Bij fusies en splitsingen wordt vaak met boekhoudkundige retroactiviteit gewerkt. De rechtbank van eerste aanleg te Brugge[1] heeft zich onlangs moeten buigen over een vraag met betrekking tot de boekhoudkundige retroactiviteit van de gevolgen van een handeling en de impact op het fiscaal recht: kortom: is er ook sprake van fiscale retroactiviteit?
De casus in kwestie betreft een vennootschap die op 25 juli 2015 alle aandelen van een BV heeft gekocht; op 20 april 2016 heeft de overnemende vennootschap bij notariële akte de BV overgenomen (door middel van een geruisloze fusie waarbij het vermogen van de BV overgaat naar de overnemende vennootschap), met de vermelding dat de ingangsdatum van boekhoudkundige retroactiviteit 1 juli 2015 was, zijnde de datum van aankoop van de aandelen. Inmiddels werd de overnemende vennootschap erkend als inschakelingsbedrijf, met de bijbehorende fiscale gevolgen. De erkenning geldt van 3 april 2016 2 april 2020. De betwisting betreft wat dient te worden verstaan onder “de winst die in het vermogen van de vennootschap wordt gehouden” en in het algemeen onder het begrip winst zoals opgenomen in artikel 67 van de wet van 26 maart 1999 ter uitvoering van het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1999.
De belastingadministratie was van mening dat de verrichting uitwerking had in aanslagjaar 2017 (inkomstenjaar 2016 > jaar van rechtsgevolg van de geruisloze fusieverrichting) en de overnemende vennootschap was van mening dat dit het belastingjaar 2016 was (inkomstenjaar 2015 > jaar van boekhoudkundige retroactiviteit).
De rechtbank stelde vast dat het vermogen van de BV juridisch pas op 20 april 2016 werd overgedragen aan de verkrijgende vennootschap, namelijk op de datum van de notariële akte. Tot die datum bestonden de aandelen van de BV nog en was de koper de enige aandeelhouder. De minderwaarde op aandelen (het fusieverlies) werd dus pas gerealiseerd op 20 april 2016, zijnde aanslagjaar 2017. De boekhoudkundige retroactiviteit heeft geen invloed op de juridische overdracht van het vermogen. Pas op 20 april 2016 konden de aandelen van de BV worden vernietigd. Vóór die datum bestond de vennootschap nog. Het aanvaarden van de boekhoudkundige retroactiviteit heeft geen invloed op de juridische overdracht van het vermogen en de vernietiging van de aandelen op 20 april 2016.
In deze casus werden de herwaarderingsmeerwaarde en het fusieverlies onder de vorm van een positieve en negatieve reserve in kapitaal door de administratie dan ook terecht weerhouden in het aanslagjaar 2017.
Hieruit kan worden afgeleid dat de boekhoudkundige retroactiviteit dus alleen maar bepalend is voor welk vermogen en welke handelingen worden toegewezen aan de overnemende vennootschap, maar niet voor de datum waarop dat gebeurt. De boekhoudkundige retroactiviteit heeft geen invloed op het tijdstip van de juridische overdracht van het vermogen en de vernietiging van de aandelen op 20 april 2022, noch op het tijdstip van de realisatie van een herwaarderingsmeerwaarde/fusieverlies.
Kortom, de geschiedenis kan niet worden herschreven!