De kaaimantaks werd eerder bij KB van 21 november 2018 aangepast voor rechtspersonen binnen de EER. Daarover werd uitvoerig bericht in ons artikel in Fiscale actualiteit nr. 42.
De Ministerraad van 15 maart 2019 geeft nu ook haar goedkeuring aan het niet-EER KB. Dit KB voegt een nieuw artikel 1/1 toe aan het bestaande KB van 23 augustus 2015 waarin de regeling van de beleggingsinstellingen (eerste lid) en de regeling van de hybride vennootschappen (tweede lid) zoals die werd uitgewerkt voor de EER door de het KB van 21 november 2018 naar analogie wordt overgenomen. Naar effectieve impact voegt dit KB echter niet bijster veel toe, daar door de ruime toepassingssfeer van de kaaimantaks zoals gewijzigd door de wet van 25 december 2017, deze regels hoogstens interpretatief van aard zijn. Het KB treedt in werking per 1 januari 2019.
Bron: Tiberghien