De Europese Commissie richtte in 2015 haar pijlen op de Belgische ‘excess profit rulings’, die multinationals toelieten om van hun werkelijke winst een deel (de ‘excess profit’) af te trekken. Die ‘excess profit’ werd beschouwd als winst die te danken was aan het deel uitmaken van een multinationale groep, en die een gelijkaardige, op zichzelf staande vennootschap niet zou hebben behaald.
De Commissie zag hierin een staatssteunregeling die onverzoenbaar was met de interne mark, en gebood ons land om deze “staatssteun” van de betrokken ondernemingen terug te vorderen.
Op 14 februari 2019 floot het EU Gerecht de Commissie terug. Volgens het Gerecht vertoonde het systeem van de excess profit rulings kenmerken die het bestaan van een staatssteunregeling uitsluiten. Daarbij verwees het Gerecht onder meer naar de beoordelingsvrijheid waarover de Dienst Voorafgaande Beslissingen beschikte bij het beoordelen van de rulingaanvragen.
Ingevolge deze uitspraak zal België in principe de teruggevorderde bedragen aan de betrokken ondernemingen kunnen teruggeven. De Commissie beschikt wel nog over de mogelijkheid om in beroep te gaan.