Gezondheidszorg – wanneer er geen prijs meer op staat

Een goede gezondheid is onbetaalbaar’. Deze uitspraak is verrassend herkenbaar met de huidige uitbraak van covid-19. Terwijl de overheidskraan vlot blijft vloeien, zouden we ons toch vragen kunnen stellen over het verrassende stilzwijgen inzake de reële kost van de crisis en de manier waarop onze overheid hiermee omgaat. Wat zal de sociale voorzichtigheid en gezondheidszorg uiteindelijk kosten?



Een begroting inkomsten-uitgaven

De staatsbegroting wordt opgesteld met inkomsten en uitgaven, en bestaat uit 2 dimensies: een begroting voor de federale overheid en begrotingen voor de deelstaten. We beperken ons in deze oefening tot de eerste entiteit, de federale overheid.


De federale overheid stelt op dit moment tal van steun- en begeleidingsmaatregelen voor. Met rede. Deze maatregelen hebben wel een kostprijs, die op dit moment nog niet gekend is. In feite is het niet de kost van de steunmaatregelen die het meest zal doorwegen op de staatsbegroting, zoals bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid als belangrijkste maatregel. De effectieve kost zal het resultaat zijn van de tsunami aan inkomsten-zijde.


Even verduidelijken. De meeste inkomsten van de overheid bestaan uit sociale bijdragen en rechtstreekse en onrechtstreekse belastingen. Deze sociale bijdragen zullen sterk dalen tijdens de lockdown-periode. Maar deze periode is beperkt in tijd. De fiscale inkomsten zullen daarentegen langer (dan 3 maanden) de gevolgen dragen. Hoe komt dit?

De fiscale inkomsten bestaan enerzijds uit inkomsten uit de personenbelasting en de vennootschapsbelasting, en anderzijds uit ons verbruik. De personenbelasting is progressief. In de huidige situatie verlaagt de belastbare basis door de lockdown en verlaagt ook de progressiviteit van de belasting, waardoor dit vooral gevolgen heeft voor de hoogste marginale aanslagvoet. Deze aanslagvoet bedraagt 50 % (plus opdeciemen). Regionale premies worden vrijgesteld, en hoewel het overbruggingsrecht en de tijdelijke werkloosheid dan wel belastbaar zijn, zal dit tegen een lagere aanslagvoet zijn dan bij een reëel inkomen. Dit zal significante gevolgen hebben, die vermoedelijk tussen de 2 en 3 % van het BBP bedragen.


De vennootschapsbelasting is veranderlijk. Dit betekent dat, bij een lagere conjunctuur, de bijdrage van vennootschappen aan de overheid gevoelig daalt, aangezien de vennootschappen ook minder inkomsten hebben. Een goede illustratie hiervan is de financiële crisis van 2008. De inkomsten door vennootschapsbelasting daalden toen met een derde. Rekening houdende met het feit dat de vennootschapsbelasting de voorbije 10 jaar evolueerde met een gunstige conjunctuur en de gevolgen van de hervorming, kunnen we ervan uitgaan dat enkel op deze belasting een verlies van 2 % van het BBP zal optreden.


De sociale bijdragen komen op een gelijkaardige manier als de personenbelasting tot stand. Maar vermoedelijk zal de periode van 3 maanden vooral een impact hebben op een groot deel van de inkomsten van loontrekkenden en zelfstandigen. De overheidssteun is echter niet onderworpen aan de sociale bijdragen. De impact zal dus vermoedelijk meer dan 3 % van het BBP bedragen.


De btw, de (onrechtstreekse) belasting op het verbruik, hangt samen met de activiteit en het vertrouwen. Op dit vlak zijn het de huishoudens die de inkomsten doen stijgen… of dalen in tijden van crisis en angst voor de toekomst. De vertraging op dit domein is geen hypothese, wel een realiteit die we allemaal vaststellen. De inkomsten voor deze belasting zouden dus logischerwijze dalen, maar de impact zou wel gedeeltelijk kunnen worden ingehaald vanaf het moment dat de maatregelen versoepeld worden. Wij menen dat de belasting niet meer dan 1 % van het BBP zal bedragen.


Deze 4 factoren die de inkomsten beïnvloeden, vertegenwoordigen ongeveer 8 % van het BBP. 8 % van de inkomsten van een dalend BBP (dat sowieso al lager zal liggen dan vorig jaar). Een vermoedelijk verlies van 30 à 40 miljard euro voor het ‘kleine België’, met grote gevolgen.




Een impact van 10 % gespreid over meerdere jaren?

Maar dat is niet alles. De uitgaven van vandaag zijn gebaseerd op het dagelijkse leven: lees op basis van de rijkdom van het land, uitgedrukt in BBP. Verschillende actoren voorzien een inkrimping van het BBP met 10 % voor 2020. Deze verlaging zou een verlies betekenen van iets meer dan 45 miljard euro.


Deze inkomsten naast de noden van de bevolking plaatsen op vlak van gezondheidszorg is paradoxaal. Heel wat persoonlijkheden mobiliseren zich met de eis om meer te investeren in de gezondheidszorg, maar met een gekrompen BBP en daarbij horende beperkingen, zal ook het budget voor de gezondheidszorg verminderen met … 10 %. In 2019 werd 26 miljard door de overheid geïnvesteerd in de gezondheidszorg. Op dit vlak spreken we dus van een gat van minstens 2,6 miljard, en dat in een periode waarin tal van ‘nieuwe’ noden aanwezig zijn.


De prijs van onze gezondheid ten opzichte van de kost van een goed beleid

Niemand twijfelt eraan dat op onze gezondheid geen prijs staat. Zeker in een periode waarin we, weken aan een stuk, met onze naasten samenleven, die mogelijk het volgende slachtoffer zijn.


Maar de crisismodellen worden stilaan duidelijk. Met een mogelijk deficit van meer dan 10 % in Frankrijk en 5,5 % in Duitsland, en de verschillende lockdown- en exitstrategieën die worden gehanteerd in Zweden, Griekenland of nog Frankrijk, en rekening houdend met de verschillende theorieën die er bestaan over de besmetting, de gevolgen en de impact… blijven wij erg op onze honger zitten.


Het staat vast dat we ambitieus moeten zijn als het gaat over onze gezondheid. Maar deze ambitie is niet onuitputtelijk of oneindig rekbaar. Het huidige Belgische beleid inzake covid-19 geeft een wrange nasmaak, met slechts 1 conclusie: wij waren niet voorbereid, noch structureel, noch operationeel. Efficiëntie is het resultaat van voorbereiding en goed beheer. De afwezigheid daarvan is niet langer toelaatbaar en het excuus van de onvoorspelbaarheid mag niet worden ingeroepen. Kijk naar de talrijke documentaires, uitzendingen, conferenties of discussies over het thema: neen, deze epidemie was allesbehalve een verrassing voor verantwoordelijke en gewaarschuwde actoren.


Zullen we hieruit onze conclusies trekken?

Mots clés

Articles recommandés

Eurostat : Overheidstekort 2024 van 3,6 % van het bbp in de eurozone en 3,5 % in de EU. Belgïe 4,4%!

Neen, alles is niet ok met onze economie!

30% minder werknemers overwegen carrièreswitch in vergelijking met 3 jaar geleden