Deze week kwam uit linkse hoek de voorspelbare negatieve commentaar op de gelekte plannen van de Arizona-onderhandelingen. Even voorspelbaar ging die kritiek er los over: volgens PS-voorzitter Magnette zullen de federale plannen een ‘reeks rampen doen neerdalen over de Belgen’, terwijl volgens het ABVV de plannen ons ’80 jaar terug in de tijd zouden hebben gezet’ (terug naar 1945 dus…). Dat is uiteraard nogal lachwekkende hyperbool.
De realiteit is eerder dat de plannen die op tafel lagen een aantal hervormingen inhielden die in de meeste andere westerse landen al veel langer ingevoerd zijn, maar dat die niet voldoende zijn om onze economie en overheidsfinanciën echt terug op de rails te krijgen.
De Arizona-plannen
Sinds het afspringen van de federale onderhandelingen is wat daarbij op tafel lag grotendeels uitgelekt. Voor alle duidelijkheid, lang niet alles daarvan zal al ‘beslist’ geweest zijn (de onderhandelingen waren nog bezig), maar het geeft wel aan in welke richting de onderhandelaars gingen. De belangrijkste elementen daarbij zijn:
Hiermee zetten de Arizona-onderhandelaars in op een aantal hervormingen op de arbeidsmarkt en in de pensioenen die al langer worden aanbevolen door allerlei internationale instellingen (en die al veel eerder hadden moeten gebeuren). Die maatregelen zullen ertoe bijdragen om meer mensen aan het werk te krijgen. Niettemin is het onwaarschijnlijk dat die hervormingen zullen volstaan om op relatief korte termijn de werkzaamheidsgraad op te krikken naar de doelstelling van 80% (daarvoor zijn ook extra maatregelen nodig op regionaal niveau).
Daarnaast is er duidelijk ook aandacht voor de noodzakelijke opkuis van de overheidsfinanciën. Maar ook die maatregelen zullen niet volstaan om de budgettaire doelstellingen te halen. Zo zijn de terugverdieneffecten van 19 miljard wel heel erg optimistisch ingeschat. Bovendien blijven de besparingen voor zo’n 2% van het bbp al bij al beperkt (zeker in verhouding tot het begrotingstekort dat bij ongewijzigd beleid zou oplopen tot 6% van het bbp). Zo wordt er niet ingegrepen in de snel stijgende gezondheidsuitgaven. Dit zijn niet de ‘keiharde besparingen’ waartegen het ABVV fulmineert, maar eerder het absolute minimum aan inspanningen gezien de dramatische situatie van onze overheidsfinanciën. Zonder ingrijpen zijn we volgens het IMF op weg naar de hoogste overheidsuitgaven van alle industrielanden tegen 2029. Met deze besparingsplannen blijven we nog altijd het land met de tweede hoogste overheidsuitgaven.
De Arizona-plannen gaan duidelijk in de goeie richting, maar zijn niet voldoende om onze economie echt voor te bereiden op de uitdagingen waar we voor staan (allicht is dat ook niet haalbaar binnen één legislatuur). Federaal leek de focus totnogtoe vooral te liggen op maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen en om de begroting op orde te krijgen. Voor onze toekomstige welvaart is het evenwel nog belangrijker om ons economisch groeipotentieel te versterken.
Sterkere economische groei is de ‘makkelijkste’ weg om de welvaart van de brede bevolking op te krikken en tegelijkertijd de overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. Meer mensen aan het werk is daar een (beperkt) onderdeel van, het echte verschil moet gemaakt worden via een sterkere productiviteitsgroei. De belangrijkste hefbomen daarvoor liggen op het regionale niveau (onderwijs, O&O, infrastructuur), maar ook op federaal niveau zou daar veel meer aandacht voor moeten zijn. Daarbij moet o.m. werk gemaakt worden van een gunstiger ondernemingsklimaat, minder regulering, een efficiëntere overheid, internationalisering, …
De afgeschoten Arizona-plannen waren een stap in de goeie richting, maar bleven nog te beperkt. Het risico is reëel dat de volgende onderhandelingen minder ver zullen gaan. Hopelijk zijn alle betrokken partijen zich voldoende bewust van de enorme uitdagingen waar onze economie voor staat, en van wat er nodig is om die uitdagingen op te vangen. Dat gaat dus om extra inspanningen bovenop de Arizona-plannen, niet om minder inspanningen.