Volgende week is de Vlaamse regering een jaar aan de slag, en vorig weekend kwam die tot een akkoord om de begroting via een inspanning van 1,5 miljard euro terug op de rails te krijgen. Toch valt het rapport van één jaar Vlaamse regering tegen, vooral omdat de focus niet helemaal juist ligt. De grootste bedreiging voor de toekomstige welvaart in België is niet het begrotingstekort, de zware belastingdruk of een vermeend ‘sociaal drama’ door ingrepen in de sociale zekerheid. De grootste bedreiging voor onze welvaart is de te lage economische groei. Sterkere economische groei zou bijdragen tot gezondere overheidsfinanciën, hogere koopkracht en een sterkere welvaartsstaat.
Economische groei wordt in essentie aangedreven door hoeveel mensen er werken en hoeveel output die per hoofd afleveren, of met andere woorden de werkgelegenheid en de productiviteit. Beide staan in ons land onder druk. Werkgelegenheidsgroei valt de komende decennia zelfs bijna volledig weg als groeifactor door de demografische evolutie. Er komen eenvoudigweg niet meer genoeg mensen bij op de arbeidsmarkt. De economische groei zal dan volledig bepaald worden door de productiviteitsgroei. Maar die vertraagt al decennialang, en bedroeg de voorbije tien jaar gemiddeld amper 0,5% per jaar. Door die combinatie is de economische groei de voorbije decennia vertraagd tot nog zo’n 1% vandaag. En als we er de komende jaren niet in slagen die productiviteitsgroei gevoelig op te krikken, dan valt de totale economische groei op termijn dus terug tot 0,5% per jaar. Dat is te weinig om onze huidige welvaartsstaat overeind te houden. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing moet de productiviteitsgroei op langere termijn op z’n minst maal drie om de vergrijzingsfactuur nog een beetje betaalbaar te houden. In die zin zou de focus van het beleid ook vandaag al veel meer naar productiviteit moeten.
Qua beleid liggen veel van de hefbomen voor een hogere productiviteit op het regionale niveau. Het onderwijs, overheidsinvesteringen in infrastructuur, steun voor onderzoek en ontwikkeling en innovatie, factoren die het algemene ondernemingsklimaat bepalen zoals vergunningsprocedures en administratieve lasten… zijn allemaal regionale bevoegdheden. De Vlaamse regering kan op dat vlak echt het verschil maken, maar laat dat tot nog toe grotendeels na. Volgens een studie in opdracht van de Vlaamse administratie draagt vandaag maar iets meer van een kwart van de overheidsuitgaven in Vlaanderen direct bij tot het versterken van de productiviteitsgroei. Naast de begrotingsoefening van het voorbije weekend dringt een extra oefening zich op over hoe de overheidsuitgaven veel meer gericht kunnen worden op een sterkere productiviteit, en dus meer welvaart voor iedereen op langere termijn.
In haar eerste jaar kondigde de huidige Vlaamse regering heel wat plannen in de goeie richting aan. Er is zelfs een heuse productiviteits- en competitiviteitsagenda. Maar voorlopig blijven de concrete maatregelen te mager (of grotendeels uit). In het tweede jaar van de legislatuur moet dat veel beter. Met de begrotingsoefening achter de rug moet de focus nu volledig op een brede strategie voor sterkere groei.
Gezonde overheidsfinanciën zijn een noodzakelijke randvoorwaarde voor een goed draaiende economie. Zowel de Vlaamse (na deze begrotingsoefening zullen er de komende jaren nog gelijkaardige inspanningen moeten volgen), als de federale regering (die de komende weken voor een begrotingsoefening staat die 10 keer groter is dan de Vlaamse die we net achter de rug hebben) hebben op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel. Maar gezonde overheidsfinanciën op zich volstaan niet voor een hogere welvaart. Daarvoor is sterkere economische groei noodzakelijk. Op dat vlak moeten onze beleidsmakers op alle niveaus, en zeker ook op Vlaams niveau, dringend aan de bak.