​Kaaimantaks 2.1. en de exit heffingen

3 exit taxes : overdracht, inbreng en verhuis van de oprichter

Het nieuw art. 18, al. 1, 3°/1 WIB (ingevoerd door de programmawet van 22 december 2023) rangschikt onder ‘dividenden’ : “de niet uitgekeerde winst” van een juridische constructie (van het type 1 of 2) die “wordt geacht te zijn toegekend of betaalbaar gesteld aan de oprichter van een juridische constructie, op het ogenblik dat de economische rechten, de aandelen of de activa van de juridische constructie worden ingebracht in een andere juridische constructie of rechtspersoon of worden overgedragen naar een andere Staat of rechtsgebied dan België”.

Voortaan kan een overdracht (onder welke vorm dan ook) van de activa van een juridische constructie (hierna "JC") naar een andere Staat dan België, ertoe leiden dat de (latente) reserves van de JC worden belast als ‘dividenden’, zelfs als de overdracht gebeurt naar een Staat waarmee België gegevens uitwisselt.

Een Belgische particulier is oprichter van een Luxemburgse holding (SOPARFI) die laag wordt belast (JC van het type 2). Als hij de zetel van de SOPARFI verplaatst naar Malta, zullen de (latente) reserves van de SOPARFI in zijn hoofde worden belast als dividenden.

Een Belgische particulier is oprichter van een trust in Jersey (JC). Veronderstel dat de trust zijn activa overdraagt aan een andere trust die gevestigd is in het Verenigd Koninkrijk (UK), of dat de trust zijn zetel verplaatst naar Cyprus. In beide gevallen zullen de (latente) reserves van de trust belastbaar zijn als dividenden in hoofde van de Belgische natuurlijke persoon.

Wel is er een nieuwe ontsnappingsmogelijkheid ingevoerd in geval van repatriëring van JC of de activa ervan naar België. Deze ontsnappingsmogelijkheid viseert de overbrenging van de activa van de JC, maar m.i. ook (ook al kan hier twijfel over bestaan als men uitgaat van de letterlijke wettekst) de situatie van de inbreng van de JC in een Belgische rechtspersoon (BelCo).

Een particulier die zijn aandelen in een laag belaste Zwitserse vennootschap (JC) inbrengt in een holding in Luxemburg (SOPARFI). De (latente) reserves van de Zwitserse vennootschap zouden dan in zijn hoofde belast kunnen worden als dividenden... maar niet als de inbrenggenietende vennootschap een Belgische vennootschap is.

De Programmawet van 22 december 2023 heeft een derde geval van fictieve dividenduitkering toegevoegd, nl. wanneer de natuurlijke persoon die de “oprichter” is van een juridische constructie “zijn woonplaats of zetel van fortuin naar het buitenland verplaatst”

Deze fictieve uitkeringen zijn m.i. niet verenigbaar met de Europese vrijheden van verkeer. Lees hier mijn bijdrage in de Fiscoloog Internationaal Le Fiscologue

Mots clés

Articles recommandés

Het belang van exit regelingen voor aandeelhouders - Deel 2: Statutaire uittreding in de BV

SICAV's in Luxemburg: recente jurisprudentie en fiscaliteit in België