• FR
  • NL
  • EN

Meerwaarden op ICBs – nieuwe afzonderlijke aanslag van 5% (VennB) – programmawet

De teksten van de programmawet (goedgekeurd op de ministerraad) werden voor spoedadvies overgemaakt aan de Raad van State.

In een artikel in De Tijd van de hand van Peter Van Maldegem, heb ik enkele van mijn ideeën gedeeld over de meerwaardebelasting van 5% op DBI-fondsen.

  • De afzonderlijke aanslag van 5% slaat op de verwezenlijkte meerwaarden, in de mate dat die overeenkomstig artikel 192, § 1, WIB worden vrijgesteld (nieuw art. 219, sexies WIB).
  • Dividenden die door een (geviseerde) ICB worden uitgekeerd vallen niet onder het toepassingsgebied van de afzonderlijke aanslag.
    ↪️ Meerwaarden gerealiseerd bij een inkoop van eigen aandelen – die op fiscaal vlak als “dividenden” worden gekwalificeerd (artikel 186 WIB) – vallen uit de boot.

2️. Welke ICB’s zijn geviseerd?

  • Het toepassingsgebied van afzonderlijke aanslag is niet alleen op DBI-Beveks van toepassing, maar ook op de GVV (gereglementeerde vastgoedvennootschappen) en gelijkaardige buitenlandse vennootschappen.
  • De 5% taks is enkel van toepassing indien aan de volgende voorwaarde is voldaan : de uitgekeerde inkomsten van de geviseerde ICB’s moeten in ten minste één van de voorgaande belastbare tijdperken in toepassing van de DBI-aftrek (artikel 202 en 203 WIB) van de winst worden afgetrokken.

3. Inkoop van eigen aandelen door een DBI-BEVEK

Als een Belgische vennootschap (KMO, managementvennootschap, holding,…) uit een DBI-bevek stapt, koopt het fonds in de regel zijn aandelen terug met zijn kapitaal, dat dan daalt. De meerwaarde verwezenlijkt door de belegger-vennootschap ontsnapt in dat geval in beginsel aan de nieuwe afzonderlijke aanslag van 5%.

Als de aandelen in de DBI-Bevek verkocht worden aan een derde (nieuwe koper) zou de afzonderlijke aanslag wel gelden, maar deze situatie komt zelden voor, aangezien DBI-beveks in de regel niet beursgenoteerd zijn.

4️. Verkoop van aandelen in een DBI-vastgoedbeleggingsvennootschap (GVV)

Een GVV is een beursgenoteerd bedrijf dat investeert in vastgoed. Stel dat een Belgische vennootschap een meerwaarde verwezenlijkt bij de verkoop van aandelen van een GVV op de secundaire markt.

De nieuwe afzonderlijke aanslag is verschuldigd indien de dividenden van de GVV in ten minste één van de voorgaande belastbare tijdperken van de DBI-aftrek genoten hebben.

? De toepassing van de DBI-aftrek (op het niveau van de vennootschap-aandeelhouder) is mogelijk:​

  • het regime van de DBI-beleggingsvennootschap is immers ook van toepassing op de GVV. Voor deze laatste werd de uitkeringsverplichting op 80% gebracht, in plaats van de drempel van 90% voor de DBI-beleggingsvennootschap.
  • de DBI-aftrek is ook mogelijk in de mate dat de dividenden
    van de GVV voortkomen uit inkomsten uit onroerende goederen die reeds in het buitenland werden belast.



Mots clés

Articles recommandés

Meerwaardebelasting die voorligt, is om juridische problemen vragen

Kmo’s spelen een belangrijke rol in duurzaam ondernemerschap

Waardering van bedrijven: de actuariële benadering