Op 23 November 2020 heeft het Overlegcomité heeft het startschot gegeven voor het Belgische ‘Plan voor Herstel en Veerkracht’. Er is een managementstructuur afgesproken waarbinnen de Federale Regering nauw zal samenwerken met de deelstaten. De eerste werkgroepen gaan binnenkort nog van start.
Op 20 juli bereikte de Europese Raad een akkoord over het Europees herstelplan van 337 miljard euro aan subsidies en 385 miljard euro aan leningen.
Eerste Minister Alexander De Croo
Ons land zal de komende twee jaar beroep kunnen doen op 3,4 miljard euro aan subsidies. Daar kan de jaren nadien nog eens 1,75 miljard bijkomen. We spreken dus over een behoorlijke smak geld van meer dan vijf miljard euro in totaal”.
“Een plan dat de toets van de Europese Commissie wil doorstaan, moet een plan zijn dat onze economie sterker maakt en vernieuwt. Samenwerking met de privésector is daarbij cruciaal zodat we de Europese middelen inzetten als een hefboom voor nieuwe groei. ‘Return on investment’ en jobcreatie staan centraal. We zullen vanuit deze optiek het plan ook laten doorrekenen door het Planbureau en de Nationale Bank.”
Het regeerakkoord voorziet in het opstellen van een herstel- en investeringsplan, in overleg met de gewesten, gemeenschappen en lokale overheden. De regering wil met dit plan de ernstige gevolgen van de Covid-19-crisis voor onze economie inperken, maar wil tegelijk inspelen op een aantal structurele uitdagingen waarmee ons land te kampen heeft. Hiertoe behoren met name de overgang naar een koolstofarme en digitale economie, de verslechtering van onze infrastructuur of de vertraging van de productiviteitsgroei. Het herstel- en investeringsplan zou een meezuigeffect moeten creëren voor de economie als geheel en de in ons land gecreëerde toegevoegde waarde aanzienlijk moeten verhogen.
Om van deze Europese financiering gebruik te kunnen maken, moet België de Europese Commissie echter een uniek Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) voorleggen dat wordt gecoördineerd door het federale niveau, waarin de investeringsprojecten op alle beleidsniveaus en waarvoor om een financiële steun wordt gevraagd, in detail worden beschreven.
Daarom keurt de minsterraad de opbouw van het Plan voor Herstel en Veerkracht goed. Het bestaat uit drie grote onderdelen: de herstelmaatregelen, de strategische investeringen en de structurele hervormingen. Alleen de laatste twee onderdelen worden gedekt door het PHV dat op 30 april 2021 moet worden overhandigd aan de Europese Commissie.
De opbouw zal gebaseerd worden op een methodologie op vier niveaus:
Thomas Dermine, het Staatssecretariaat voor Relance en Strategische Investeringen is aangeduid als technisch contactpunt met de Europese Commissie voor de verdere ontwikkeling van het Belgische herstelplan.
Ter voorbereiding van het plan worden vijf thematische werkgroepen opgezet: klimaat, digitaal, mobiliteit, mens & samenleving en productiviteit. Er worden ook drie transversale werkgroepen actief: financiën en begroting, economische impact en de internationale uitstraling.
De vijf thematische en drie transversale werkgroepen zullen rapporteren aan het politiek begeleidingscomité dat uit 23 leden van de federale en de deelstaatregeringen zal bestaan. De uiteindelijke goedkeuring van het nationale plan gebeurt in het overlegcomité.
De Federale Regering wil in de komende weken een eerste versie van het plan klaar hebben om het te bespreken met de Europese Commissie. Tegen het einde van het jaar moet ook een intra-Belgische verdeelsleutel klaar zijn die een goede regionale spreiding van de projecten verzekert. Tegen april moet een finale versie naar Europa.
Thomas Dermine
Daar houdt de strakke timing echter niet op. Tegen eind 2023 moeten we de bedragen vastleggen en de investeringen zelf moeten afgerond zijn tegen eind 2026. Dat is buitengewoon ambitieus wanneer we het hebben over infrastructuurwerken