Een op de vier Belgische werknemers voelt zich geketend door fouten uit het verleden

Over toxisch leiderschap is al veel inkt gevloeid, waardoor bijna wordt vergeten dat ook de sfeer tussen collega’s onderling toxisch kan zijn. Een positieve of negatieve dynamiek met directe collega’s is nochtans net zo bepalend voor de werkbeleving als de houding van de baas, zo blijkt uit onderzoek van Bright Plus en Flourish.

Band met collega’s grote impact op werkbeleving

Experts staan in de rij om hun inzichten te delen over toxisch leiderschap. Toch mogen we ons er niet op blind staren: zo riskeren we namelijk dat de rol van dichte collega’s in een bedrijfscultuur onderbelicht blijft. De sfeer tussen collega’s onderling kan namelijk ook toxisch zijn. Collega’s onderling hebben vaak meer contact en dus een sterkere band dan met hun baas. Ze brengen doorgaans meer tijd door met elkaar en werken nauw samen. Het spreekt voor zich dat ook zij een grote invloed hebben op mentaal welzijn en werkbeleving.

Niet alleen het gedrag van de leidinggevende heeft impact op de bedrijfscultuur, maar ook hoe collega’s onderling met mekaar omgaan. Ook "toxische collega’s" kunnen bijdragen aan een onaangename werksfeer, en dat vaak zonder toezicht of aandacht van hogerop.


Roddels en politieke spelletjes

Onderzoek van Bright Plus en Flourish toont aan dat het er op de Belgische werkvloeren lang niet altijd even harmonieus aan toegaat. Dergelijk toxisch gedrag tussen collega’s onderling heeft een negatief effect op hun werkbeleving en mentaal welzijn.

  • Eén op de drie geeft aan dat er regelmatig tot vaak wordt geroddeld op hun werk.
  • Ook politieke spelletjes zijn nog steeds aanwezig: één op de vijf zegt dat die regelmatig tot vaak voorkomen.
  • Ruim één op vier geeft aan dat eerdere fouten tegen hen gebruikt worden en één op vijf meldt dat er informatie wordt achtergehouden.

We onderschatten de invloed die onze collega’s hebben op ons gemoed en de voldoening die we uit onze job halen. Een toxische baas verziekt de sfeer, maar als het erop aankomt dan zijn collega’s doorslaggevender: de relatie met collega’s blijkt, na jobinhoud en work-life balance, de belangrijkste reden om bij een organisatie aan de slag te blijven.


Eerste hulp bij traumadumping

Collega’s zijn niet alleen belangrijk voor de werksfeer, ze zijn ook ons belangrijkste aanspreekpunt als we ons niet goed voelen op het werk. Zo praten Belgische bedienden steeds vaker over hun hun mentaal welzijn, met dank aan de huidige tijdsgeest. Maar liefst 64% van de werknemers vindt het belangrijk om op het werk te kunnen spreken over hoe ze zich voelen en om hun mentale gezondheid bespreekbaar te maken. Dat doen ze in de eerste plaats met hun dichte collega’s (48%). Pas in de tweede plaats trekken ze naar hun directe leidinggevende (31%). Slechts een op de acht (13%) klopt aan bij HR.

Enerzijds is het goed dat er niet enkel naar HR wordt gekeken om die gesprekken te houden. Dat wil zeggen dat de werknemer in kwestie zich veilig voelt om mentale problemen te uiten bij collega’s. Anderzijds wil dat niet per se zeggen dat het luisterend oor in kwestie zich daar ook comfortabel bij voelt. HR-bedienden zijn vaak opgeleid om gesprekken over mentaal welzijn te houden en het is ook onderdeel van hun jobinhoud. Voor pakweg een marketeer of verzekeringsadviseur is dat niet zo.


Iedereen CMHO (chief mental health officer)?

Werkgevers kunnen dan wel massaal investeren in leiderschapstrainingen en HR-afdelingen kunnen zeker psychologen aanwerven, maar die inspanningen missen hun doel als je niet alle collega’s hierbij betrekt.

Bedrijven hebben er baat bij om te investeren in een psychologisch veilige werkomgeving en daarvoor moet je iedereen binnen de organisatie betrekken, niet enkel de leidinggevenden. Alles start met luisteren zonder oordeel en openstaan voor input van anderen. Het (h)erkennen van psychologische problemen is een vaardigheid die iedereen kan leren en die ook van pas komt op de werkvloer.


Over het onderzoek

1. Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Bright Plus tussen 22 februari en 6 maart 2024 bij 1254 Belgische bedienden, vrij beroep, zelfstandigen en zaakvoerders die minstens halftijds op kantoor werken representatief op taal, geslacht, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij 1254 Belgen bedraagt 2,68%.

2. Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Bright Plus tussen 30 november 2023 en 7 januari 2024 bij 2034 Belgen representatief op taal, geslacht, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij een steekproef van 2034 respondenten bedraagt 2,06%.

Mots clés

Articles recommandés

Bijna één op de vijf zorgbedrijven zet flexi-jobbers in

Het eindejaarsgeschenk, een financieel voordelige traditie om 2024 goed af te sluiten

Verbetering ergonomie onmisbaar om langdurige ziekte halt toe te roepen