In deze eerste bijdrage richten we ons op de meest voordehandliggende exitstrategie: de verkoop van aandelen. Een aandeelhouder die een exit wenst te realiseren, kan immers proberen zijn aandelen te verkopen.
Hoewel dit een eenvoudige oplossing lijkt, komen er verschillende aandachtspunten bij kijken. Het is met name zo dat een overdracht van aandelen in de meeste gevallen (wettelijk, statutair of conventioneel) beperkt zal zijn, bijvoorbeeld door:
Om de continuïteit en stabiliteit van de vennootschap te waarborgen, kunnen de aandeelhouders afspreken hun aandelen voor een bepaalde tijd niet over te dragen, tenzij alle aandeelhouders hiermee instemmen. Na deze periode kan een overdracht plaatsvinden, maar slechts enkel binnen de grenzen van de statuten en de afspraken in de statuten of aandeelhoudersovereenkomst.
Wettelijk wordt de overdracht van aandelen in de BV onderworpen aan de vereiste van goedkeuring van ten minste de helft van de aandeelhouders die ten minste drie vierde van de aandelen bezitten, na aftrek van de aandelen waarvan de overdracht wordt voorgesteld (art 5:63, §1 WVV). Opgelet, dit artikel is van suppletief recht: de statuten van de BV kunnen een strengere of zelfs volledig andere regeling voorzien.
De aandelen in een NV zijn in principe wel vrij overdraagbaar, maar de overdracht kan worden onderworpen aan een statutaire of conventionele goedkeuringsclausule. In de praktijk zal men voor de NV eerder een voorkooprecht zien.
Het komt ook voor dat een overdracht van aandelen wordt onderworpen aan de, al dan niet bijkomende, goedkeuring van het bestuursorgaan.
Het is met dergelijke clausules belangrijk te bepalen wat er gebeurt als de overdracht geweigerd wordt.
Het voorkooprecht geeft de aandeelhouders of andere begunstigden, bijvoorbeeld de vennootschap zelf, de mogelijkheid om zelf de aangeboden aandelen aan te kopen. Het doel van dit recht is te voorkomen dat de aandelen verkocht worden aan derde partijen (nieuwe aandeelhouders). Het kan ook nuttig zijn - en wordt vaak vergeten - het voorkooprecht te laten gelden voor overdrachten tussen aandeelhouders, om de bestaande verhoudingen binnen de vennootschap te waarborgen.
Bij het uitwerken van een voorkooprecht zijn er enkele zaken die nauwkeurig geregeld moeten zijn, zoals:
Naast de voormelde overdrachtsbeperkingen, kunnen nog andere clausules een overdracht van aandelen door een aandeelhouder bemoeilijken, bijvoorbeeld:
Het volgrecht biedt een aandeelhouder de mogelijkheid om zijn aandelen te verkopen aan dezelfde koper en onder dezelfde voorwaarden als zijn mede-aandeelhouder die zijn aandelen verkoopt. Dit recht beschermt typisch de belangen van een minderheidsaandeelhouder, die zich niet geconfronteerd wenst te zien met een nieuwe meerderheidsaandeelhouder binnen de vennootschap.
Maar dit recht kan ook een belemmering zijn voor een aandeelhouder, daar hij mogelijks de koper zal moeten overtuigen niet enkel zijn aandelen te kopen, maar ook de aandelen van alle mede-aandeelhouders die hun volgrecht uitoefenen. Dit zou een potentiële koper kunnen doen afhaken, om redenen dat het bijvoorbeeld te duur wordt, of er vertrekken belangrijke minderheidsaandeelhouders (bijvoorbeeld key-medewerkers die kleine participatie hebben), die de koper liever had zien blijven.
Omgekeerd, kan het voorkomen dat een potentiële koper énkel geïnteresseerd is in de totaliteit van het aandeelhouderschap, en niet in slechts een deel ervan. Dit kan worden opgelost met een:
De volgplicht stelt een aandeelhouder in staat om zijn mede- aandeelhouders te verplichten hun aandelen mee te verkopen wanneer een overdracht enkel mogelijk is als de koper het totale aantal aandelen van vennootschap wenst te verkrijgen. In de praktijk zien we dit recht voorbehouden aan meerderheidsaandeelhouders (eventueel een ‘pool’ van verschillende aandeelhouders die een drempel overschrijden).
Aangezien dergelijke clausule een aandeelhouder zal verplichten om zijn participatie te verkopen, is de redactie ervan belangrijk, zowel voor de aandeelhouder die zich erop wenst te beroepen als voor de overige aandeelhouders. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over de voorwaarden waaronder de volgplicht kan worden uitgeoefend. Zo kan bijvoorbeeld de vraag rijzen of een bepaalde return moet worden gegarandeerd aan de aandeelhouders op de oorspronkelijke investering om de drag-along te kunnen uitoefenen (minimumprijs). Het is tevens aan te raden vast te leggen of de volgplicht al dan niet voorrang heeft op het voorkooprecht.
Conclusie
Hoewel de verkoop van aandelen op het eerste gezicht een eenvoudige exitstrategie lijkt, blijkt uit bovenstaande dat dit proces gepaard gaat met een reeks juridische en praktische aandachtspunten. Het is dan ook noodzakelijk de alternatieven te overwegen, die wij in een volgend artikel in deze reeks bespreken, namelijk de statutaire uittreding en uitsluiting.