HLN: FOD Financiën legde onterecht sancties op voor fouten in de aangifte. Hoe kan je je geld terugeisen?

Een arrest van het Grondwettelijk Hof van eind september toont aan dat de FOD Financiën jarenlang ten onrechte een belastingverhoging heeft opgelegd aan wie een fout maakte in zijn aangifte.
Michel Maus legt uit wat dit arrest inhoudt en hoe je ten onrechte geïnde belastingen kunt terugvorderen.


Wat begon als een bepaling die door ondernemers werd aangevochten, krijgt nu een voordelig staartje voor de gewone belastingbetaler. Een arrest van het Grondwettelijk Hof van eind september toont aan dat de FOD Financiën jarenlang ten onrechte een belastingverhoging heeft opgelegd aan wie een fout maakte in zijn aangifte. “Dat mag best een schandaal genoemd worden”, vindt onze fiscaal expert Michel Maus. Hij legt uit wat dit arrest inhoudt en hoe je ten onrechte geïnde belastingen kunt terugvorderen.

Wie een fout heeft gemaakt in zijn fiscale aangifte in de inkomstenbelasting, of zijn fiscale aangifte te laat heeft ingediend, krijgt daarvoor van de fiscus als sanctie een belastingverhoging. De omvang van die verhoging hangt af van “de aard en de ernst van de overtreding”, maar het gaat om 10 tot 200 procent van de belasting op de niet of laattijdig aangegeven inkomsten. Gaat het voor die inkomsten om minder dan 2.500 euro, dan wordt er geen belastingverhoging opgelegd.

Vastgelegde schalen bepalen welk percentage belastingverhoging bij welke overtreding past. Zo krijg je geen sanctie wanneer de laattijdige of onjuiste aangifte te wijten is aan overmacht (zoals een ernstige ziekte), en ook niet wanneer een onjuiste aangifte het gevolg is van een louter principiële betwisting en de goede trouw van de belastingplichtige dus niet ter discussie staat. In alle andere gevallen wordt er wel een belastingverhoging opgelegd, waardoor de sanctie eigenlijk een automatisme is.

Voor overtredingen “zonder het opzet de belasting te ontduiken” komt de belastingverhoging neer op 10 procent voor een eerste overtreding, 20 procent voor de tweede en 30 procent voor de derde. Vanaf de vierde overtreding bedraagt de belastingverhoging minstens 50 procent. Voor overtredingen “met het opzet de belasting te ontduiken” stijgt de belasting met 50 procent voor een eerste overtreding, 100 procent voor een tweede en 200 procent voor een derde.

Er wordt geen onder­scheid gemaakt tussen onderne­mers die hun aangifte één dag te laat hebben ingediend en onderne­mers die werkelijk hebben gefrau­deerd.

Extra straf voor ondernemingen

Voor ondernemingen zijn er naast deze belastingverhoging nog meer sancties mogelijk. Wanneer een onderneming een belastingverhoging van minstens 10 procent krijgt opgelegd, verliest ze voor het aanslagjaar ook het recht om de overdraagbare verliezen in mindering te brengen. Het is deze wettelijke bepaling die werd aangevochten bij het Grondwettelijk Hof, met de vraag of deze bijkomende sanctie wel grondwettelijk is. Er wordt immers geen onderscheid gemaakt tussen ondernemers die hun aangifte één dag te laat hebben ingediend en ondernemers die werkelijk hebben gefraudeerd.

Het Grondwettelijk Hof zag geen graten in die wettelijke bepaling. Het stelde onder meer dat de weigering van de aftrek van de overdraagbare verliezen enkel wordt toegepast wanneer er een belastingverhoging van minstens 10 procent wordt opgelegd. Daar voegde het Hof expliciet aan toe: “wat in beginsel niet het geval is wanneer het om een eerste overtreding zonder oogmerk van fraude gaat.”

Eén zinnetje maakt verschil

Dat ene zinnetje toont aan dat het Grondwettelijk Hof ervan uitgaat dat een eerste fiscale overtreding zonder het oogmerk van fraude niet met een belastingverhoging kan worden bestraft. Daardoor erkent het Hof dat het recht om fiscale fouten te maken zonder hiervoor een sanctie te krijgen deel uitmaakt van onze fiscale wetgeving. Het feit dat de FOD Financiën dat recht op een vergissing nooit heeft erkend – laat staan toegepast – impliceert dat duizenden belastingplichtigen de afgelopen jaren ten onrechte een sanctie hebben gekregen van de FOD Financiën, en dat mag best een schandaal genoemd worden

Ook als de bezwaarter­mijn reeds is verlopen, en de sanctie in principe definitief is geworden, zijn er nog mogelijkhe­den

Intussen heeft minister van Financiën Van Peteghem (CD&V) bevestigd dat “bedrijven, burgers en verenigingen die hun belastingaangifte niet correct indienen en ter goeder trouw zijn, voortaan gespaard zullen blijven van een automatische belastingverhoging”. Goed nieuws voor wie in de toekomst een vergissing maakt in zijn belastingaangifte, maar anderzijds hebben mensen die in het verleden ten onrechte een belastingverhoging kregen niets aan dat goed voornemen.

Check je aanslagbiljet

Toch moet je in dat geval niet bij de pakken blijven zitten. Belastingplichtigen die voor hun eerste overtreding zonder het oogmerk te frauderen werden bestraft en een belastingverhoging hebben betaald, kunnen die aanvechten. Dit kan vooreerst via een bezwaarschrift, maar wel op voorwaarde dat de bezwaartermijn nog loopt. Die bedraagt één jaar vanaf de ontvangst van het aanslagbiljet. Kreeg je de belastingverhoging op je aanslagbiljet van inkomstenjaar 2023, dan heb je nog even de tijd om bezwaar aan te tekenen. Wie dat voor inkomstenjaar 2022 zo’n sanctie kreeg, diept maar best snel zijn aanslagbiljet van vorig jaar op om te kijken of dat nog binnen de termijn valt.

Maar ook als de bezwaartermijn reeds is verlopen, en de sanctie in principe definitief is geworden, zijn er nog mogelijkheden. Eigenlijk heeft de fiscus geen specifieke procedure voorzien voor een overtreding van de fiscale wetgeving. Een ontheffing van ambtswege, waarvoor een termijn van vijf jaar geldt, kan toegestaan worden bij materiële vergissingen en nieuwe feiten, maar dat zal hier wellicht niet gelden. Wat je wel kunt doen, is een verzoek tot kwijtschelding van de belastingverhoging richten tot de Cel Administratieve Sancties van de Fiscale Bemiddelingsdienst. Daarvoor zijn er geen verjaringstermijnen.


Mots clés

Articles recommandés