Met de aankondigingen van herstructureringen, sluitingen en faillissementen van o.m. Audi Vorst, chipmaker BelGan, busbouwer Van Hool, nylon-producent Nyobe, Esprit, Dreamland, Barry Callebaut, FedEx, Celanese, Sappi, Ontex en textielbedrijven Balta, Beaulieu en McThree gingen de voorbije maanden heel wat ontslagen gepaard.
Toch is er voorlopig geen sprake van een catastrofe op onze arbeidsmarkt. In totaal blijven er op de Belgische arbeidsmarkt nog (net) jobs bijkomen.
Niettemin worden ook daar de gevolgen van de magere economische groei meer en meer duidelijk.
Naast de aankondigingen van de vele ontslagen staan ook veel andere arbeidsmarktindicatoren op rood:
Toch komen er op de Belgische arbeidsmarkt nog altijd jobs bij. De voorbije twaalf maanden steeg de totale werkgelegenheid in België nog met 18.000 mensen. Daarmee is de jobgroei wel serieus vertraagd (een jaar eerder was dat nog een stijging met 44.000). En bovendien kwam de toename van de werkgelegenheid in de voorbije twaalf maanden volledig op rekening van de publieke sector (in brede zin). In de private sector is de jobcreatie volledig stilgevallen.
Uit deze arbeidsmarktcijfers komen twee relevante punten naar boven. Het eerste slaat op de omvang van onze overheid. Vanuit bepaalde hoeken komen al jarenlang quasi-onafgebroken waarschuwingen voor de ‘keiharde besparingspolitiek’. Ook de huidige regeringsonderhandelingen werden de voorbije weken o.m. door de vakbonden onder vuur genomen omwille van ‘zeer zware besparingen’.
De realiteit is dat de werkgelegenheid in onze publieke sector in brede zin (inclusief onderwijs en zorg) al decennialang systematisch toeneemt. Begin 1995 werkte iets meer dan 1 miljoen mensen bij de overheid in brede zin. Vandaag is dat 1,6 miljoen mensen. Van echte besparingen (laat staan zware of keiharde besparingen) is dus geen sprake. Ook opmerkelijk is dat de voorbije 30 jaar 45% van de jobcreatie in onze economie in de publieke sector gebeurde. En het voorbije jaar was dat dus 100%.
Die stijging van de werkgelegenheid bij de overheid is trouwens merkbaar in alle takken van die overheid. In de tak openbaar bestuur en defensie kwamen er sinds 1995 83.000 werkenden bij (+22%), in het onderwijs 121.000 (+38%), in de gezondheidszorg 144.000 (+68%) en in de maatschappelijke dienstverlening 187.000 (+140%). De vraag wordt al te zelden gesteld of al die extra mensen (en de extra middelen die ze vertegenwoordigen) wel efficiënt ingezet
Het tweede relevante punt is dat de arbeidsmarkt gevoelig blijft voor conjunctuurschommelingen, ondanks de overkoepelende dynamiek van krapte. Conjunctureel staat de arbeidsmarkt onder druk, en het is heel waarschijnlijk dat die situatie nog niet meteen veel zal beteren op korte termijn. Niettemin blijft ‘moeilijkheden om geschikte werknemers’ te vinden veruit de grootste structurele uitdaging op onze arbeidsmarkt. De huidige conjuncturele dip verandert daar niets aan.
De komende 20 jaar komen er op de Belgische arbeidsmarkt nog amper mensen op actieve leeftijd bij, terwijl er wel nog altijd extra mensen nodig zijn om verdere economische groei te realiseren. En rekening houdend met de skills die het meest nodig zijn om die groei te realiseren, wordt die situatie nog erger gezien de belangrijke skills mismatch bij de huidige arbeidsreserve. De moeilijkheden rond krapte op de arbeidsmarkt, en de resulterende verschuivingen in de verhouding tussen werkgevers en werknemers, zijn eigenlijk nog maar goed en wel begonnen. Die komende jaren zal die krapte doorheen de conjuncturele schommelingen nog fors toenemen.