Volgens een studie van Securex, partner in tewerkstelling en ondernemerschap, krijgt momenteel slechts 4% van de Belgische werknemers een mobiliteitsbudget van hun werkgever. 25% van de werknemers die een bedrijfswagen hebben, zegt bereid te zijn om die in te ruilen voor een mobiliteitsbudget, nog eens 22% ziet dat enkel zitten onder bepaalde voorwaarden. “Bijna de helft van de Belgische werknemers die een bedrijfswagen hebben, toont interesse in het mobiliteitsbudget als alternatief. Voor werkgevers die nadenken over de mobiliteit van morgen en over nieuwe verloningssystemen is het belangrijk om rekening te houden met deze vaststelling,” zegt Heidi Verlinden, HR Research Expert bij Securex.
In mei bereikte een ministerieel comité een akkoord over de vergroening van het bedrijfswagenpark tegen 2026. De jaarlijkse Week van de Mobiliteit is daarom de uitgelezen gelegenheid om de aandacht te vestigen op alternatieve mobiliteitsopties, met name voor het woon-werkverkeer, dat door de pandemie grondig veranderd is. In 2021 zegt 45% van de werknemers dat zijn werkgever alternatieve opties overweegt voor zijn woon-werkverkeer. Dit is beter dan in 2019, toen slechts 39,5% van de werknemers van mening was dat zijn werkgever dergelijke opties overwoog. Het mobiliteitsbudget is één van de meest interessante alternatieven voor werknemers.
“Bij een mobiliteitsbudget komt het erop neer dat de werknemer samen met de werkgever een specifiek bedrag afspreekt dat anders gebruikt zou worden om een bedrijfswagen te bekostigen. Met dit bedrag kan hij of zij mobiliteitsvoordelen kiezen op maat van zijn individuele situatie. Daar kan nog steeds een bedrijfswagen deel van uitmaken, maar 4 op de 10 werknemers die voor een mobiliteitsbudget kiezen, laten hun bedrijfswagen vallen”, legt Heidi Verlinden, HR Research Expert bij Securex, uit.
Momenteel geniet volgens de studie van Securex slechts 4% van een mobiliteitsbudget, dat nochtans al sinds 1 maart 2019 bestaat. Werkgevers kunnen werknemers ook mobiliteitsvoordelen geven zonder het in een specifiek budget te vervatten, maar in België ontvangt een vijfde van de werknemers nog steeds geen mobiliteitsvoordelen. Voorbeelden hiervan zijn een kilometervergoeding (29%), een vergoeding woon-werkverkeer (29%), een abonnement voor het openbaar vervoer (15%) of een bedrijfsfiets (2%). Iets meer dan 60% van de werknemers die een mobiliteitsbudget ontvangen, heeft een bedrijfswagen als onderdeel daarvan. Werknemers met een mobiliteitsbudget zijn overwegend managers ten opzichte van arbeiders en bedienden (17% vs 3%). Ook wordt in de hoofdstad vaker gebruik gemaakt van het systeem dan in de rest van het land (8% vs gemiddeld 3%).
“De verklaring voor deze discrepantie is natuurlijk het feit dat het mobiliteitsvraagstuk het meest prangend is in de grote steden, en dan vooral in Brussel. De verkeersdruk op de wegen als gevolg van het grote aantal auto’s en een groter aanbod van alternatieven zet mensen, zowel werkgevers als werknemers, ertoe aan om alternatieve manieren te gebruiken om zich te verplaatsen. Het mobiliteitsbudget komt hier in tegemoet en biedt flexibiliteit. De werknemer krijgt immers de kans om de opties te kiezen die hem het best passen, zolang die maar binnen het toegekende budget blijven”, aldus Heidi Verlinden.
Een brede waaier aan mobiliteitsalternatieven
Hoewel op dit moment slechts een zeer klein deel van de werknemers over een dergelijk budget beschikt, zou 25% van de werknemers die een bedrijfswagen hebben, bereid zijn om die in te ruilen voor een mobiliteitsbudget. 22% ziet dat ook zitten, maar enkel onder bepaalde voorwaarden. Als reden voor het inruilen van de bedrijfswagen, geven werknemers het vaakst aan hun loonpakket te willen optimaliseren (41%). Ook de behoefte aan meer flexibiliteit, bijvoorbeeld in het stadscentrum, en de wens om hun ecologische voetafdruk te verkleinen worden vaak als redenen genoemd (38% en 30%). Ten slotte zegt 19% van de werknemers dat ze zich door telewerk minder hoeven te verplaatsen, en geeft 11% aan dat ze hun auto te weinig gebruiken.
Werknemers zouden hun mobiliteitsbudget erg creatief inzetten: van hen die bereid zijn om hun bedrijfswagen in te ruilen voor een mobiliteitsbudget, met of zonder voorwaarden, zou 40% een kilometervergoeding willen ontvangen, 22% een jaarabonnement op het openbaar vervoer en 13% een bedrijfsfiets. Andere ideeën over de invulling van het mobiliteitsbudget omvatten de mogelijkheid om een abonnement aan te gaan met een fietsverhuurdienst (13%) of om een deelauto te gebruiken die door het bedrijf ter beschikking wordt gesteld (12%).
Daarnaast zou 12% van de werknemers ook graag gebruik kunnen maken van een kaart of app voor zachte en gedeelde mobiliteit. “Zachte mobiliteit verwijst naar elke vorm van vervoer die geen verbrandingsmotor heeft en geen broeikasgassen uitstoot. Gedeelde mobiliteit verwijst naar elk systeem dat gebruikers in staat stelt om hetzelfde vervoermiddel te delen (autodelen, carpoolen, gedeelde fietsen, steps, etc.). Dit concept valt te kaderen binnen de deeleconomie, waarbij delen en collectief consumeren centraal staat met een app of website als katalysator”, benadrukt Heidi Verlinden.
Hoewel Securex in een eerder persbericht al melding maakte van de terughoudendheid van werknemers voor de elektrische bedrijfswagen, zou 16% van de werknemers die bereid zijn om hun huidige bedrijfswagen in te ruilen voor een mobiliteitsbudget, binnen dit budget een kleinere elektrische wagen wensen. 21% zou echter wel de mogelijkheid willen om af en toe een grotere auto te gebruiken, bijvoorbeeld tijdens de vakantieperiode. Ten slotte zou 26% van deze werknemers de rest van hun mobiliteitsbudget als loon willen ontvangen, 10% zou het budget willen omzetten in andere niet-mobiliteitgerelateerde voordelen, zoals extra verlofdagen.
Helft van de werknemers nog niet klaar om over te stappen op een mobiliteitsbudget
Securex stelt niettemin vast dat ruim de helft van de Belgische werknemers met een bedrijfswagen nog niet bereid is om die in te ruilen voor een mobiliteitsbudget (53%). De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn de behoefte aan een auto voor privégebruik (67%) en voor beroepsdoeleinden (61%). Sommige werknemers vinden dat hun bedrijf niet voldoende alternatieven biedt voor de auto (16%), terwijl anderen verklaren dat ze niet genoeg informatie over het mobiliteitsbudget hebben om ervoor te kiezen als alternatief voor de bedrijfswagen (13%).
“Ondanks het feit dat de helft van hen nog steeds aarzelt om over te stappen naar een mobiliteitsbudget, is er een enorme kloof tussen werknemers die graag zo’n budget willen, en zij die er op dit moment al gebruik van maken. Werknemers zijn creatief in het invullen van het mobiliteitsbudget, en bewijzen ook dat er al alternatieven bestaan voor de bedrijfswagen. Met de hervorming van 2026 in het vooruitzicht kan dit een kans zijn voor werkgevers om met hun werknemers te praten over hun mobiliteitsvoorkeuren en na te denken over een nieuw, groener en vaak ook minder duur mobiliteitsbeleid”, verklaart Joëlle Boutefeu, Senior HR Consultant bij Securex.
De resultaten van deze bevraging zijn afkomstig van een meer algemene studie die Securex in mei 2021 in verschillende domeinen heeft uitgevoerd. Ze omvat 1512 werknemers, in een steekproef die op de Belgische markt representatief is op vlak van geslacht, leeftijd, statuut, bedrijfsgrote en regio van tewerkstelling.