast wordt. “Het voordeel van ecocheques zonder meer omzetten in gelijkaardige voordelen kan niet zomaar”, aldus de experten van Acerta.
Dat de ecocheque eruit gaat, zoals staat te lezen in het nieuwe federale regeerakkoord, zal gevolgen hebben voor heel wat bedrijven en werknemers in ons land. Meer dan de helft van de werkgevers (55,8%) uit de private sector kent tot nog toe dergelijke ecocheques toe. Daarmee is de ecocheque met voorsprong de populairste cheque bij ondernemers, nog voor de maaltijdcheque, die door iets meer dan vier op de tien bedrijven (41,96%) wordt toegekend. Vandaag de dag ontvangt maar liefst een derde van alle werknemers (32,16%) ecocheques. Dat is dan weer iets minder dan bij de maaltijdcheques, die door 44,45% van de werknemers in ons land ontvangen worden.
Figuur 1: % werkgevers en werknemers dat ecocheques toekent/krijgt – 1 januari - 31 december 2024 – cijfers Acerta
Figuur 2: % werkgevers en werknemers dat maaltijdcheques toekent/krijgt – 1 januari - 31 december 2024 – cijfers Acerta
Tom Dirix, juridisch expert bij Acerta Consult: “Het regeerakkoord over de afschaffing van verschillende vormen van voordelige cheques – alleen de maaltijdcheque wordt behouden – moet nog in wetgeving worden gegoten. Daarvoor wordt gekeken naar de sociale partners. Dat een groot deel van de werkgevers en werknemers betrokken partij is, blijkt duidelijk uit onze cijfers. Niet alleen de ecocheque gaat eruit; ook de geschenk- en de sport- en cultuurcheque zullen verdwijnen. Die zijn echter veel minder populair en dus zal de impact zich daar minder laten voelen. Consumptiecheques zijn dan weer een specifiek verhaal – ze werden als eenmalige koopkrachtpremie toegekend in situaties waar ondernemingen tijdens de crisis goede resultaten hebben behaald. Een streep trekken door de populaire ecocheque zonder een alternatief voor de koopkracht van werknemers te voorzien, lijkt onwaarschijnlijk. In die optiek kijkt de federale regering ook naar de sociale partners om, via overleg, tot een alternatief te komen. Het voordeel zomaar overhevelen naar bijvoorbeeld maaltijdcheques is niet mogelijk. De onderrichtingen voorzien bijvoorbeeld dat een omzetting van ecocheques naar maaltijdcheques wel kan, maar situaties verschillen zowel op vlak van de sector alsook het bedrijf. Zo zijn er situaties waarbij werknemers zowel ecocheques als het maximale bedrag aan maaltijdcheques ontvangen, maar ook gevallen waarin enkel ecocheques worden toegekend. In het regeerakkoord is bovendien voorzien dat het maximumbedrag van maaltijdcheques tegen het einde van de legislatuur wordt verhoogd met 2 keer 2 euro, tot een plafond van 12 euro per werkdag. Het blijft echter afwachten wanneer de wetgeving hierover concreet wordt, zodat de sociale partners een duidelijk kader krijgen om via overleg alternatieven uit te werken voor het huidige systeem van cheques."
Bovendien tonen de cijfers dat de uitdagingen niet in alle regio’s even groot zijn. Zo zijn ecocheques in Wallonië bijna net zo populair als maaltijdcheques – elk bereiken ze 1 op de 3 werknemers. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal maar 1 op de 4 (23,92%) werknemers gevolgen ondervinden van de afschaffing van de ecocheque.
Tom Dirix: “Dat verschil ligt niet aan de regio’s, maar eerder aan zowel de omvang van bedrijven alsook de activiteiten van dergelijke bedrijven. Zo zien we dat ecocheques eerder worden toegekend via sectoraal overleg, waar de maaltijdcheques zowel via ondernemingsoverleg alsook sectoraal overleg worden toegekend.”
Over de cijfers
Acerta kan zich voor haar analyse beroepen op de reële gegevens van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 van 560.000 werknemers (arbeiders en bedienden), actief bij meer dan 34.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. Gezien de mix van sectoren, regio’s, geslacht, leeftijd, enz. kunnen we stellen dat de bestudeerde dataset representatief is voor de Belgische arbeidsmarkt.