Is fiscale wetgeving leesbaar?

Dag beste lezer, is fiscaliteit ook Chinees voor u? Wel dan bent u niet alleen.

Voor de meeste mensen is fiscaliteit enorm complex, vooral ook omdat in de wetteksten vaak wordt verwezen naar juridische en technische termen die niet alledaags zijn. Eigenlijk kunnen we best stellen dat alleen mensen met een juridische of fiscale achtergrond in staat zijn om fiscale wetgeving enigszins te doorgronden en te begrijpen. En dat is verontrustend.

Deze vaststelling is om te beginnen verontrustend omdat volgens een algemeen geldend rechtsbeginsel “iedereen wordt geacht de wet te kennen”. Van de burgers en ondernemingen wordt verwacht dat zij op de hoogte zijn van de wetten die op hen van toepassing zijn, ongeacht of ze daadwerkelijk kennis hebben van die wetten. En dat is wat fiscale wetgeving betreft zeker een probleem. In 2020 hebben wij samen met de krant De Morgen in een enquête gepeild naar de fiscale kennis van de Belgen. Slechts 11% van de meer dan 1.000 ondervraagde personen bleek in staat om op meer dan de helft van de gestelde simpele fiscale basisvragen een correct antwoord te geven. Bij de jongeren (-34 jarigen) en bij de vrouwelijke populatie bleek dit overigens slechts 6% te zijn. Er is dus met andere woorden een schrijnend gebrek aan fiscale kennis.

Bovendien is deze vaststelling eveneens verontrustend omdat diegenen die wel over fiscale kennis beschikken, of die zich fiscaal kunnen laten begeleiden door professionals, door deze kennis vaak in staat zijn om hun individuele belastingdruk te laten dalen. Tijdens de Belastingmarathon, die wij op 3 juni 2023 met de krant Het Laatste Nieuws hebben georganiseerd, bleek eens te meer dat indien mensen hun belastingaangifte door een professional laten nazien, zij heel wat fiscale besparingen kunnen realiseren. En dat is een probleem. Het verschil tussen de fiscale wetenden en de fiscale onwetenden is immers moeilijk te accepteren in een democratische samenleving.

Het fiscaal analfabetisme onder de bevolking valt ook te verklaren. Vooreerst wordt er in het basisonderwijs totaal geen aandacht besteed aan fiscaliteit. Wie afstudeert in het middelbaar onderwijs weet doorgaans perfect wat een trapezium of een parallellogram is, maar wat de definitie van het kadastraal inkomen is, is een ander paar mouwen. En wie zelf zijn weg probeert te vinden in de fiscale wetgeving, moet wel van zeer goeden huize zijn om nog maar enigszins te begrijpen wat er nu eigenlijk allemaal bedoeld wordt.

Wie bijvoorbeeld 2.500 euro winst heeft gemaakt met de verkoop van een kunstwerk en zich de vraag stelt of deze winst nu belastbaar is of niet moet zijn antwoord zoeken in artikel 90 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en dit artikel stelt: “Diverse inkomsten zijn onverminderd het bepaalde in 1°bis, 1°ter, 8° en 10° winst of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen.” Duidelijk toch, niet?

En wie naar aanleiding van een overlijden een kapitaal ontvangt van een verzekeringsmaatschappij en zich de vraag stelt of daar dan successierechten op betaald moeten worden, moet terugvallen op artikel 2.7.1.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit en dit artikel stelt: “De sommen, renten of waarden die kosteloos aan een persoon kunnen toekomen bij het overlijden van de erflater, ingevolge een contract dat een door de erflater of door een derde in het voordeel van die persoon gemaakt beding bevat, worden geacht als legaat te zijn verkregen door die persoon.” Kinderspel, of hebt u toch totaal geen idee waarover het hier eigenlijk gaat?

Wat mij betreft zijn dit twee schoolvoorbeelden van volstrekte wartaal waar een normale burger geen bal van begrijpt. Nochtans zou het anders moeten. Nog niet zo lang geleden, stelde het Grondwettelijk Hof, in een arrest van 24 februari 2022, dat fiscale wetgeving voldoende duidelijk, nauwkeurig en ondubbelzinnig moet zijn, zodat iedereen weet welke handelingen belastbaar zijn en, desnoods met gepast advies, in redelijke mate de fiscale gevolgen van fiscale wetgeving kan voorzien. Mooi principe is dat, althans in theorie. In hetzelfde arrest stelde het Grondwettelijk Hof immers dat de belastingvrijstelling voor winsten uit “het normaal beheer van het privé-vermogen” voldoende duidelijk is, omdat dit verwijst naar het “handelen van de goede huisvader”. Dat is uiteraard bullshit. Wie aan 10 juristen vraagt wat normaal en abnormaal beheer van het privé-vermogen is, zal 11 antwoorden krijgen. En als het allemaal zo duidelijk is, waarom moest pakweg politicus Karel De Gucht dan 10 jaar procederen om een antwoord te krijgen op de vraag of de winst die hij had gemaakt met de verkoop van een pakket aandelen nu al dan niet van belastingheffing was vrijgesteld?

Neen beste lezer, de huidige fiscale wetgeving is niet leesbaar, en u verdient beter.

Vandaar dat ik dan ook een warme oproep doe aan de overheid om de fiscale wetgeving in mensentaal te herschrijven. Als “iedereen wordt geacht de fiscale wet te kennen”, dan moet de overheid er ook voor zorgen dat de fiscale wet voor iedereen ook begrijpbaar is.


Mots clés

Articles recommandés

Arizona en de belasting op roerende inkomsten: analyse en vooruitzichten

Sluiting van de Fod Financiën diensten op 15 november 2024

Internationale klimaatfinanciering 2023 : de bedragen in kwestie