Er wordt al langer gesproken over de demografische transitie, maar allicht zijn we ons nog altijd niet volledig bewust van wat er op ons afkomt. De economische activiteit in een land wordt in essentie bepaald door hoeveel mensen er aan het werk zijn en hoeveel output die gemiddeld per persoon produceren (de productiviteit).
Vooral voor die eerste factor staat de wereldeconomie de komende 25 jaar voor een enorme verandering. De bevolking op actieve leeftijd, de mensen die in theorie kunnen werken, blijft op wereldvlak wel toenemen, maar achter dat totale cijfer liggen grote regionale variaties.
In China en Japan daalt de bevolking op actieve leeftijd tegen 2050 met respectievelijk 22 en 26%. En ook in Europa zit er een daling van rond 20% aan te komen, zowel in Centraal- en Oost-Europa als in West-Europa. Italië loopt voorop met een daling met 28%. Zonder compensatie door een stevige versnelling van de productiviteitsgroei impliceert dat een terugval in de economische activiteit met een vijfde tot een kwart. Degrowth in de praktijk dus. Dat zou de welvaartsstaat onder grote druk zetten en betekent onder meer dat de huidige overheidsschuld onhoudbaar zou worden. Die demografische dynamiek plaatst trouwens ook de doemverhalen rond artificiële intelligentie in perspectief. De vrees dat AI en robots straks al onze jobs zullen overnemen en voor massale werkloosheid zullen zorgen, is ongegrond. Integendeel, we zullen dat soort innovaties heel hard nodig hebben om de productiviteitsboost die nodig zal zijn om onze welvaart op peil te houden te realiseren.
Tegenover de krimpende bevolking op actieve leeftijd in Europa en delen van Azië staat een verdere stijging in de rest van de wereld. De Verenigde Staten zullen min of meer stabiliseren, maar vooral Afrika springt er bovenuit. Daar zal de potentieel werkende bevolking tegen 2050 verdubbelen. Dat impliceert een belangrijk economisch potentieel, maar houdt ook grote risico’s in. In Afrika en het Midden-Oosten zal de totale bevolking de komende 25 jaar met één miljard toenemen. Dat kan voor sociale onrust zorgen, en betekent meer dan waarschijnlijk ook dat de migratiestromen naar het Westen eigenlijk nog maar begonnen zijn. In theorie zou daar wel een zekere afstemming mogelijk moeten zijn, maar in de praktijk lijken we daar vandaag politiek helemaal niet klaar voor.
Demografie is altijd een belangrijke factor geweest voor de economische dynamiek, maar de voorbije decennia werkte die vooral positief. De komende kwarteeuw zal dat plaatje in Europa en China volledig veranderen. De demografie zal de komende jaren eerder werken als een rem op de economische activiteit. Dat betekent dat de focus nog veel meer op productiviteit zal moeten liggen.