Europese innovatiefonds 2023 : focus op de 85 nettonulprojecten geselecteerd

In het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen voor het Innovatiefonds 2023 werden 337 aanvragen ontvangen, waarbij het totale aantal verzoeken meer dan zes keer hoger lag dan het oorspronkelijk gereserveerde budget van 4 miljard EUR. 283 kwamen in aanmerking en kwamen in aanmerking voor evaluatie en 85 innovatieve nettonulprojecten werden uiteindelijk geselecteerd in 18 landen om subsidies van 4,8 miljard EUR te ontvangen.

Uit de resultaten blijkt ook dat het geografische toepassingsgebied van het fonds zich uitbreidt tot 26 Europese landen, waarbij voor het eerst innovatieve projecten in Estland en Slowakije worden geselecteerd.

Welke projecten worden geselecteerd in het kader van de oproep van het Innovatiefonds voor 2023?

Deze projecten bestrijken een breed scala van sectoren uit de volgende categorieën: energie-intensieve industrieën, hernieuwbare energie, energieopslag, industrieel koolstofbeheer en nettonulmobiliteit (er zijn specifieke bepalingen opgenomen voor maritiem, luchtvaart- en wegvervoer) en gebouwen. Alle geselecteerde projecten in deze oproep zullen in werking treden vóór 2030 en hebben het gecombineerde potentieel om 476 miljoen ton CO2-equivalente emissies te vermijden in hun eerste tien jaar van uitvoering (op basis van de broeikasgasberekeningen van de projecten).

De oproep ondersteunt projecten in vijf verschillende onderwerpen: algemene decarbonisatie voor grootschalige, middelgrote en kleinschalige projecten, productie van schone technologie en proefprojecten.

In het grootschalige thema “algemene” decarbonisatie (voor projecten met CAPEX van meer dan 100 miljoen EUR) zijn 19 projecten geselecteerd voor subsidie, die in totaal2,28 miljard EURontvangen. Het gaat om twee projecten van raffinaderijen, drie projecten van cement & kalk, drie van waterstof, één van elk van de volgende sectoren (ijzer en staal, luchtvaart en wegvervoer), vier van chemische stoffen, en de overige vier van de categorie “andere”, die verband houden met industrieel koolstofbeheer. Deze projecten bevinden zich in Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Spanje en Zweden. Dit onderwerp vertoonde de hoogste begrotingsoverinschrijving met meer dan 10 keer het oorspronkelijke budget van 1,7 miljard EUR.

In het kader van het “algemene” middellangetermijnonderwerp voor decarbonisatie (voor projecten met CAPEX tussen 20 miljoen EUR en 100 miljoen EUR) zijn 16 projecten geselecteerd voor subsidie, die in totaal461 miljoen EURontvangen. Het gaat om vier projecten uit de maritieme sector, twee uit ijzer en staal, één uit elk van de volgende sectoren (waterstof, intraday-elektriciteitsopslag, non-ferrometalen, raffinaderijen en zonne-energie), en vier projecten in “andere” die verband houden met industrieel koolstofbeheer en bioraffinaderijen. Ze zijn gevestigd in Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Spanje en Zweden.

Voor het “algemene” kleinschalige onderwerp “decarbonisatie” (voor projecten met CAPEX tussen 2,5 miljoen EUR en 20 miljoen EUR) zijn acht projecten geselecteerd voor subsidie, die samen32 miljoen EURontvangen. Het gaat om drie projecten uit zonne-energie en één uit elk van de volgende sectoren (chemie, glaskeramiek en bouwmaterialen, intraday-elektriciteitsopslag en ijzer en staal), en een eindproject in de categorie “andere” met betrekking tot warmteterugwinning. Ze zijn gevestigd in België, Kroatië, Italië en Spanje.

In het kader van het thema “cleantech manufacturing” (voor projecten met CAPEX van meer dan 2,5 miljoen EUR die gericht zijn op de productie van componenten voor hernieuwbare energie, energieopslag, warmtepompen en waterstofproductie) zijn 25 projecten geselecteerd voor subsidie, die samen1,6 miljard EURontvangen. Het gaat onder meer om negen projecten voor de productie van elektrolyse-installaties, zeven projecten voor batterijen (waaronder recycling en onderdelen) en negen projecten voor onderdelen van hernieuwbare energie, waaronder fotovoltaïsche panelen en windturbines. Ze zijn gevestigd in België, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Spanje en Zweden.

In het thema “pilots” (voor projecten met CAPEX van meer dan 2,5 miljoen EUR die gericht zijn op een grondige decarbonisatie waarbij de relatieve broeikasgasemissievermijding ten minste 75 % moet bedragen) zijn 17 projecten voorgeselecteerd voor subsidie, samen goed voor 440 miljoen EUR. Het gaat om vijf projecten in de chemische sector, twee projecten op het gebied van waterkracht/oceaanenergie, twee projecten op het gebied van waterstof, twee projecten op maritiem gebied en elk een project uit de volgende sectoren (intraday-elektriciteitsopslag, productie van componenten voor opslag van hernieuwbare energie, non-ferrometalen, andere energieopslag, windenergie) en een ander project in de categorie “andere” met betrekking tot biomassa. Ze zijn gevestigd in Oostenrijk, België, Denemarken, Frankrijk, Italië, Noorwegen, Slowakije en Zweden.

Voor het eerst bevatte deze oproep specifieke bepalingen ter ondersteuning van het koolstofvrij maken van de maritieme en luchtvaartsector. Er zijn zes geselecteerde maritieme projecten gericht op elektrificatie en duurzaam brandstofgebruik, waarvoor in totaal meer dan 200 miljoen euro is uitgetrokken, in Frankrijk, Italië, Nederland en Noorwegen. In de luchtvaartsector is één project geselecteerd.

Hoe draagt de oproep van het innovatiefonds voor 2023 bij tot de beleidsdoelstellingen van de EU?

Het innovatiefonds gebruikt inkomsten uit de veiling van emissierechten in het kader van het EU-emissiehandelssysteem (ETS) om te investeren in de groene transitie van Europa. Dit vormt de kern van het Europese klimaatbeleid, waarbij de emissies op een eerlijke en economisch efficiënte manier worden teruggedrongen en de overgang naar schone energie, technologieën en industrieën wordt gestimuleerd. In 2023 heeft de herziening van de richtlijn betreffende het EU-emissiehandelssysteem het innovatiefonds versterkt om het voortouw te nemen bij investeringen in schone technologie en het goede voorbeeld te geven op het wereldtoneel om bij te dragen aan de doelstellingen van de Europese Green Deal door het budget ervan te verhogen en nieuwe veilinginstrumenten in te voeren. Het fonds is een van de belangrijkste instrumenten van het industrieel plan voor de Europese Green Deal.

Schone productie:

Het innovatiefonds ondersteunt het REPowerEU-planom de afhankelijkheid van Europa van Russische fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen en is volledig afgestemd op de prioriteiten van de verordening voor een nettonulindustrie, door financiering te verstrekken voor een koolstofarme en koolstofneutrale economie, de kostenkloof tussen conventionele en schone energiesectoren te helpen overbruggen en de demonstratie en toepassing van innovatieve koolstofarme oplossingen in Europa te versnellen.

De categorie “Cleantech Manufacturing” in het kader van de oproep van het Innovatiefonds 2023 is gericht op productiecomponenten voor hernieuwbare energie, energieopslag, warmtepompen en waterstofproductie. Met een totaal budget van 1,6 miljard euro zullen 25 projecten fabrieken ontwikkelen, bouwen en exploiteren voor belangrijke componenten in wind- en zonne-energie en voor warmtepompen, evenals componenten voor elektrolyse-installaties, brandstofcellen, energieopslagtechnologieën en de waardeketen voor batterijen (met inbegrip van de verankering van belangrijke onderdelen van de waardeketen in Europa, zoals de productie van kathode- en anode-actieve materialen).

Het innovatiefonds draagt ook bij aan de NZIA-doelstelling om tegen 2030 50 miljoen ton operationele CO2-opslaginjectiecapaciteit per jaar te bereiken. Dit zal het afvangen en injecteren van CO2 uit diverse moeilijk te verminderen bronnen in energie-intensieve industrieën, zoals cement en kalk, (bio)raffinaderijen, chemicaliën en afval-naar-energie, vergemakkelijken. De in deze oproep geselecteerde projecten zullen CO2 afvangen en 13% van de NZIA-doelstelling bijdragen. Deze oproep benadrukt niet alleen het belang van CO2-opslaglocaties, die een langzamer ontwikkelend aspect van de waardeketen vormen, maar zal ook de ontwikkeling ondersteunen van vier nieuwe CO2-opslagprojecten en twee projecten voor de ontwikkeling van CO2-opslag als integraal onderdeel van hun toepassingsgebied.

De projecten die in het kader van deze oproep en eerdere oproepen zijn geselecteerd, zullen bijdragen tot 9,8 GW aan productiecapaciteit voor fotovoltaïsche zonne-energie (PV) in de EU (3 GW uit deze oproep) en 12,2 GW aan productiecapaciteit voor elektrolyse-installaties in de EU (9,3 GW uit deze oproep).

Energie-intensieve industrieën:

De energie-intensieve industrieën zullen ook worden ondersteund door een verscheidenheid aan technologieën voor klimaatmitigatie, met in totaal 40 projecten in deze oproep en 117 projecten in totaal in alle sectoren die onder het ETS vallen, die betrekking hebben op verschillende onmisbare innovaties: integratie van oplossingen voor hernieuwbare energie, warmte en energieopslag, recycling/hergebruik en elektrificatie.

Hernieuwbare waterstof:

Het innovatiefonds is volledig in overeenstemming met de doelstellingen van de richtlijn hernieuwbare energieom hernieuwbare energiebronnen in heel Europa te vergroten. Het fonds speelt een belangrijke rol bij de ondersteuning van het gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO) waterstof in moeilijk af te bouwen toepassingen in de industrie en het vervoer. In totaal zullen de in het kader van deze en eerdere oproepen geselecteerde projecten bijdragen tot de jaarlijkse productie van 631,5 kiloton RFNBO-waterstof. Alleen al de projecten die in het kader van deze oproep worden geselecteerd, leveren 61 kiloton per jaar op.

Nettonulmobiliteit:

Deze oproep heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de emissiereducties in de mobiliteitssector, waarvan de maritieme sector het meest profiteert. Als gevolg hiervan werden zes projecten geselecteerd uit 18 ontvangen maritieme aanvragen. De technologieën hebben betrekking op de bouw en aanpassing van vaartuigen voor het gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO) en elektriciteit. Zo zal één project de serieproductie van een hybride elektrisch vliegtuig met 19 zitplaatsen ontwerpen en starten en zullen twee andere projecten de emissies bij de productie van onderdelen voor het wegvervoer verminderen. Dit komt bovenop de belangrijke steun voor duurzame brandstoffen voor het vervoer. Geselecteerde projecten zullen de productie van in totaal 525 kiloton hernieuwbare brandstoffen per jaar ondersteunen.

Is er een voorafgaande toewijzing van middelen per lidstaat of andere maatregelen die gericht zijn op het bereiken van geografisch evenwicht?

Het innovatiefonds wijst zijn middelen toe via vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen, waarbij de belangrijkste gunningscriteria worden toegepast die zijn beschreven in de onlangs vastgestelde gedelegeerde verordening voor de werking van het fonds, het financieringsbesluit en eerdere oproepen tot het indienen van voorstellen. Deze criteria zijn het potentieel voor het vermijden van broeikasgasemissies, de mate van innovatie, operationele, financiële en technische rijpheid, reproduceerbaarheid en kostenefficiëntie. De projecten worden geselecteerd op basis van de hoogste scores voor alle vijf de gunningscriteria. Degenen die het hoogst scoren in het evaluatieproces in elke categorie worden geselecteerd binnen het beschikbare budget, ongeacht de sector of locatie.

De rechtsgrondslag van het innovatiefonds voorziet in de mogelijkheid om een specifiek gunningscriterium te gebruiken om het geografische evenwicht te waarborgen.Aangezien de door het innovatiefonds gesteunde projecten zich nu echter in 26 landen bevinden en het algehele evenwicht met elke oproep verbetert, achtte de Commissie het niet nodig om dit specifieke criterium toe te passen. Deze verbeterde geografische spreiding is ook het gevolg van andere maatregelen ter ondersteuning van aanvragen van alle in aanmerking komende lidstaten, zoals de ondersteuning van nationale infodagen en de versterking van de aanvraaghelpdesk, alsook van de mogelijkheid voor kleinschalige projecten om innovatie te definiëren op basis van de stand van de techniek op nationaal niveau, en niet op Europees niveau.

Om dit bredere geografische evenwicht te stimuleren, zijn er al verschillende initiatieven genomen om de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om een hoogwaardige nationale pijplijn van innovatieve projecten te ontwikkelen:

  • Na de herziening van de richtlijn betreffende het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS) wordt specifieke technische bijstand verleend aan lidstaten met een lage effectieve deelname, met als doel de algemene kwaliteit van de aanvragen voor het innovatiefonds te verhogen. Deze bijstand is in 2024 gecontracteerd en de lidstaten zullen er vanaf begin 2025 van profiteren.
  • Opleidingssessies voor vertegenwoordigers van de nationale contactpunten van alle lidstaten en de deskundigengroep van het innovatiefonds over gunningscriteria, outreach en communicatie. 
  • Steun uit het instrument voor technische ondersteuning (TSI) van de Commissie.

Voor meer informatie

Persbericht - EU investeert 4,8 miljard euro aan inkomsten uit emissiehandel in innovatieve nettonulprojecten

Verwante thema's


Mots clés