De Commissie is verheugd over het voorlopige akkoord dat vanochtend met het Europees Parlement en de Raad is bereikt om de energie-efficiëntierichtlijn van de EU te herzien en te versterken. Dit akkoord is een nieuwe stap in de richting van de voltooiing van het “Fit for 55”-pakket waarmee de Europese Green Deal en het REPowerEU-plan moeten worden verwezenlijkt. Het toont eens te meer aan dat de EU vastbesloten is om tegen 2050 klimaatneutraal te worden.
De Europese Green Deal is de EU-strategie voor groei op de lange termijn om Europa uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te maken. De herziening van de energie-efficiëntierichtlijn is een van de “Fit for 55”-voorstellen die de Commissie in juli 2021 heeft ingediend om het EU-beleid op het gebied van klimaat, energie, landgebruik, vervoer en belastingen zo vorm te geven dat de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55 % kan worden verlaagd ten opzichte van 1990. Het is van cruciaal belang dat deze emissiereducties de komende tien jaar worden gehaald, wil Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent worden en de Europese Green Deal verwezenlijken.
Energie-efficiëntie is ook een belangrijke pijler van het REPowerEU-plan, oftewel de strategie van de EU om zo snel mogelijk een einde te maken aan de invoer van Russische fossiele brandstoffen. In mei 2022 heeft de Commissie in het kader van het REPowerEU-plan voorgesteld de energie-efficiëntiemaatregelen op lange termijn te versterken, onder meer via een verhoging van de bindende energie-efficiëntiedoelstelling in het kader van het “Fit for 55”-pakket van de Europese Green Deal.
Het is de eerste keer dat het beginsel energie-efficiëntie eerstrechtskracht krijgt, met een expliciete verplichting voor de EU-landen om energie-efficiëntie in aanmerking te nemen bij hun beleid, planning en belangrijkste investeringsbeslissingen in de energiesector en daarbuiten.
In het akkoord is een EU-streefcijfer voor energie-efficiëntie van 11,7 % voor 2030 vastgesteld, wat hoger is dan het oorspronkelijke voorstel van de Commissie in “Fit for 55”. De EU-landen moeten er dus gezamenlijk op toezien dat het primair en eindenergieverbruik nog harder dalen dan in 2020 geraamd werd.
Op grond van het voorlopige akkoord moet de jaarlijkse energiebesparing bijna verdubbelen om een continue vooruitgang zeker te stellen. De EU-landen moeten tussen 2024 en 2030 elk jaar gemiddeld 1,49 % meer besparen op eindenergieverbruik. Momenteel is dat nog 0,8 %, en het moet geleidelijk oplopen tot 1,9 % tegen eind 2030. Dit is een belangrijk instrument om energiebesparing te stimuleren in eindgebruikerssectoren zoals gebouwen, de industrie en vervoer.
Daarnaast geven de herziene regels de overheidssector meer verantwoordelijkheid om energie-efficiëntie te verhogen. Overheidsinstanties moeten bij hun overheidsopdrachten voor producten, diensten, gebouwen en werkzaamheden stelselmatig rekening houden met energie-efficiëntie-eisen. Voor de overheidssector wordt een nieuw streefcijfer van 1,9 % ingevoerd voor de jaarlijkse vermindering van het energieverbruik. De verplichting van de EU-landen om per jaar minstens 3 % van de totale vloeroppervlakte van gebouwen in eigendom van de overheid te renoveren, geldt nu ook op regionaal en lokaal niveau.
In het kader van de herziene richtlijn worden bedrijven aangemoedigd om zuiniger met energie om te gaan. Zo worden energiebeheersystemen standaard verplicht voor grote energieverbruikers. Alle ondernemingen, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen met een jaarlijks energieverbruik van meer dan 85 TJ, moeten een energiebeheersysteem invoeren. Doen zij dit niet, dan worden ze aan een energie-audit onderworpen (als hun jaarlijkse verbruik meer dan 10 TJ bedraagt). Voor het eerst wordt ook een rapportageregeling voor de energieprestaties van grote datacentra ingevoerd.
Volgens de overeengekomen regels moeten de EU-landen tevens lokale verwarmings- en koelingsplannen bevorderen in grote gemeenten met meer dan 45 000 inwoners. Met de herziene definitie van efficiënte stadsverwarming en -koeling worden bovendien de minimumeisen geleidelijk gewijzigd om ervoor te zorgen dat tegen 2050 volledig koolstofvrije stadsverwarming en -koeling kan worden geleverd. Er kan slechts tot 2030 steun worden verleend voor nieuwe hoogrenderende warmtekrachtkoppelingseenheden die aardgas gebruiken en in efficiënte stadsverwarmings- en -koelingssystemen op stadsverwarming aangesloten zijn, terwijl ander gebruik van fossiele brandstoffen voor nieuwe capaciteit voor warmteopwekking in dergelijke systemen wordt verboden.
Met het akkoord worden de bepalingen inzake de financiering van energie-efficiëntie verder versterkt om de mobilisering van investeringen te vergemakkelijken. Volgens de nieuwe bepalingen moeten de EU-landen innovatieve financieringsregelingen en groene kredietproducten voor energie-efficiëntie bevorderen door erop toe te zien dat die op ruime schaal en op niet-discriminerende wijze door financiële instellingen worden aangeboden. De EU-landen moeten verslag uitbrengen over de omvang van de investeringen in energie-efficiëntie.
Het akkoord bevat de eerste EU-definitie van energiearmoede ooit. De lidstaten moeten nu dringend maatregelen uitvoeren ter verbetering van de energie-efficiëntie voor mensen in energiearmoede, kwetsbare afnemers, huishoudens met een laag inkomen en, zo nodig, mensen in sociale woningen. In de herziene regels wordt meer nadruk gelegd op het verminderen van energiearmoede en het versterken van de positie van de consument, o.a. met de oprichting van centrale aanspreekpunten voor technische en financiële bijstand en met buitengerechtelijke geschillenbeslechting.
Het voorlopige akkoord van vandaag moet nu formeel worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Zodra dit proces is afgerond, zal de nieuwe wetgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt en in werking treden.
Bron: Europese Commissie, pershoek, maart 2023